Gezonde lucht en tuin bepalend voor leefkwaliteit van Vlaming
Een goede luchtkwaliteit en een eigen tuin zijn voor een Vlaming de belangrijkste aspecten voor de bepaling van de eigen leefkwaliteit. Ook stilte en netheid in de eigen buurt, een frisse natuurlijke geur, voldoende veilige voet- en fietspaden en groene landschappen zijn erg bepalend voor de leefkwaliteit op de woonplaats van de Vlaming. Dat blijkt uit een studie van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie die polste naar de perceptie die Vlamingen hebben van hun milieugerelateerde leefkwaliteit.
Er zijn verschillende facetten die elk mee de leefkwaliteit bepalen: gezondheid, inkomen, woning, sociaal netwerk, werk, leefmilieu, ' In de studie wordt gekeken naar de leefkwaliteit van mensen in Vlaanderen wat hun leefmilieu betreft. Een goed leefmilieu vormt namelijk een zeer belangrijke basis voor een goede gezondheid.
De Vlaming geeft op een schaal van 0 tot 10 gemiddeld een milieutevredenheid aan van 6,6 met betrekking tot zijn of haar woonomgeving. Er zijn geen significante verschillen in tevredenheid over de leefkwaliteit tussen lager en hoger opgeleiden. De tevredenheid blijkt bovendien toe te nemen met de leeftijd.
Opvallend: burgers met een eigen tuin zijn duidelijk meer tevreden over hun leefkwaliteit dan burgers zonder tuin. Een goede luchtkwaliteit en een eigen plek buiten, staan op de eerste en de tweede plaats. Een eigen plek buiten, blijkt bovendien enkel grote invloed te hebben als die plek ook 'groen' is. De grootte doet er minder toe.
Opvallend is dat de respondenten een erg uitgesproken mening hebben over een tuin: hoewel de meerderheid (67%) een eigen of gedeelde tuin (zeer) belangrijk vindt, is er ook een relatief grote groep (18%) die dat niet belangrijk acht. In de afweging van een eigen tuin ten opzichte van een bos, park of natuurgebied op het openbare domein in de buurt kiest toch 70% van de ondervraagden voor die eigen tuin. De tuin krijgt vooral de voorkeur omwille van de rust, de vrijheid (zelf beslissingen nemen, geen rekenschap afleggen), het zicht op groen en het gemak om snel even buiten te kunnen zonder zich te verplaatsen.
De Vlaming geeft op een schaal van 0 tot 10 gemiddeld een milieutevredenheid aan van 6,6 met betrekking tot zijn of haar woonomgeving.
Uit een lijst met nakende milieuproblemen zou de helft van de respondenten een sterk dalende luchtkwaliteit het allerergste vinden. Daarnaast valt op dat de Vlaming op dit moment nog vrij tevreden is over groen en natuur in de woonomgeving, maar hiervoor vreest in de toekomst. Hij geeft aan dat hij dit het meest zou missen mocht het er niet meer zijn. Dit duidt volgens de onderzoekers op een kantelpunt, waaruit men kan afleiden dat de bebouwde en verharde ruimte best niet meer toeneemt en er aandacht gaat naar groene infrastructuur.Naast het feit dat de objectieve luchtkwaliteit kan verbeteren door het verkeer te beperken, toont deze studie ook aan dat de luchtkwaliteit zoals mensen ze percipiëren, verbeterd kan worden door het verkeer van auto's, vrachtwagens en bussen minder zichtbaar te maken in het straatbeeld en door meer groen te voorzien in de leefomgeving.