Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Duurzaamheid

Circulaire economie moet de norm worden

Vlaanderen heeft interessante troeven om de omslag naar een circulaire economie te maken. Uit de driejaarlijkse Ondernemingsenquête van de Stichting Innovatie & Arbeid van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) blijkt dat vooral grote en industriële bedrijven al veel inspanningen doen om circulair te werken. Slechts 13% van  alle bedrijven neemt geen enkele maatregel.

circulaire economie2
©TSUNG-LIN WU - stock.adobe.com

Er zijn duidelijk goede wil en acties op het terrein, maar de omslag gaat niet snel genoeg, vinden de Vlaamse sociale partners. Bedrijven stoten nog op veel stoorzenders. Er is de strakke en verkokerde regelgeving die samenwerking verhindert, de moeilijke financiering van circulaire projecten, maar ook het traditionele businessmodel en ons gewoontegedrag om liever iets te bezitten en te vervangen, eerder dan iets te delen en te herstellen.

“Steeds meer mensen zijn overtuigd dat we nu snel een slagkrachtig klimaatbeleid nodig hebben. Hierin moet ook circulaire economie een centrale plaats krijgen, met oog voor de hele productketen vanaf het winnen van een grondstof, over het ontwerp, productie en transport tot het gebruik, recyclage en afvalverwerking. Circulair moet het nieuwe normaal worden, met aandacht voor alle sectoren en werknemers, zodat iedereen baat heeft bij de omslag. Daarom roepen we de Vlaamse regering op om hier in het nieuwe regeerakkoord werk van te maken en zoveel mogelijk bedrijven, organisaties en consumenten het circulaire bad in te trekken. De SERV heeft hiervoor veertig aanbevelingen als een startbasis”, zegt Caroline Copers, voorzitter van de SERV.

Kampioen

“Vlaanderen is kampioen sorteren en selectief inzamelen van afval. Ook inzake kennis over materialen en innovatie in recyclage spelen we mee op wereldniveau. Bovendien hebben we onze centrale ligging in Europa mee, maar tegelijk ook de lokale verankering van kmo’s en ondernemingen. Dat zijn allemaal troeven om circulaire economie sterk te ontwikkelen en kosten te besparen. We willen deze omslag samen met de Vlaamse regering versnellen en in goede banen leiden”, vult ondervoorzitter Danny Van Assche aan:

Uit de Ondernemingsenquête van de SERV-Stichting Innovatie & Arbeid bij 1.651 bedrijven en organisaties in Vlaanderen blijkt dat drie op de tien bedrijven ervoor zorgt dat hun producten gemakkelijk demonteerbaar zijn en ontmanteld of hersteld kunnen worden. Vier op de tien hergebruikt afval, rest- en bijproducten.

Vooral grote en industriële bedrijven doen veel circulaire inspanningen. Het valt op dat bedrijven die circulair aan de slag zijn ook meer innoveren en investeren in het competentiebeleid van hun medewerkers en in automatisering, robotisering en digitalisering. Zodra ze op de circulaire trein springen, volgen ze dit spoor.
Toch is er nog veel onwetendheid: bedrijven willen wel meer circulair ondernemen maar weten vaak niet hoe dat aan te pakken. Een vernieuwende en overkoepelende beleidsaanpak is nodig. De omslag naar een circulaire economie zal daarom niet vanzelf komen. De sociale partners stellen een beleidsaanpak voor die tegelijk inzet op technologie, productontwerp, businessmodel en sociale innovatie.

De rol van de overheid is cruciaal om voor de nodige spelregels te zorgen, de samenwerking tussen de spelers te stimuleren, het circulair aankoopgedrag van consumenten en ondernemingen aan te moedigen en via aanbestedingen zelf stimulansen te geven. Via een sterke sociale dialoog kunnen de sociale partners het draagvlak voor circulaire economie verder vergroten.

Aanbestedingen

Ongeveer 80% van de milieu-impact van een product wordt in de ontwerpfase bepaald. Terwijl energie-efficiëntie van apparaten al veel aandacht krijgt, staat het circulaire ontwerp ervan nog in de kinderschoenen. Bij circulair ontwerpen is demonteerbaarheid belangrijk zodat het product hersteld en hergebruikt kan worden en onderdelen gemakkelijk recycleerbaar zijn.

De overheid zou een voorbeeldrol kunnen opnemen door in haar aanbestedingen niet alleen de aankoopprijs van een product te laten doorwegen, maar ook de kosten over de hele levensduur heen. Daarnaast zou circulair ontwerpen zeker terrein winnen door er in het opleidingsaanbod en innovatiebeleid (nog) meer aandacht aan te schenken. (Zie ook Bouwkroniek van 22 maart 2019, blz. 6-8).

Productdienstcombinaties moedigen het maken en gebruiken van duurzame producten aan. Met dit nieuwe businessmodel blijft het bedrijf eigenaar terwijl het product gebruikt wordt. Producten die lang meegaan en gemakkelijk te herstellen en te onderhouden zijn, winnen zo aan belang. Hoewel banken deze extra risico’s niet gemakkelijk financieren en het klantgedrag moeilijk te voorspellen is, bestaan er al verschillende goede voorbeelden tussen bedrijven onderling (b2b).

Tussen bedrijven en consumenten (b2c) zijn productdienstcombinaties minder gebruikelijk. Nochtans zijn de mogelijkheden tot kostenspreiding en zorgeloos technisch onderhoud interessante troeven voor de consument. Deze productdienstcombinaties zou de overheid nog meer kunnen ondersteunen.

In een circulaire economie is samenwerking cruciaal. Wat voor het ene bedrijf een afvalstof is, kan voor een andere onderneming een grondstof worden. Dergelijke ketensamenwerking komt nog te weinig van de grond, vaak door barrières in de regelgeving. Dit vraagt meestal een aanpak op Europees niveau.

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten