Groene golf waait ook door de bouw
Het ecologische reveil, dat reeds bleek uit de resultaten van de voorbije gemeenteraadsverkiezingen, het recente klimaatprotest onder jongeren (#youthforclimate) en de klimaatmarsen, golft ook over de bouw. 80% van ons woningpark dateert van vóór 1985 en is dus niet energie-efficiënt uitgerust. Deze 5,5 miljoen woningen veroorzaken 40% van alle uitstoot van broeikasgassen, waardoor ons woningpark veel meer consumeert dan in onze buurlanden, en zijn dus forse vervuilers.
De aangewezen oplossing is die woningen te renoveren of zelfs te slopen en herop te bouwen. Helaas zal de koopkracht de komende jaren niet sterk toenemen: uit prognoses van investeringsgroep Candriam blijkt dat de groei in ons land tussen vandaag en 2034 jaarlijks rond de 1% zal schommelen. Die beperkte groei hangt af van twee factoren: het aantal werkende mensen en de productiviteit. Dat demografische probleem manifesteert zich vooral in Duitsland en minder in België en die zwakke demografische groei kan opgevangen worden door een hogere productiviteit. Fundamenteel blijft de koopkracht echter de vector voor de financiering van werken. Gezien de kleine groei (en dus de beperktere inkomsten voor de overheid en de beperkte koopkracht voor de consument) zullen we innovatief moeten tewerk gaan en gedurfde keuzes moeten maken. De bouw heeft hierin zeker zelf een rol te spelen, maar in eerste instantie hebben de beleidsmakers de verantwoordelijkheid om op te treden.
Keuze tussen wagen- of bouwbudget
De Confederatie Bouw suggereert zelf een aantal maatregelen, met als eerste opvallend voorstel de keuzemogelijkheid tussen een wagen- of een bouwbudget. Het fiscale gunstregime voor bedrijfswagens kost de overheid jaarlijks 4,7 miljard € aan gederfde inkomsten en maatschappelijke kosten, zo becijferden de Europese Commissie en het Federaal Planbureau. Hiermee subsidieert de overheid eigenlijk de stedelijke exodus, terwijl kleiner wonen en verstedelijking net twee tendensen vormen die aan belang winnen. Een deel van die 4,7 miljard € kan volgens de Confederatie Bouw ieder jaar veel beter geïnvesteerd worden in het energiezuinig maken van ons woning- en gebouwenpark. Daarom stelt ze voor om werknemers die een bedrijfswagen hebben of normaliter zouden krijgen in hun verloningspakket te laten kiezen tussen een wagen- of een bouwbudget. Met dat laatste budget, dat fiscaal even voordelig is voor werkgever en werknemer als het regime van bedrijfswagens, kunnen werknemers dan een huis energiezuinig bouwen of renoveren en zo ons woningpark versneld verduurzamen inzake energieverbruik.
Dat bouwbudget is bovendien een troef voor jonge werknemers, die er vaak voor kiezen om zo dicht mogelijk bij hun werk te wonen en geen baat hebben bij een bedrijfswagen, maar wel graag zouden ondersteund worden bij het (ver)bouwen van een woonst. Voor werkgevers blijft de loonkost evenzeer getemperd, ongeacht of hun werknemers kiezen voor een wagen- of een bouwbudget. Kortom, deze keuzemogelijkheid is goed voor de werknemer, de werkgever, het milieu en het klimaat en is budgetneutraal voor de schatkist.
Daarnaast is de Confederatie Bouw voorstander van een btw-tarief van 6% voor sloop en heropbouw in heel België. Als een woning in slechte staat bijna volledig gerenoveerd moet worden, kan ze vaak beter worden gesloopt en heropgebouwd. Als bv. het dak en de verwarming in een erbarmelijke staat verkeren, zich vochtproblemen voordoen en nog uitbreidingsplannen gekoesterd worden, is sloop en heropbouw aangewezen. Vandaag kunnen woningen ouder dan tien jaar aan een verlaagd btw-tarief van 6% gerenoveerd worden, maar soms is het om energetische en andere redenen veel beter om oude woningen te slopen en herop te bouwen; zo verbeteren hun energieprestaties aanzienlijk. De btw op sloop en heropbouw bedraagt echter 21%, tenzij in 32 stedelijke gebieden met een verlaagd btw-tarief van 6% voor de sloop en heropbouw van woningen en gebouwen. De Confederatie Bouw vraagt om die maatregel niet te beperken tot een aantal gebieden, maar te veralgemenen voor heel België. Ze wil ook dat deze maatregel wordt uitgebreid tot de verkoop van woningen die na sloop worden gebouwd. Daardoor zouden consumenten niet meer sowieso voor renovatie kiezen omdat sloop en heropbouw hen vandaag btw-matig te duur uitkomt.
In Vlaanderen bestaat ook nog de slooppremie voor wie buiten die stedelijke gebieden woont. Die forfaitaire premie bedraagt 7.500 € voor particulieren die een woning slopen en heropbouwen en voor alle projecten met vergunningen aangevraagd van 1 oktober 2018 tot en met 31 oktober 2019. Deze premie weegt evenwel nog steeds niet op tegen een btw-voordeeltarief van 6%. Zo bedraagt de besparing bij een heropbouw met een bouwkost van 250.000 € tegen 6% btw i.p.v. 21% btw 37.500 € i.p.v. 7.500 € via de Vlaamse slooppremie.
Eco-vriendelijke hypotheek
“Er zal pas een klimaatbeleid zijn als het sociaal zal zijn”, oppert Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw. De bankensector kan een belangrijke rol spelen bij het energie-efficiënt maken van onze woningen en gebouwen door een ecologisch-vriendelijke hypotheek aan te bieden, waarbij de energie-efficiëntie van het goed mee wordt opgenomen in de berekening van de rentevoet. Die rentevoet is dan uiteraard lager bij een hoge energie-efficiëntie. Dat mechanisme moet natuurlijk ook meespelen bij leningen om een woning of gebouw energieperformanter te maken.
De bouw zelf schuift eveneens een aantal maatregelen naar voor die huizen en gebouwen inzake energie-uitstoot veel duurzamer moeten maken. De energietransitie, die zonder de bouw niet zal lukken, is één van de grote maatschappelijke uitdagingen van de komende decennia. De gevolgen van de opwarming van de aarde, veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen, zijn vandaag voelbaar en bij een ongewijzigd beleid is de evolutie helaas voorspelbaar. De inspanningen die tot nu toe werden geleverd om de uitstoot van broeikasgassen te beperken zijn ontoereikend. Er moet dringend actie worden ondernomen.
Zo pleit de bouw voor een ambitieus energieplan met een renovatienorm. Momenteel wordt jaarlijks 0,6% van het bestaande woonpatrimonium gerenoveerd. Door dit veel te trage renovatieritme dreigen woningen en gebouwen nog heel lang een belangrijke bron van schadelijke uitstoot te blijven. Daarom moeten we resoluut gaan voor een ambitieuzere renovatienorm: per jaar moet 2,5% van de bestaande woningen gerenoveerd worden.
Er is nog geen beleid ontwikkeld om de energierenovatie van gebouwen in de sector van de niet-woningbouw te bevorderen of te ondersteunen. Daarom wil de Confederatie Bouw meewerken aan een actieplan voor de energierenovatie van niet-residentiële gebouwen, op alle bestuursniveaus. Een grondige studie van de energetische prestaties van deze gebouwen op de markt moet zo leiden tot een reeks voorstellen voor acties om hun prestaties te verbeteren.
Bouwkosten inperken
Dankzij de digitale revolutie in de bouw kan de sector elk jaar de kosten met 5 miljard € drukken en zou de bouwende consument zijn bouwkosten met 10 tot 15% zien dalen. Dat heeft de sector in belangrijke mate te danken aan BIM, een methode om makkelijk gegevens tussen bouwpartners te delen door gebruik te maken van 3D digitale bouwmodellen. BIM laat toe om allerlei simulaties uit te voeren en de impact ervan meteen te zien. Vermits alle aspecten eerst in 3D getest zijn, worden fouten op de bouwwerf zelf zoveel mogelijk uitgesloten.
BIM maakt zijn opmars in de ganse bouwsector en zal de komende jaren nog aan belang winnen. Ook de Confederatie Bouw heeft hierbij een erg belangrijke rol te spelen: het komt er voor haar op aan om de sector goed te begeleiden in de transitie naar deze nieuwe technologieën zodat bedrijven de meerwaarde van digitale tools op de organisatie en de productie van het werk op de bouwplaats kunnen zien. De digitale transitie zorgt voor automatisering, voor een hogere productiviteit en dus ook een betekenisvolle verlaging van de loonkosten, en voor een verhoogde veiligheid.
De bouw doet zijn duit in het zakje om de bouwkosten te verlagen. Als de overheid er nu via verschillende fiscale maatregelen voor zorgt dat zo ook de kost wordt verlicht, zal de consument ondanks de beperkte groei en toename van zijn koopkracht toch energiezuinig kunnen bouwen en verbouwen. Op die manier maken we ons woningpark een pak energie-efficiënter en schaden we minder het klimaat en het leefmilieu.