Er is wel degelijk een breed draagvlak voor duurzame mobiliteit
Zone 30, verkeersfilters, een nieuwe fietsverbinding ... daar is helemaal geen draagvlak voor.” Het is een riedeltje dat we de voorbije jaren steevast horen uit de mond van beleidsmakers. En dat heeft veel, zo niet alles, te maken met het gebrek aan data over de mening van Vlamingen met betrekking tot mobiliteit en duurzame mobiliteit in het bijzonder.
Het Onderzoek Verplaatsingsgedrag, dat de Vlaamse overheid sinds 1994 uitvoert, geeft ons immers alleen een duidelijk zicht op de feiten: over hoe de Vlaming zich vandaag effectief verplaatst. Om een modal shift te kunnen realiseren, moeten we echter ook weten wat mensen verlangen. Daar geeft Mobiel 21 nu een antwoord op met een grootschalige enquête, bij 2.000 respondenten. En de conclusies zijn helder: er is wel degelijk een breed draagvlak voor duurzame, moedige beleidskeuzes. Ons onderzoek toont aan dat de Vlaming goed beseft waar de prioriteiten liggen. Niet bij meer of goedkopere elektrische wagens, wél bij betrouwbaar openbaar vervoer en veilige infrastructuur voor actieve weggebruikers.
Uit een lijst met negen opties kozen respondenten hun drie favoriete lokale mobiliteitsmaatregelen. ‘Fietspaden aanleggen en verbeteren’ (68%) en ‘Alle haltes en stations voor iedereen toegankelijk maken’ (48%) steken daar bovenuit. Daarna volgen nog twee maatregelen die een vierde van de respondenten aanduidt: ‘De snelheid in woonwijken verlagen naar 30km/u’ en ‘Investeren in meer handhaving (flitspalen, trajectcontroles, politie op straat…)’. De minst aangeduide maatregelen zijn ‘Het aanbod deelauto’s verhogen’ (8%), ‘Snelheidsremmers aanleggen (verkeersdrempels, wegversmallingen…)’ (14%) en ‘Circulatieplannen opstellen met meer enkelrichtingsstraten en knips voor auto’s’ (14%).
Vrouwen (56%) duiden vaker dan mannen (41%) aan dat haltes en stations voor iedereen toegankelijk moeten worden. Ook het inkomen van de respondenten speelt een rol. 60% van wie een inkomen heeft van minder dan 2.300 euro per maand duidt deze maatregel aan. Van wie meer dan 5.000 verdient is dit nog 36%. Bij de keuze voor meer en betere fietspaden is er een gelijkaardig genderverschil. Vrouwen (70%) duiden dit vaker aan dan mannen (65%). Deze maatregel blijkt ook vaker de favoriet bij hoger geschoolden en mensen met een hoger inkomen.
Hoe dan ook, de nieuwe bestuursploegen, zowel nationaal, regionaal als lokaal, die straks aan hun ambtstermijn beginnen, weten vanaf nu waar de prioriteiten moeten liggen. We roepen hen dan ook op om over hun eigen schaduw heen te springen en te gaan voor beleid dat de Vlaming echt wil en nodig heeft.