Circulair slopen: eerst nadenken, dan voorzichting handelen
Selectief slopen is vandaag een gangbaar gegeven. De overtreffende trap: circulair slopen staat nog in zijn kinderschoenen. Het vraagt een goede voorbereiding om de mogelijke hergebruikstromen te identificeren en de werkzaamheden zo voor te bereiden dat de materialen zo zuiver mogelijk gedemonteerd of gesloopt worden. Verschillende pioniers op het vlak van circulair slopen en urban mining laten in hun kaarten kijken.
Circulair bouwen kan retrospectief of prospectief. In het laatste geval ontwerpen en bouwen we een nieuw gebouw op zo’n manier dat de verschillende materialen later eenvoudig te demonteren zijn met het oog op hergebruik. In het geval van retrospectief circulair bouwen, maken we in het ontwerp gebruik van gerecupereerde materialen die beschikbaar zijn op de markt. Bij die beschikbaarheid van gerecupereerde materialen wringt vandaag het schoentje nog vaak: de vraag is vele malen groter dan het aanbod. Om beide zijden beter op elkaar af te stemmen is een slimmere aanpak van de afbraak nodig. We moeten niet alleen circulair bouwen, maar ook circulair gaan slopen. De grote uitdaging daarbij is dat we de voorbije decennia niet bepaald hebben gebouwd met het oog op eenvoudig recupereren van de gebruikte materialen. Gevelstenen worden met mortel gemetseld, gevelpanelen worden vaak onzichtbaar gelijmd, net zoals heel wat interieurafwerkingen. Enkele opdrachtgevers en sloopaannemers pionieren vandaag al met een meer doordachte aanpak van de afbraakwerken met als doel zoveel mogelijk materialen te recupereren voor hergebruik of hoogwaardige recyclage.
Onder meer Colruyt Group en bouwmaterialenfabrikant Wienerberger kijken met veel interesse naar de mogelijkheden van circulair slopen. “Voor Wienerberger zijn er twee directe aanleidingen om in te zetten op deze nieuwe manier van slopen: de aankomende schaarste van bepaalde grondstoffen enerzijds en onze verantwoordelijkheid voor zowel onze grondstoffen als ons afval einde levensduur van onze producten anderzijds. Om het wegvallen van grondstoffen op te vangen, zoeken we nu al naar secundaire grondstoffen om de cirkel rond te maken. We houden er bovendien al rekening mee dat Europa ons in de toekomst zal verplichten om bepaalde materialen als circulaire grondstof te gebruiken. Het keramische puin van sloopwerven kan voor ons als secundaire grondstof dienen. Op die manier sluiten we de cirkel voor keramische materialen. In het zoektraject hebben we al geleerd dat we echter zuiver keramisch materiaal nodig hebben om in ons productieproces te kunnen gebruiken. Dat kunnen zowel kleidakpannen als gevelstenen zijn. Het is van belang samen te werken met sloopaannemers om het product zo zuiver mogelijk in te zamelen. In Wallonië zijn we bijvoorbeeld partner in een project waar we aannemers mobiliseren om zuivere snijresten van bouwwerven of keramisch afval van sloopwerven zuiver in te zamelen”, vertelt productmanager Armelle Windels.
Positieve spiraal
Voor Colruyt zit de circulaire motivatie in de bedrijfsmissie ‘samen duurzaam meerwaarde creëren’. “Circulariteit en duurzaamheid zijn niet op een bepaald moment bij ons komen aanwaaien”, opent Hilde Carens, projectleider duurzame materialen bij de retailer. “We willen continu toekomstbestendig blijven bouwen en een kritische blik behouden op ons eigen werk. Vanuit die optiek hebben we in 2014 beslist met VITO samen te werken om onze toenmalige selectieve sloop van de Colruyt Lede door te lichten en samen te bekijken waar het beter kon. Dankzij die samenwerking vergrootte ons netwerk en realiseren we nu stap voor stap een bedrijvenlijst voor de hoogwaardige recyclage van elke materiaalsoort.” Jaarlijks doorloopt Colruyt Group zo’n 40 tot 50 projecten, van kleine herinrichtingen tot volledig nieuwe gebouwen. Uit de voorbije praktijkervaring trok Colruyt Group al enkele lessen. “Bij een selectieve sloop staat of valt alles met de zuiverheid van de verschillende elementen en materialenstromen. Indien een gesloopt materiaal gezien wordt als een mogelijk grondstof, dan behoudt het een restwaarde, net als bouwelementen na demontage. Vermenging van materialen is dus te vermijden, ook omdat het een zuiveringskost noodzaakt, wat de rendabiliteit van recyclage kan belemmeren. Het voordeel van een groot gebouwenpatrimonium – Colruyt Group beheert meer dan 560 gebouwen – is dat we over heel wat data beschikken en de TCO van de materialen kennen. We hebben dus een goed inzicht in wanneer hergebruik en hoogwaardige recyclage renderen”, vervolgt Hilde Carens.
De circulaire slooplessen leiden ook tot een kruisbestuiving in de nieuwe Colruyt-ontwerpen. “Materialen zuiver houden en ze vlot in en uit elkaar kunnen halen is belangrijk. We zoeken dus telkens naar een structuur van gestandaardiseerde en modulaire elementen die opgebouwd zijn uit circulaire materialen. Om die circulaire materialen in te kunnen vullen met recycled contents, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de bestaande materialen hoogwaardig gerecycleerd worden. Zonder aanbod kan de vraag niet ingevuld worden. We zorgen er daarom voor dat dit mee vervat zit in de ontwerpopdracht.”
Eerst analyseren, …
Circulair slopen begint bij een grondige analyse van het gebouw om na te gaan welk hergebruikpotentieel er is. “We noemen dat de valorisatiefase”, verduidelijkt Dirk Smet bij Aclagro, één van de partners van Living Lab Circulaire Sloopteams (zie kader). “Het komt er op neer dat we tijdens de voorbereidingsfase samen met materialenbanken en andere hergebruikprofessionals bekijken welke materialen herbruikbaar zijn. We identificeren de materialen en spreken af op welke wijze ze gedemonteerd en gestockeerd moeten worden in afwachting van afvoer. In de eerste fase van de sloopwerken gaan we de geselecteerde materialen zorgvuldig ontmantelen. Dat is een manueel proces eventueel met behulp van klein elektrisch materieel of hijsmaterieel om het werk ergonomisch te laten verlopen.”
Na verwijderen van de herbruikbare materialen breekt de aannemer andere niet-inerte materialen uit. Ook dat gebeurt selectief en manueel. “Het doel is een zo zuiver mogelijke, selectieve afbraak. Daardoor hebben de materialen een hoog recyclagepotentieel in het productieproces. Denk hierbij aan fracties als glas, hout, ijzer, gipskarton, … Materialen die we niet afzonderlijk kunnen afbreken behandelen we als gemengd afval”, vervolgt Dirk Smet. “Eenmaal alle niet-inerte materialen verwijderd zijn, starten we met de echte sloop van de inerte structuur. Ook die slopen we selectief. Beton, metselwerk, gemengd puin scheiden we maximaal. Dit ook weer om ze bruikbaar te maken voor de hoogst mogelijke toepassing. We doen er dus alles aan om downcycling te vermijden.”
… dan valoriseren
Isabelle Mariën, sustainability expert bij Aertssen Infra, benadrukt dat circulair slopen verder gaat dan alleen het scheiden van bepaalde fracties. “Het draait om het maximaal valoriseren van sloopmaterialen door in te zetten op hergebruik en hoogwaardige recyclage én tegelijkertijd het minimaliseren van afval. Bij onze grootschalige industriële sloopwerken recycleren we al meer dan 95% van het sloopafval. Hergebruik en upcycling zijn de uitdaging voor de volgende decennia.”
Ook bij Aertssen Infra beamen ze dat een circulair slooptraject meer voorbereiding vraagt. “Naast het identificeren van herbruikbare materialen is het zaak een strategie op te stellen voor hergebruik en zo hoogwaardig mogelijke recycling en het implementeren van milieuvriendelijke sloopmethoden. Er gaat vooral veel tijd in het leggen van betrouwbare contacten om gesloopte materialen in te zetten voor hergebruik. Een goed netwerk is daarbij essentieel. Circulair slopen vraagt verder een goede training van de medewerkers en duidelijke instructies voor de start van een project, want ieder project is uniek. We leren onze medewerkers onder meer hoe ze materialen kunnen herkennen en waarderen met oog op hergebruik, omzichtig demonteren en het identificeren van gevaarlijke stoffen. Dit vraagt een andere aanpak en mindset”, vervolgt Isabelle Mariën.
Hoewel circulair slopen mogelijk iets langer kan duren dan traditioneel slopen omwille van het zorgvuldig scheiden van materialen, hoeft dit niet per se duurder te zijn. “De opbrengst uit de verkoop van de gerecupereerde materialen kan mogelijk compenseren voor eventuele extra kosten. Dat maakt dat de totale kosten vergelijkbaar of zelfs lager kunnen zijn. Wanneer je de milieukost meerekent, is circulair slopen over de hele lijn goedkoper.”
Standaardbestek
Gerecupereerde materialen kunnen eigendom blijven van de opdrachtgever of worden verkocht aan derden. Sommige opdrachtgevers voorzien in hergebruik van een deel van de te slopen materialen voor de realisatie van hun nieuw project. In een ideaal ontwerp wordt een zo groot mogelijk deel van de te slopen materialen hergebruikt in het project zelf. “De verkoop van die gerecupereerde materialen kan bij de opdrachtgever of de aannemer zitten. Zelf hebben we verschillende afzetkanalen en werken we samen met handelaren in tweedehandsmaterialen om ervoor te zorgen dat gerecupereerde materialen optimaal worden benut en een tweede leven krijgen. In 2023 hebben we op een vijftal werven effectief stalen loodsen gedemonteerd voor hergebruik”, zegt Isabelle Mariën.
In de lente van 2024 publiceert OVAM een standaardbestek voor sloopwerken. Hierin wordt een eerste voorzet gegeven richting circulair slopen. De sloopsector denkt ook al aan een kwaliteitslabel voor circulair slopen, maar daarvoor is het nog net iets te vroeg.
Nog tot eind 2025 loopt in Vlaanderen het Living Lab Circulaire Sloopteams. De partners in dit project - Embuild Vlaanderen, Buildwise, Tracimat, NAV, Stad Mechelen, Rockwool, Resulation en Aclagro - bieden tot die deadline ondersteuning aan projecten in de zoektocht naar oplossingen om tot doordacht hergebruik en hoogwaardige recyclage te komen van materialen met een doorbraakpotentieel in klassieke projecten. Naar analogie aan een bouwteam wordt in een sloopteam projectgebonden samengewerkt. Idealiter denken van bij de start van de opdracht de bouwheer, ontwerper en sloopdeskundige of sloopaannemer na over hoe ze materialen optimaal kunnen recupereren. In sommige gevallen worden ook producten, afnemers of herbruikpartijen in dit voorbereidingstraject betrokken. Het doel van de samenwerking is niet om snel en efficiënt een totaalsloop uit te voeren, maar net om gebouwen selectief te slopen en ontmantelen, om vervolgens de materialen hoogwaardig te recycleren en hergebruiken. Kennisdeling tussen partijen en het creëren van synergiën in onder meer stockage, transport en afnemers zijn de sleutels tot succes. Dit staat in contrast met het huidige sloopproces waar de sloopaannemer pas na de aanbestedingsfase wordt betrokken en gekozen op basis van de laagste prijs.
Het Living Lab Circulaire Sloopteams is VLAIO-gesubsidieerd. Die subsidie is bedoeld om bepaalde meerkosten van circulair slopen op te vangen om zo specifieke technische en praktische drempels te kunnen onderzoeken. De aanpak van het sloopproces is dan ook experimenteel. De nieuwe methodieken worden er in iteratie toegepast. Het is een herhaling van testen en opnieuw input geven om theoretische hypotheses te verfijnen. De materialen met doorbraakpotentieel waar de sloopteams in eerste instantie op inzetten zijn onder meer terracotta bakstenen en wandbekleding, stalen liggers, isolatiepanelen, natuurstenen elementen, dakpannen, hout, vloer- of wandtegels, …
Wienerberger legt zich niet enkel toe op urban mining om secundaire grondstoffen voor zijn productieproces in te zamelen. “Vandaag worden gevelstenen al frequent hergebruikt. De grote uitdaging ligt in het manueel kuisen van deze stenen en het inschatten of ze nog voldoende kwalitatief zijn voor hergebruik. Wienerberger ondersteunt zowel projectontwikkelaars als architecten en aannemers die hergebruik gevelstenen willen toepassen in het zoeken naar kwaliteit. We doen labotesten op een staal van de gerecupereerde gevelstenen en geven advies in het zoeken naar een gepaste mortel voor de verwerking van de stenen. Er bestaan geen normen voor recuperatiestenen, dus testen we de aangeleverde stalen volgens de normen van nieuwe stenen. Dit helpt deze partijen om de keuze voor recuperatiestenen te ondersteunen”, aldus Armelle Windels.