Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Duurzaamheid

Het stikstofarrest van de RvVb: het Vlaamse stikstofbeleid op losse schroeven?

Sinds 2014 werkt de Vlaamse regering aan een Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), en dit op aangeven van Europa. Vlaanderen erkende zo dat heel wat natuurgebieden te veel stikstof bevatten, en dat daar iets aan moet gebeuren. Een definitieve PAS is er op heden evenwel nog steeds niet.

Het stikstofarrest
In tussentijd werd wel een omzendbrief uitgevaardigd waarin handvaten staan voor vergunningverlenende overheden wanneer zij in het kader van vergunningsaanvragen voor projecten een ‘passende beoordeling’ dienen te maken op grond van de regelgeving inzake natuurbehoud- en bescherming. (1)
 
Concreet en heel kort samengevat wordt in de omzendbrief (hoewel die slechts softlaw is) vooropgesteld dat gewerkt moet worden met drempels.
 
De ‘significantiedrempels’ geven drempelwaarden aan voor de bijdrage (in %) van een individueel project op de kritische depositiewaarde (KDW) van stikstof in een bepaald habitat. De KDW is de hoeveelheid stikstof dat een bepaalde habitat kan opnemen zonder daarvan negatieve gevolgen te ondervinden.
 
Bij een vergunningsaanvraag wordt elk individueel project aan die significantiekaders onderworpen en afgetoetst. Afhankelijk van het aandeel stikstof dat het project bijdraagt aan de KDW kan de vergunning worden verleend of moet ze geweigerd worden.
Op die manier werd al jaren gewerkt in Vlaanderen.

RvVb 25 februari 2021

De Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) heeft in haar arrest van 25 februari 2021 evenwel brandhout gemaakt van die manier van werken. (2)
 
De Raad vernietigde een omgevingsvergunning die in december 2019 verleend was door de Vlaamse minister aan een bestaande pluim- en rundveehouderij in Kortessem voor diens uitbreidingsplannen.
 
Het bedrijf in kwestie lag op 400 meter van een natuurgebied (Habitatrichtlijngebied dat overlapt met een VEN-gebied). De minister had geoordeeld in haar vergunning dat de ammoniakemissie van het bedrijf verzurende en vermestende effecten op bestaande habitats heeft, maar dat de bijdrage van de inrichting aan de zogenaamde “kritische last” kleiner is dan 5% en er bijgevolg voldaan was aan het beoordelingskader (via voornoemde drempels) van de omzendbrief. Hierdoor werd de vergunning verleend.
 
De Raad is veel strenger, en is van mening dat de minister met die beoordeling, die gesteund is op het zogenaamde voorlopige PAS-kader in de omzendbrief, niet voldoende onderzoekt of de veehouderij al dan niet een risico op aanzienlijke gevolgen voor het nabijgelegen habitatrichtlijngebied heeft. Louter verwijzen naar de drempelwaarden van de PAS volstaat volgens de Raad niet om het project uit te sluiten van een concrete beoordeling van de betekenisvolle effecten op de nabijgelegen natuur (cfr. artikel 36ter Natuurdecreet).
 
Verder overweegt de Raad dat de minister niet concreet onderzoekt en motiveert waarom het vergunde project geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN-gebied zal veroorzaken (artikel 26bis Natuurdecreet).
 
Het arrest zet op die manier het huidige beoordelingskader inzake stikstof dat werd aangewend in Vlaanderen op losse schroeven.
Het gevolg is op heden vooral veel onduidelijkheid wanneer er een vergunningsaanvraag moet worden ingediend voor een project van redelijke omvang in de nabijheid van een natuurgebied: hoe zal de vergunningverlenende overheid nu gaan oordelen?
 
In Nederland heeft zich een gelijkaardige situatie voorgedaan nadat de Nederlandse Raad van State ook het Nederlandse stikstofbeleid op de helling zette. Gevolg was daar dat heel wat projecten stilgelegd werden. De draagwijdte en de concrete gevolgen van het arrest van de Raad in Vlaanderen moeten nog duidelijk worden, maar in verschillende sectoren wordt toch gevreesd voor onzekerheid bij bouwprojecten die een extra uitstoot veroorzaken.
 
In afwachting van een definitieve oplossing werd intussen wel een tijdelijke regeling uitgewerkt voor de vergunningsverleners via een ministeriële instructie (instructie betreffende de beoordeling van de stikstofuitstoot van vergunningsaanvragen betreffende projecten of activiteiten met mogelijke betekenisvolle effecten op de habitatrichtlijngebieden). In afwachting van een definitief PAS-kader wordt bovendien (verder) ingezet op een aantal maatregelen om onmiddellijke stikstofreducties te realiseren. Zo wordt onder meer de handhaving versterkt en wordt inzake bemesting de bestaande afwijking om op een perceel tot maximaal het dubbele van de hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest op te brengen, beperkt tot maximaal 125%.

Prof dr. Steven Van Garsse, U. Antwerpen en U. Hasselt, Partner Equator Advocaten Antwerpen/Brussel
Mr. Anouck Vanermen, advocaat, Equator Advocaten Antwerpen/Brussel
www.eqtr.be
 
(1) Omzendbrief van 20 februari 2015 betreffende de toepassing van de op grond van artikel 36ter, §3 en §4, van het Natuurdecreet opgelegde beoordeling van vergunningsaanvragen betreffende projecten of activiteiten met mogelijk betekenisvolle effecten voor speciale beschermingszone (LNE/2015/1), nadien licht gewijzigd door de Omzendbrief van 6 september 2017 over de toepassing van de op grond van artikel 36ter, § 3 en § 4, van het Natuurdecreet opgelegde beoordeling van vergunningsaanvragen betreffende projecten of activiteiten met mogelijk betekenisvolle effecten voor speciale beschermingszones (OMG/2017/01).
 
(2) RvVb 25 februari 2021, nr. RvVb-A-2021-0697.

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten