Een sociaal, circulair, opschaalbaar ... en demonteerbaar woonproject
HASA architecten legt in opdracht van sociale huisvestingmaatschappij Kanvaz de laatste hand aan het voorontwerp voor een kleinschalig woonerf in centrum Aarschot. Dankzij subsidies in het kader van de open oproep innovatieve projecten van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) kon de lat voor het gebruik van duurzame materialen en bouwtechnieken nog een flink stuk hoger worden getild.
“De insteek voor ons voorontwerp was al behoorlijk duurzaam toen we de kans kregen om een subsidiedossier in te dienen”, zegt architect Bart Blancquaert van HASA-architecten. “Het agentschap wou sociale huisvestingsmaatschappijen daarmee stimuleren om sneller duurzame materialen en innovatieve bouwtechnieken toe te passen. Daardoor hebben we de kans gekregen om al onze aannames en ecologische keuzes opnieuw onder de loep te nemen. De meeste zijn in de nieuwe versie van het voorontwerp overeind gebleven maar we hebben ze beter kunnen uitwerken en er zijn alternatieven opgedoken die we nu verder bestuderen. Om geen kostbare tijd te verliezen, laten we dit onderzoek parallel verlopen met het overleg- en studietraject voor de inrichting van het terrein waar de 20 woningen moeten komen.”
Bouwkroniek: Wat is er zo speciaal aan?
“Het sociaal woonproject komt op een terrein in het centrum van Aarschot dat opgesplitst is in twee clusters. Langs de Diestsesteenweg komt een gebouw met tien appartementen van elk zo’n 80 m² die voldoen aan de klassieke woningtypologieën van sociaal wonen. Vanaf de steenweg loopt het terrein af naar de Mottebeek. We mogen daar volgens het RUP enkel grondgebonden woningen bouwen, voor mensen met een heel beperkte nood aan woningoppervlakte. De woningen mogen maximum 50 m2 groot zijn, waardoor ze zich qua grootte ergens tussen een studio en éénslaapkamerappartement situeren. Omdat ze dichtbij de beek staan hadden we meteen het idee om ze demontabel te maken. Niet omdat ze in overstromingsgebied liggen, maar omdat het gebruikte materiaal, bij bijvoorbeeld ernstige klimaatveranderingen, eenvoudig op een andere plek hergebruikt kan worden. Bovendien zou op termijn ook kunnen blijken dat de woonruimte toch te beperkt is. Ook dan kan het gebruikte materiaal nog steeds ingezet worden voor andere oplossingen.”
“Samen met de landschapsarchitect hebben we het plan opgevat om de natuurlijke valleiwand en de aanwezige vegetatie maximaal te behouden en de huizen te clusteren op een erf, rond een organisch vormgegeven verharde weg. Die wordt zodanig aangelegd dat voetgangers en fietsers voorrang krijgen. De woningen worden zodanig geschakeld dat we maximaal groen kunnen voorzien, inclusief een gemeenschappelijke boomgaard.”
Bouwkroniek: Wat maakt de huizen demontabel?
“Voor de grondgebonden woningen hebben we gekozen voor houtskeletbouw, een proces dat we al vaker gebruikt hebben voor nieuwe woningen, gevels of de renovatie van bestaande gebouwen. Bouwelementen komen volledige afgewerkt op de werf aan en worden daar als een puzzel in elkaar gezet. Wat wil zeggen dat ze op dezelfde manier ook weer uit elkaar kunnen gehaald worden mocht dat nodig zijn. Het hout en alle andere materialen waaruit de elementen zijn opgebouwd zijn circulair en biobased en daardoor soms ook nog duurder dan hun klassieke versie. Het is de reden dat ze nog niet op grote schaal gebruikt worden in de sociale woningbouw. Zonder subsidies hadden we op dit punt voor minder duurzame alternatieven moeten kiezen. Voor de aankleding van de gevel kozen we voor vezelcementplaten die achteraf ook losgeschroefd kunnen worden.”
Bouwkroniek: Welke impact hebben de subsidies op het gebouw aan de straatkant?
“We hebben gekozen voor een betonskelet dat wordt ingevuld met een combinatie van flexibele niet-dragende massieve wanden en lichte wanden. Een beetje volgens het idee van de intelligente ruïne van bOb Van Reeth, zeg maar. Het gebouw zal eenvoudig aangepast kunnen worden aan toekomstige noden. Om woningen samen te voegen bijvoorbeeld of te gebruiken als winkel of kantoor.”
Bouwkroniek: Wat valt er te vertellen op vlak van technieken?
“Het is de bedoeling om een energiegemeenschap te vormen waarvan alle woningen van beide clusters lid zijn. Alle noodzakelijke energie zal opgewekt worden via gemeenschappelijke zonnepanelen en een beoveld als gemeenschappelijke warmtebron. Ook dit is vandaag in een klassiek sociaal woonproject wellicht nog niet haalbaar.”
“In de woningen vertaalt zich dat onder meer in een systeem van droge, demonteerbare vloerverwarming. Aangezien het om heel kleine woningen gaat, kunnen we alle technieken compact organiseren en worden meterslange leidingen vermeden.”
Bouwkroniek: Wanneer trekken de eerste bewoners in de huizen?
“De oproep voor extra subsidies kwam op een goed moment in het ontwerptraject van het project en dat heeft zeker zijn vruchten afgeworpen. Gezien er ook wat studiewerk nodig is voor de omgevingsaanleg, kon onze herwerking van het ontwerp binnen de grotere planning van het project blijven. In januari kunnen we vermoedelijk dan ook de bouwvergunning aanvragen. We moeten dus niemand langer laten wachten dan nodig. Ik hoop vooral dat we er met ons project in slagen om van duurzaam bouwen ook in de sociale woningbouw de standaard te maken.”