Citadel straks volledig fossielvrij verwarmd
Diest streeft ernaar om de citadelsite na herbestemming fossielvrij te verwarmen. De stad maakt daarvoor gebruik van hernieuwbare warmte uit de Demer en geothermie.
Diest werkt volop aan de herbestemming van de citadelsite. In de eerste fase brengt de stad er behalve het toeristisch onthaal ook een museum en een belevingscafé onder. De Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst krijgt een nieuwe plek in een gerestaureerde courtine.
Door de omvang van de citadel is fossielvrij verwarmen een ambitieus plan. Tegelijk biedt de ligging heel wat mogelijkheden. In samenwerking met ERF (Erfgoedstichting Vlaams-Brabant), de ingenieursbureaus Extraqt en IFTech, de Vlaamse Milieumaatschappij en de Provincie Vlaams-Brabant bracht de stad het warmtepotentieel in kaart van de Demer, de vijvers van de Halve Maan en de collectoren van Aquafin. Ook werd de grondlaag op de Allerheiligenberg onderzocht, die uitstekend geschikt blijkt voor ondiepe geothermie.
De oude Demerarm, die aan de voet van de citadel stroomt, bevat een warmtepotentieel van maar liefst 3,7 megawatt. Uit de rioolcollector van het centrum, die ook aan de noordzijde van de citadel ligt, kan 0,4 megawatt geput worden. De stad beschouwt het als een belangrijke opportuniteit om deze hernieuwbare warmte aan te wenden.