'Het (na-)isoleren van de bouwschil vormt de eerste prioriteit'
Meer en beter (na-)isoleren van de bouwschil vormt de eerste prioriteit. Hierbij vormen slim en innovatief isoleren en een betere toepassing van bekende isolatie-oplossingen de sleutels tot het succes. De isolatiesector heeft dan ook nog een mooie toekomst voor zich, beklemtoonde Dr. Georges Timmermans, directeur van de CIR - Isolatie Raad, tijdens de CIR-lunch en jaarlijkse infomeeting in het Brusselse Husa President Park-hotel.
'Met het zomerreces in het vooruitzicht is er een intense samenwerking tussen de politieke kabinetten en de betrokken administraties om veel zaken in beweging te zetten zodat snel overtuigende resultaten voor meer welzijn, economische groei en vernieuwde jobcreatie geboekt kunnen worden. De oppositie eist o.m. dat het door de EU opgelegde besparingsbeleid wat afgezwakt wordt en dat het milieu-, energie- en klimaatbeleid een kordatere invulling krijgt. Het maatschappelijke bewustzijn is groot dat meer energiebesparing kan en moet gerealiseerd worden in de gebouwensector. Door gebouwen veel energiezuiniger te maken, ontstaan prachtige kansen voor de bouwwereld. Het versneld verbeteren van de isolatie- en energieprestaties van gebouwen resulteert niet alleen in minder energiekosten, maar ook in een veel schoner milieu, extra jobs en vooral de comfortverhoging van onze gebouwen. Het biedt alle kansen voor de CIR-leden om hun isolatiebusiness de komende jaren nog uit te bouwen', weet Georges Timmermans.
Deze CIR-lunch en -infomeeting focust op meer en beter isoleren van nieuwe en bestaande gebouwen. De CIR-directeur verduidelijkt de plannen van de nieuwe Europese Commissie m.b.t. de versterkte ambities van het Europese Energie- en Klimaatbeleid 2020-2030, gericht op de aanscherping van isolatie- en energieprestaties. 'De Europese 'Energy and Climate Package' uit 2008 behelst de realisatie tegen 2020 van de Europese 3 x 20%-ambities: 20% minder broeikasgasuitstoot, 20% hernieuwbaar energieaanbod en 20% meer energie-efficiëntie. Die laatste energiebesparingsdoelstelling is evenwel niet wettelijk bindend', meldt hij.
'Nadat de vorige Europese Commissie op 22 januari 2014 in een mededeling een voorstel van doorstart tegen 2030 van het lopende energie- en klimaatbeleid op tafel had gelegd, bepaalde de Europese top van staats- en regeringsleiders op 23 oktober 2014 de krijtlijnen voor 2030. De 3 x 20%-ambities tegen 2020 worden door de Europese Raad aangescherpt in het '2030 climate and energy framework': een juridisch bindende broeikasgasreductie met 40% t.o.v. 1990 via ETS (Emissions Trading System) (zowat - 43%) en non-ETS (ongeveer - 40%) of zowat een verdubbeling en verdrievoudiging van de inspanningen tegen 2020, waarbij de lasten tussen de lidstaten zullen verdeeld worden zoals bij de 2020-aanpak; minstens 27% bindend HE-aandeel (hernieuwbare energie) van het totale EU-energieverbruik, waarbij de lastenverdeling tussen lidstaten politiek bindend zal afgesproken worden via een nauwgezette opvolging van de klimaatplannen per lidstaat t.o.v. energie-efficiëntie + HE + interconnecties; en minstens 27% indicatieve energie-efficiëntie als doelstelling op EU-niveau, te herbekijken tegen 2020 (en eventueel opgetrokken tot 30%) met als referentie BAU 2007 (zoals bij 2020). Alles wordt dus eerder bekeken op EU-niveau en niet meer per land, waardoor pv-panelen gelegd kunnen worden in landen met veel zon en windmolens in lidstaten met veel wind. Voor meer info kan je terecht op http://ec.europa.eu/clima/policies/2030/index_en.htm. In dat 2030-framework komen alleen 'domestic'-maatregelen in aanmerking; het kopen van emissies buiten de EU, bv. in Congo, is dus niet meer opgenomen', verklaart de CIR-directeur.
EU-lidstaat België blijkt de kat nog wat de boom uit te kijken.
Hij wijst erop dat de nieuwe Europese Commissie Juncker de verdere concretisering van die 2030-marsrichting uitwerkt om met (ver)nieuw(d)e Europese wetgeving formeel aansluiting te zoeken bij de 2050-ambitie om in Europa een koolstofarm maatschappijmodel ('carbon-free economy') te realiseren en om in december in Parijs een nieuw bindend mondiaal klimaatakkoord voor na 2020 te kunnen sluiten, met als groot streefdoel om de wereldwijde klimaatopwarming onder 2° C te houden.'Om die 2030-ambities te kunnen realiseren, moeten we in eerste instantie de bestaande 2020-doelstellingen waarmaken. Vanuit de vaststelling dat de vorderingen inzake energie-efficiëntie en energiebesparing erg teleurstellend waren, is de nieuwe Europese Commissie al een tandje aan het bijsteken met een dwingende opvolging van de toepassing van alle bestaande energie-efficiëntiewetgevingen en door extra wetgevende initiatieven in het vooruitzicht te stellen', signaleert Georges Timmermans.
De tendens is om vooral eerst uit te voeren wat gestipuleerd werd i.p.v. nieuwe wetgeving te maken. Omdat zowat 40% van het Europese energieverbruik gelinkt is aan de gebouwensector wordt de tijdige en correcte omzetting in de lidstaten van de EPBD(2010) en EED(2012) nauw in het oog gehouden en worden substantiële boetes vooropgesteld als dat niet gebeurt.
Epc
'In het geval van de herschikte richtlijn Energieprestatie van gebouwen uit 2010 blijkt in vele landen de invoering van het energieprestatiecertificaat (epc) bij de bouw en de verkoop-verhuur van residentiële en niet-residentiële gebouwen vertraging op te lopen, zijn de geldende energieprestatie-eisen nog niet goed afgestemd op wat kostenoptimaal is en vormt de concrete wettelijke invulling van de bijna-energieneutrale bouwverplichting een groot struikelblok. Hoewel België al relatief goed zijn best heeft gedaan, blijft volgens de Europese Commissie nog extra werk aan de EPBD-winkel in de gewesten om alle soorten gebouwen in de epb-regelgeving op te nemen. In het geval van de richtlijn Energie-efficiëntie uit 2012 moet voor de gebouwensector een langetermijnstrategie voor de energetische renovatie van bestaande gebouwen uitgetekend worden en moeten overheidsgebouwen een voorbeeldrol vervullen (en gemiddeld jaarlijks 3% van de vloeroppervlakte aanpakken). EU-lidstaat België blijkt de kat nog wat de boom uit te kijken en zal worden aangemaand om één en ander ambitieuzer, concreter en sneller aan te pakken. Men is wel alles al aan het inventariseren', signaleert de CIR-directeur.
De door de nieuwe Europese Commissie op 25 februari 2015 voorgestelde 'Energy Union Package' is op de Europese top van staats- en regeringsleiders van 19 maart 2015 onderschreven voor verdere uitwerking. Hierbij zweert men bij 'energy efficiency first', waarbij op wetgevend vlak eerst moet getracht worden om de energievraag te drukken vooraleer te kiezen voor bijkomende energieproductiecapaciteit. Dat is heel positief voor de bouw- en de isolatiesector.
'De Europese Commissie voorziet in het actieplan van de betrokken 'Road Map Energy Union' al een 'revision' van de EED(2012) en de EPBD(2010). Daarover komt op korte termijn een 'Public Consultation' en de Europese Commissie legt tegen september een herschikt EED-voorstel en in 2016 een herschikte EPBD op tafel. Met zo'n 'Recast van de Recast EPBD' wil de Europese Commissie de richtlijn Energieprestatie van gebouwen een maximale en ambitieuze invulling geven', stipt de CIR-directeur aan.
De komende jaren zal volgens hem bijgevolg nog meer ingezet moeten worden op minstens kostenoptimale gebouwen met een uitstekend geïsoleerde en luchtdichte bouwschil. Bij (ver)nieuwbouw zullen lage tot zeer lage U-waarden resulterend in een ultralaag globaal isolatiepeil (< K20) nog meer de norm vormen. De grootste uitdaging bestaat erin om met de tijd alle types bestaande gebouwen energetisch te optimaliseren. Bij die energetische renovatie in al haar vormen, van eenvoudige (bv. na-isolatie van de buitenmuur) over grondige (bv. totaal geïntegreerde na-isolatie van de bouwschildelen) tot ingrijpende renovatie (met stedenbouwkundige vergunning), komt het erop aan om het na-isoleren van de gebouwschil als eerste prioriteit te verplichten.
Georges Timmermans huldigt tevens Wilfried Bieseman, die vorig jaar met pensioen ging, en communicatieverantwoordelijke Geert Flipts omdat zij de nog steeds bestaande Taakgroep Isolatie bij het Vlaams Energie Agentschap (VEA) hebben opgericht en voort vorm gegeven en daarmee het (na-)isoleren op het voorplan hebben geplaatst en gehouden. Bieseman, volgens Timmermans de geestelijke vader van het Energierenovatieprogramma woningen, het ERP 2020, licht toe hoe één en ander vanuit de VIREG (Vlaamse Instelling voor Rationeel Energiegebruik) in ANRE (Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie), voorloper van VEA, is gegroeid en geëvolueerd. In naam van de isolatiesector overhandigt CIR-ondervoorzitter Ir. Lutgarde Neirinckx, directeur van Styfabel, beiden een attentie.
Tot slot zou CIR-voorzitter Ir. Els Bleus, marketing manager bij Saint-Gobain Isover, de belangrijkste CIR-activiteiten toelichten en aangeven dat CIR als dynamische stakeholder alle medewerking verleent bij de uitwerking en uitvoering van het luik energie-efficiëntie in de regeerprogramma's, waarbij (na-)isoleren de eerste prioriteit vormt. Omdat zij echter afwezig was, presenteerde Georges Timmermans haar toespraak.
Jobs en innovatie
'CIR - Isolatie Raad is reeds 18 jaar het aanspreekpunt bij uitstek voor alle isolatieaspecten inzake energiezuinig en duurzaam bouwen en verbouwen. Alle regeerakkoorden gaan voor een actief economisch herstelbeleid in de legislatuur 2014-2019. Elke regering zet in op het weer aanzwengelen van de (ver)bouwsector als motor van de economie. Bij de uitvoering van de federale en gewestelijke Energie- en Klimaatplannen 2020-2050 wordt een grootschalige verbetering van de energiezuinigheid van het bestaande gebouwenpark beschouwd als een uitgelezen kans voor meer jobs en innovatie, resulterend in veel minder import van fossiele brandstoffen', poneert Els Bleus.
CIR is tevreden dat tussen de drie gewestelijke energie-administraties, in afstemming met de kabinetten van de bevoegde ministers, met het opzetten van een epb-consortium eind 2014 een structureel epb-overleg tot stand is gekomen om gezamenlijk de epb-berekeningsmethodieken te vervolledigen. CIR zal bij verder stakeholdersoverleg volop meewerken om de prioriteiten van verfijning en vereenvoudiging te helpen bepalen. Zo kunnen de technische en wetenschappelijke deskundigen beter rekening houden met de vele terechte bekommernissen van de betrokken bouwactoren bij de isolatie-/energieprestatiebepaling van een gebouw.
CIR is een dynamische partner voor het Renovatiepact 2050.
“CIR is eveneens tevreden dat recent in de NBN-commissie Isolatie werd aangegeven dat er via de gemeenschappelijke operator Sirris-Agoria-WTCB (eindelijk) werk zal van worden gemaakt om op Belgisch vlak de norm-technische onderbouw gelinkt aan de Recast EPBD(2010) van nabij te volgen en waar nodig Belgische toepassingsmodaliteiten te voorzien. De bedoeling moet zijn om in lijn met de Europese CEN-werkzaamheden voor de vernieuwing van de EPBD-normenpackage de drie gewestelijke energieprestatieregelgevingen voort te harmoniseren. Daarmee zou overal in België voor eenzelfde gebouw zowel bij nieuwbouw als bij renovatie een identieke isolatie-/energieprestatie toegekend kunnen worden', oppert de CIR-voorzitter.CIR blijft actief de vele BUtgb-werkzaamheden opvolgen. De succesvolle toepassing van de STS 71-1 Na-isolatie van spouwmuren met al zowat 2.000 VvO's (Verklaringen van Overeenkomstigheid) per maand resulteert in een belangrijke toename van het na-isolatievolume. CIR blijft nauw betrokken bij de opstelling van de STS 71-2 Buitenisolatie en dringt er op aan dat de werkzaamheden voor het opstellen van een specifieke STS Binnenisolatie vrij snel kunnen starten. In BUtgb-verband zullen dan voor alle na-isolatietechnieken van muren ATG's kunnen worden afgeleverd met concrete uitvoeringsrichtlijnen en een specifieke Verklaring van Overeenkomstigheid. CIR vraagt dat elke kwaliteitsaanpak van materialen, gebruiksgeschiktheid en de specifieke vakkennis van de uitvoerder kostengunstig wordt opgezet zodat die garantiebasis voor een grootschalig na-isolatiepremiebeleid niet nodeloos ingewikkeld en te duur wordt.
'De zestiende Isolatiedag op 29 september in Antwerpen bij ie-net vzw, het Vlaamse ingenieursverband, zal gericht zijn op het alsmaar belangrijker wordende thema van de energetische renovatie van bestaande gebouwen. Na-isolatie optimaal integreren in het energiebesparingstraject staat in de belangstelling. Naast de technische haalbaarheid zullen financiering, bewonersgedrag en de vele renovatiebekommernissen aan bod komen', blikt Els Bleus vooruit.
CIR is tevreden dat de federale EPD-databank stilaan uit de startblokken komt. Het betrokken kb legt objectieve minimumvereisten op aan milieuboodschappen van bouwproducten. Daarmee is een 'level playing field' ontstaan voor de milieucommunicatie van bouw- en isolatiematerialen.
CIR wenst dat de beoordelingstools van milieu- en duurzaamheidsaspecten van bouwproducten en gebouwen technisch objectief zijn, zonder ongefundeerde bevoordeling van materialen en technieken.
'CIR is een dynamische partner voor het Renovatiepact 2050, het ambitieuze vervolgtraject voor het Vlaamse Energierenovatieprogramma 2020, de Waalse 'PEB feuille de route 2014-2020' en de concretisering van het 'Brussel Passief 2015'-opzet. Onze organisatie is ervan overtuigd dat alle sectoren belang hebben bij een ambitieuze invulling van de ben-definitie, zowel voor de stedenbouwvergunningsplichtige (ver)nieuwbouw als voor de gewone en grondige stapsgewijze renovatie. Het pleit er ook voor om het K-peil als globale isolatieprestatie van de bouwschil te blijven honoreren en voor de 'bijna-nulenergie(ver)nieuwbouw' het K20-peil en doorgedreven bouwschilisolatie in het vooruitzicht te stellen. CIR is voorstander om bij de energetische renovatie van gebouwen altijd eerst de bouwschilaspecten centraal te stellen met het maximaal na-isoleren van alle bouwschildelen als eerste prioriteit. Alleen zo maken de ambitieuze energie- en klimaatplannen een kans om tegen 2050 tot een gebouwenpark te komen dat 90% minder CO2eq uitstoot', benadrukt de CIR-voorzitter.
Er zijn vele wegen naar Rome. CIR steunt actief de IWT-onderzoeksinitiatieven gelinkt aan energiebesparing in gebouwen zoals RenoFase en Thermografie. De Isolatie Raad gaat in onderaanneming meewerken aan het TETRA-project Kmo Reno, een projectvoorstel van de onderzoeksinstellingen Odisee in Aalst, de KU Leuven Technologiecampus in Gent en het WTCB in Limette dat focust op de thermische upgrading van de bouwschil van kmo-gebouwen. De resultaten zullen benut kunnen worden zodra de epb-wetgeving volop van toepassing wordt in de sector van commerciële en industriële gebouwen.
CIR wil ook dat het Marshalplan 4.0 met de energie-efficiëntie van gebouwen als prioritaire maatregel in het kader van Energie - Circulaire Economie er alles aan doet opdat de renovatie in het Waalse Gewest het succes van het Ecopack-initiatief (met renteloze energieleningen) zal verlengen, gebaseerd op aanmoedigende energiepremies om jobcreatie en het milieubehoud te verzekeren.
'De zesde staatshervorming legt de REG-bevoegdheid bij de regio's. Niettemin wenst CIR dat de federale regering hierbij betrokken blijft en de gewesten helpt om hun eigen alternatief van 'groene fiscaliteit' te ontwikkelen. De isolatiesector herkent zich in een benadering waarbij strikte (isolatie-)eisen worden gevraagd in ruil voor een financiële bijdrage. CIR dringt erop aan dat bij elk premiebeleid de principes van de Trias Energetica nauwgezet blijven gevolgd worden, met als eerste prioriteit het maximaal isoleren van de bouwschil. We herhalen dat een ambitieus gewestelijk isolatiepremiebeleid voor dak-, muur- en vloerisolatie noodzakelijk blijft bij het uittekenen van een verstrengingspad op lange termijn voor het isolatie- en energieprestatiepeil van de gebouwen. CIR vraagt extra financiële middelen om de energiebesparende ingrepen voor een versnelde bouwschilrenovatie van het bestaande gebouwenpark te helpen waarmaken', beklemtoont Els Bleus.
Haar organisatie steunt elke actie die streeft naar nog veel beter geïsoleerde huizen. De isolatiesector blijft overigens ondanks de moeilijke bouwmarkt groeien, met meer isolatie in steeds grotere isolatiediktes. Slim en innovatief isoleren en vooral een betere toepassing van bekende isolatie-oplossingen met zeer hoge thermische weerstand zijn hierbij de sleutels tot het succes.
'Tijdens de komende maanden zal CIR nog meer een actieve betrokkenheid van zijn achterban vragen om een nog actievere en meer onderbouwde stakeholdersbetrokkenheid te kunnen garanderen zodat we het prioritaire belang van isoleren kunnen omzetten in extra isolatiebusiness', belooft zijn voorzitter. - JL