Geen bijkomende opmerkingen over knip groenestroomcertificaten
In het tweede advies van de Raad van State worden geen opmerkingen gemaakt over de nieuwe motivering van de Vlaamse regering in haar ontwerpdecreet over de groenestroomcertificaten. In haar tweede advies verwijst de Raad louter naar haar eerder advies en neemt ze akte van de wijzigingen die de Vlaamse regering doorvoert en ‘dat hiermee wordt beoogd tegemoet te komen’ aan de eerdere opmerkingen van de Raad van State. Dat is de gangbare adviespraktijk. Op de doorgevoerde wijzigingen worden geen bijkomende opmerkingen gemaakt.
Om het dossier verder dicht te timmeren, schakelde Vlaams minister van Energie Zuhal Demir met Jurgen Vanpraet en Marc Uyttendaele twee extra grondwetspecialisten in om het gemaakte onderscheid op basis van de Europese staatssteunregels nog degelijker te motiveren en de regering te adviseren. Demir zal het dossier weldra voor een definitieve goedkeuring op de agenda van de ministerraad plaatsen.
In het eerste advies van de Raad van State oordeelde deze dat er geen sprake is van contractbreuk uit hoofde van de overheid ten aanzien van de ontvangers van de groenestroomcertificaten. De Raad van State bevestigde bovendien dat het systeem inzake groenestroomcertificaten gepaard gaat met staatssteun, wat door sommigen in twijfel werd getrokken. Daarnaast stelde de Raad eveneens dat overcompensatie moet worden beschouwd als een verboden staatssteun. De Raad sprak zich wegens het ontbreken van de nodige technische kennis niet uit over de mate waarin er overcompensatie plaatsvindt. Niettemin versterkt Demir het dossier met uitgebreide berekeningen van de overcompensatie die in Vlaanderen gebeurde.