Belgisch paviljoen wereldtentoonstelling Milaan staat nu in Namen
Het Belgische paviljoen dat in 2015 tijdens de wereldtentoonstelling in Milaan gedurende zes maanden bezoekers uit de hele wereld verwelkomde, is heropgebouwd op de Esplanade van de Citadeelle in Namen. Het heropgebouwde paviljoen wordt een nieuwe plek voor workshops en tentoonstellingen gewijd aan digitale onderwerpen.
Van 5 november tot 31 januari 2021 kan je in het heropgebouwde paviljoen de tijdelijke tentoonstelling Humans/Machines te bezoeken, daarna wordt de ruimte een tijdje gesloten en weer heringericht. Het gebouw vult het landschap van de Citadelle op een gedurfde wijze. Het moet het uitstalraam worden voor Waalse technologische en digitale innovatie.
De heropbouw van het paviljoen had al veel eerder moeten beginnen, maar liep vertraging op doordat de grond waarop het gebouw moet komen vervuild bleek met zware metalen. Het paviljoen omvat drie centrale ruimtes die samen een oppervlakte van 2.717 m² hebben.
Het paviljoen werd destijds ontworpen door architectenbureau Patrick Genard & Asociados, in samenwerking met architect Marc Belderbos. Architect Patrick Genard is in Namen geboren en heeft zijn kantoor in Barcelona. De bouw van het paviljoen in Milaan vijf jaar geleden gebeurde door het bouwteam thv Besix-Vanhout werd uitgevoerd met duurzame materialen. Cenergie stond in voor de technieken, de energiezuinigheid en de duurzaamheid.
De bouw van het Belgische paviljoen in Milaan kostte destijds ruim 8 miljoen €. Het totale budget voor het paviljoen bedroeg iets meer dan 13 miljoen €. België verwelkomde in Milaan gemiddeld 9.000 tot 10.000 bezoekers per dag, waardoor het paviljoen zich bij de twintig populairste trekpleisters van de wereldexpo mocht rekenen. In totaal kwamen ongeveer 21,5 miljoen bezoekers (waarvan 6,5 miljoen uit het buitenland) een kijkje nemen op Expo 2015.
Het paviljoen kreeg tijdens Expo 2015 een bijzondere vermelding in de categorie ‘ontwerp en materialen’. De materialen voor de bouw van het paviljoen werden dan ook met zorg gekozen. Er werd slechts weinig beton gebruikt en men werkte uitsluitend met natuurlijke producten, waaronder veel duurzaam hout en eenvoudig te recycleren, isolerende en gemakkelijk af te breken modules om de ecologische voetafdruk op de tentoonstelling zo klein mogelijk te houden.
Een goede isolatie, een controle van natuurlijk zonlicht en een strategisch gebruik van ventilatie zorgden samen voor een sterk beperkt energieverbruik. Het gebouw werd gekoeld en verwarmd met een warmtepomp, gevoed door kanaalwater. De ventilatie gebeurde deels natuurlijk en deels via een luchtgroep met warmterecuperatie. Om het koel- en verwarmingsvermogen zoveel mogelijk te beperken werd de verse lucht aangezogen door een grondbuis.
De energie, nodig voor de klimatisatie, werd opgewekt met in glas geïntegreerde pv-panelen, een zonneboom en een windturbine. Gezien het tijdelijke karakter van het gebouw werd vijf jaar geleden resoluut gekozen voor natuurlijke en gemakkelijk te recycleren bouwmaterialen. Daardoor kon het gebouw nu ook zonder veel moeilijkheden worden heropgebouwd in Namen.
Het Belgische paviljoen in Milaan werd ook uitgerust met hoogisolerende beglazing van AGC Europe Glass. Dit glas biedt bescherming tegen de zon, produceert energie, is zowel decoratief als veilig en hygiënisch en kan zelfs als dynamisch medium dienen om informatie te verstrekken. Building integrated photovoltaics (bipv) zijn fotovoltaïsche systemen die zorgen voor energieproductie, maar tevens integraal deel uitmaken van het gebouw zelf.
De beglazing met fotovoltaïsche cellen (SunEwat XL) of een organische film bedekt de zuidzijde van de geodetische koepel, een speciale gewelfvormige constructie die zeer licht kon worden uitgevoerd, en het dak van het Belgische paviljoen. Dit laatste product was een gezamenlijk ontwerp van AGC Glass Europe en Heliatek.
Beide producten symboliseren respectievelijk het ideale stedenbouwkundige model van de toekomst, met een centrale ruimte en omliggende districten, en een traditionele Belgische hoeve. Over een totale oppervlakte van 315 m² leverden de fotovoltaïsche cellen bovendien elektriciteit aan het paviljoen dankzij de dagelijkse productie van naar schatting 130 kWh energie.
De buitenruimte in Milaan was oorspronkelijk niet voorzien, maar kon worden ingenomen nadat het voorziene buurland Oekraïne afhaakte van deelname aan de wereldexpo. Het exterieur van de Belgische tentoonstellingsruimte werd opgebouwd uit een lange rij van houten dakvormige elementen en een glazen paviljoen.
Het grote glazen bolvormige dak doet denken aan de grote serres van Laken, terwijl de houten elementen een ode zijn aan de traditionele boerderijstructuur die overal in België terug te vinden is. Het paviljoen is grotendeels autonoom inzake energie en produceert een minimum aan afval en vervuild water geproduceerd.
Het Belgische paviljoen behoorde in 2015 tot de twintig populairste trekpleisters van de wereldexpo.