Het gevangeniscomplex werd gerealiseerd via een dbfm-procedure (design, build, finance en maintain), een publiek-private samenwerking, waarbij een privépartner het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud van de penitentiaire inrichting voor zijn rekening neemt. De bouw gebeurde door het consortium Cafasso nv, dat bestaat uit Denys nv, FCC Construcción sa en Macquarie Group. De werken begonnen in het najaar van 2018 en werden vorige maand afgerond. Het was één van de grootste bouwwerven van de jongste jaren in België.
Het gevangenisdorp werd gerealiseerd op een terrein van 15 ha en bestaat uit meerdere gebouwen. Centraal bevindt zich het zogenaamde ‘stadhuis’, dat uitgeeft op een groot, centraal binnenplein. Het omvat verschillende gemeenschappelijke functies zoals het onthaal- en bezoekcomplex, de sporthal en de strafuitvoeringsrechtbank. Daarnaast is er ook het inkomgebouw met de raadzalen en een administratief gebouw buiten de perimetermuur. Vernieuwend zijn de kleinere leefeenheden, elk voor ongeveer 30 personen. Alle leefeenheden geven uit op een centraal plein of tuin. De wandelingen (buitenruimtes) zijn praktisch ingericht met een ontspanningszone en een groene zone.
Er werd een boorgaten-energieopslag-veld (beo-veld) aangelegd met 250 boringen tot op een diepte van ongeveer 90 m. Dit beo-veld is één van de grootste in België. Het laat toe om te koelen of te verwarmen met gratis energie uit de bodem. Via een ondergronds systeem van buizen wordt in de zomer koelte onttrokken uit de bodem en hiermee worden de gebouwen dan gekoeld. In de winter kan de opgeslagen warmte terug onttrokken worden om de gebouwen te verwarmen. Het beo-veld zorgt voor een aanzienlijke besparing van primaire energie en is dus zowel goed voor het klimaat als voor de energiefactuur.
Via een warmtekrachtkoppelingsinstallatie wordt elektriciteit opgewekt en met de restwarmte die daarbij vrijkomt, wordt een deel van het warme water voor de gevangenis geproduceerd. Op het dak van het zogenaamde stadhuis werden 140 zonnepanelen geplaatst. Van het totale verbruik van niet-drinkbaar water (spoelen toiletten, groenonderhoud,…) wordt 59% teruggewonnen via de recuperatie van regenwater en 41% door het terugwinnen en zuiveren van grijs water.
De isolatiewaarden van de gebouwen (89.000 m² gevels en 50.000 m² vloeren) zijn performanter dan gevraagd in de huidige reglementering. Bij de indiening van de initiële bouwaanvraag in 2013, behaalde het project een gemiddelde K-waarde van K18, terwijl de wetgeving die destijds van kracht was een maximale K-waarde van K40 voorschreef. Het project deed dus meer dan dubbel zoveel beter dan wat er voorgeschreven werd. Nu, bijna 10 jaar later, wordt de isolatiekwaliteit van gebouwen niet meer uitgedrukt in K-waarden, maar zien we dat de warmtedoorgangscoëfficiënten (U-waarde) van de verschillende bouwdelen nog steeds beter zijn dan de huidige regelgeving. Bij de omgevingsaanleg is er zoveel mogelijk gewerkt met waterdoorlatende materialen en via wadi’s wordt gezorgd voor een maximale infiltratie op het gevangenisterrein. Het gevangenisdorp heeft een ‘Breeam Very Good’-certificatie, een internationale stadaard die wereldwijd projecten beoordeelt op hun duurzame karakter. Ze bekijken niet enkel de isolatie- en energiewaarden van een gebouw, maar beoordelen het hele bouwproces en de gebruiksfase.
Bijzondere aandacht werd besteed aan de akoestiek, waarbij de focus werd gelegd op het vermijden van overdreven lawaai. Concreet gaat het om het verminderen van lawaaivoortplanting, de klop- en stootgeluiden doorheen de betonnen structuur en het zoeken naar vandaalbestendige geluidsabsorberende afwerkingen, het inrichten van specifieke ruimtes zoals rechtszalen en prikkelarme kamers en de meer gangbare ruimtes zoals klaslokalen, ateliers, leefkamers en cellen. Een bijkomende uitdaging voor het akoestisch comfort was het vermijden van lawaaioverlast door vliegtuigen. De nationale luchthaven Brussel-Zaventem ligt hier niet ver vandaan.
Om de actuele overbevolking in de Belgische gevangenissen tegen te gaan, blijven drie cellenvleugels in de gevangenis van Sint-Gillis nog tot eind 2024 operationeel. De vrouwengevangenis in Berkendael wordt omgevormd tot een detentiehuis voor 60 kortgestraften. De verhuis van de gedetineerden gebeurt in verschillende fasen. Rond midden oktober komen de vrouwelijke gedetineerden van Berkendael over naar de gevangenis van Haren en tegen midden november de volgen de gevangenen van Vorst.
Technische fiche
• Eigenaar: Belgische staat
• Bouwheer: Regie der Gebouwen
• Eindgebruiker: Federale Overheidsdienst Justitie
• Dbfm-consortium: Consortium Cafasso (Denys nv, FCC Construcción sa en Macquarie Group)
• Duur van de werken: 2018-2022
• Termijn terbeschikkingstelling: 25 jaar (daarna neemt de Federale Staat de gevangenis over)
• Bouwkost: 382 miljoen euro, inclusief btw (inbegrepen in de jaarlijkse vergoedingen vanaf de terbeschikkingstelling)
• Jaarlijkse vergoeding: 40 miljoen euro voor het afbetalen van de investering (bouwkost + financiering) en voor het volledige onderhoud van de gebouwen en de terreinen voor 1.190 personen.
• Oppervlakte site: 15 ha
• Netto-vloeroppervlakte: ca. 105.000 m²
• Perimetermuur: 1,2 km
• Groendaken: 22.500 m² (bruto-oppervlakte, dus met circulatiezones inbegrepen)
• Aangelegd groen: 37.000 m² en 652 bomen
• Capaciteit: 1.190 plaatsen
|
© Regie der Gebouwen
© Regie der Gebouwen
© Regie der Gebouwen
© Regie der Gebouwen
© Regie der Gebouwen
© Philippe van Gelooven
© Philippe van Gelooven