Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Duurzaamheid

“Iedereen zal zijn steentje moeten bijdragen voor het klimaat”

Als we het echt ernstig voorhebben met het klimaat zal iedereen zijn bijdrage moeten leveren. Daarnaast zijn de klimaat- en elektriciteitsobjectieven vandaag onhaalbaar zonder nucleaire productie tenzij enorme opslagcapaciteiten ter beschikking kunnen worden gesteld. Dat bleek tijdens het recente colloquium ‘De energiesector in transitie’ van Pro Flandria in de promotiezaal van de KU Leuven.

milieu hoofdfoto

Prof. dr. Eric van Walle, behalve deeltijds hoogleraar Kernfysica aan de KU Leuven ook research associate aan de Princeton University (New Jersey), is tevens sinds 2006 directeur-generaal van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol. Zijn expertise is de veiligheid van de kuipen van kernreactoren. “Kernenergie heeft in België een hoofdaandeel in elektriciteit. We hebben zeven kerncentrales, vier in Doel en drie in Tihange, gebouwd tussen 1975 en 1985 (generatie 2) en goed voor 5.920 MWe. De Belgische energiemix bestond in 2017 voor 58% uit kernenergie, 32% uit fossiele en andere energie, 5,5% uit zonne-energie en 4,5% uit windenergie. Fossiele en andere energie vertegenwoordigt 94% van de CO2-uitstoot, kernenergie 4,5%, zonne-energie 1% en windenergie 0,5%. Fatih Birol, Chief Economist van het International Energy Agency, signaleerde dat kernenergie een hoeveelheid energie is die je steeds nodig hebt, geproduceerd in het land zelf met een gewaarborgde zekerheid van levering en zonder CO2-emissie. Hij noemde dit belangrijke voordelen”, verklaart hij.

Prof. dr. van Walle noemt de elektriciteitsproductie in België een “gevoelige” mix die sterk afhankelijk is van het nucleaire aandeel. Toen de centrales tussen 2012 en 2014 uitvielen, was er een tekort en een importpiek vanuit het buitenland. De netto import van elektriciteit in België is volgens de FEBEG (Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven) sterk gedaald van 21% in 2015 naar 7% in 2016.

LTO

“De nucleaire phase-out in België is een Belgisch verhaal. In 2003 werd de wet op de nucleaire phase-out na veertig jaar operatie gestemd. Doel 1 en Doel 2 zouden moeten sluiten in 2015 en de andere kerncentrales tussen 2022 en 2025, met een clausule die afwijking toestaat in het geval van bevoorradingstekorten. In 2012 werd de phase-out wet bevestigd, maar Tihange 2 krijgt extra tien jaar Long Term Operation (LTO) tot 2025. De sluiting van Doel 1 en 2, voorzien in 2015, werd na veertig jaar operatie bevestigd. Doel 3 en 4 en Tihange 2 en 3 mogen voortdoen tot 2025 en de stop werd na veertig jaar operatie bevestigd. Tussen 2012 en 2015 waren Doel 3 en Tihange 2 deeltijds down en was een integriteitsevaluatie door H-vlokdetectie gepland; men vermoedde in Doel 4 sabotage. In 2016 kregen Doel 1 en 2 tien jaar LTO tot 2025. In 2018 wordt met het Energiepact de phase-out bevestigd en wordt de deur op een kier gezet voor een “beperkte” LTO. Tussen 2003 en 2018 blijft de nucleaire phase-out wet dus behouden, maar blijft de deur op een kier. Wat gebeurt na 2025 als alle kerncentrales gesloten zijn? De verhoging van ons intermittente aandeel kan in 2025 nooit de baseload dekken. Meer gascentrales voorzien vergt een dure investering en leidt tot de invoer van gas, een substantiële CO2-verhoging en een verhoging van de CO2-taksen. Of moeten we meer elektriciteit invoeren vanuit het buitenland?”, vraagt hij zich af.

Geopolitiek is er een link tussen energieroutes en gewapende conflicten. Landen “that don’t have it” lopen een risico voor hun energiebevoorrading; ze zijn immers sterk afhankelijk van gasprijzen als ze zelf geen gas hebben. Nucleaire voorraden (uranium) zijn in overvloed in “veilige” landen.

“Er zijn 448 commerciële kerncentrales in 31 landen. Hun ongeveer 400 GWe vertegenwoordigt 11% van de elektriciteit wereldwijd. We zien een ouder wordende vloot van kerncentrales. Kerncentrales ouder dan veertig jaar zijn in LTO. In de USA is LTO enkel twintig jaar mogelijk, er is een officiële vaststaande procedure gepresenteerd in een boekje en er is geen politieke inmenging in het dossier; daar biedt men dus duidelijke vooruitzichten. In de USA werkt men aan een licentievernieuwing van veertig tot zestig jaar; ongeveer 95% van de kerncentrales zullen een verlenging krijgen. 85 van die kernreactoren hebben een levensduurverlenging gekregen. In Europa varieert LTO dan weer per land, van twintig jaar in bv. Nederland, Hongarije, het Verenigd Koninkrijk en Finland tot geen verlenging van de kerncentrales in Duitsland”, signaleert de directeur-generaal van het SCK.

Hij bestempelt de reactorkuip, eigenlijk een drukpan waarvan de wand heel sterk moet zijn, als de kritische onvervangbare component. De levensduur van een kerncentrale wordt “in fine” bepaald door de mogelijke overschrijding van de veiligheidslimiet van dat wandmateriaal.

Bij Doel 3 en Tihange 2, 45 en 46 jaar oud, is de curve voor het wandmateriaal hoger door de opgelegde veiligheidsmarge. Bij Doel 4 en Tihange 3 liggen die curves nog veel hoger en kunnen de wanden probleemloos zestig, tachtig en zelfs honderd jaar meegaan.

“Inzake LTO stelde Wouter De Geest van BASF: “Ofwel gaan we massaal energie invoeren uit het buitenland ofwel beginnen we vandaag nog met het ontwerp, de inplanning en de bouw van negen gascentrales, die overigens een fikse extra CO2-uitstoot hebben. Geen van die zaken gebeurt. Mathematisch kunnen we bijna niet meer anders dan voor de minimale nucleaire optie kiezen: een geleidelijke overgang, waarbij de zekerheid van levering en prijs centraal staat. Tenzij we de facto onze industrie opgeven.” Er zijn wereldwijd ongeveer zestig reactoren onder constructie en 170 gepland. De minderheid is gesitueerd in West-Europa: Finland, Frankrijk en het VK. We zien een stijgende trend in voormalig Oost-Europa, China, Rusland, India en de Emiraten met het streven naar een mix. De trend zal ook toenemen met de ontwikkeling van Small Modular Reactors (SMR’s) in bv. weinig bevolkte gebieden en is overal substantieel stijgend, maar slechts in beperkte mate in West-Europa”, signaleert prof. dr. Eric van Walle.

Hij voorspelt dat 40% extra van de wereldbevolking tegen 2030 elektriciteit zal hebben en dat de wereldwijde vraag naar energie tegen 2050 zal verdubbelen. “De energie-uitdaging voor deze planeet is dat ‘kernenergie behoort tot het evenwicht om de klimaatverandering te controleren’. “Zelfs al hebben we in bijna dertig jaar geen grond gebroken op een nieuwe kerncentrale, dan nog blijft kernenergie onze belangrijkste brandstofbron die geen koolstofuitstoot produceert… Om te beantwoorden aan onze groeiende energiebehoeften en om de ergste gevolgen van de klimaatverandering te voorkomen zullen we ons aanbod van kernenergie moeten verhogen. Zo eenvoudig is dat”, opperde de toenmalige Amerikaanse president Barack Obama in 2010. Vandaag zijn de meeste bronnen niet-emissievrij. Investeer in alle beschikbare emissievrije vormen. Het gaat om een én-verhaal en een zoektocht naar opslag. We mogen geen ‘silver bullet’ verwachten waarmee dit probleem van vandaag op morgen zal opgelost worden”, meent de directeur-generaal van het SCK.

In Duitsland vervangen olie, gas, steenkool en bruinkool kernenergie. Tegen 2022 moeten nog zeven CO2-vrije kerncentrales gesloten worden, maar de CO2 neemt in Duitsland toe. Er zijn ook transmissieproblemen (wind in het noorden en zon in het zuiden) en ‘balancing’-problemen (hoge kost). Andere pijnpunten zijn de belangrijke verhoging van de elektriciteitsprijs onafhankelijk van subsidies en de enorme subsidies voor wind en zon (28 miljard € in 2017 en elk jaar 3 miljard € extra). Vandaar de uitspraak: “Duitsland kiest voor bruinkool tot 2045.”

“Er zijn verschillende elektriciteitsproductiemodellen voor de planeet voor de reductie van emissie met x% tegen 2050. Welk ernstig scenario ook wordt voorgelegd, de klimaat- en elektriciteitsobjectieven zijn onhaalbaar zonder nucleaire productie tenzij heel grote opslagcapaciteiten beschikbaar worden. “De wetenschap heeft gesproken. Er is geen dubbelzinnigheid in de boodschap. Stop alle productie van fossiele energie tegen 2100 ten voordele van hernieuwbare en kernenergie”, bezwoer de Zuid-Koreaanse secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon op 2 november 2014 in Kopenhagen, toen hij de lancering van het door hemzelf als “historisch” bestempelde IPCC-rapport (Intergovernmental Panel on Climate Change) bijwoonde”, vertelt prof. Eric van Walle.

Hij ziet voor het nucleaire twee grote problemen: er zijn al ongelukken mee gebeurd en je moet een oplossing hebben voor het nucleaire afval. Tussen 1979 en 2011 vonden drie nucleaire accidenten plaats. In de EU moesten stresstests op ‘alle’ Europese kerncentrales worden uitgevoerd, inclusief testreactoren en actieve nucleaire infrastructuren. De te nemen maatregelen
waren echter niet ‘bepalend’ voor de veiligheid.

De spreker vermeldt een oplossing voor het Belgische hoogactieve langlevende afval. “Veertig jaar kernafval hebben geleid tot 4.500 m³ hoogactief langlevend afval of een voetbalveld van 1 m hoog. De wetenschappelijke oplossing, ook als iets vrijkomt, is berging in diepe kleilagen die het absorberen en vasthouden, maar hoe diep: 200 m, 400 m, …? Het blijft radiotoxisch gedurende zowat 300.000 jaar. Kan onze
maatschappij leven met deze oplossing of kan dit geoptimaliseerd worden?”, vraagt hij zich af.

MYRRHA

“De betere oplossing voor bestaande ‘gebruikte nucleaire brandstof’ en toekomstig gebruik, waaraan we in Mol werken, zijn snelle reactoren om de radiotoxiciteit te verlagen. Het MYRRHA-project (Multi-purpose Hybrid Research Reactor for High-tech Applications), een loodgekoelde reactor annex deeltjesversneller die het SCK tegen 2023 in gebruik wil nemen op zijn terreinen in Mol als opvolger van de BR2-onderzoeksreactor, wil demonstreren dat de nucleaire erfenis van collectief afval veilig ‘verbrand’ kan worden en een kortere levensduur kan krijgen”, poneert de directeur-generaal van het SCK.

Hij bekijkt de volgende generatie kernenergie in de wereld. GEN II, III en III+ kunnen functioneren tot 2090-2100 met de bestaande technologieën en materialen; het (politieke) bewind en de industrie zijn de beperkende factoren. In België leven we in de generatie II. “Snelle neutronen met nieuwe materialen, in de o&o-fase, maken opgang. Gaan we naar kleine modulaire reactoren (Small Modular Reactors, SMR’s)? De toekomst is aan die snellere reactoren, waardoor we minder afval gaan produceren. Kleinere reactoren dan Doel kunnen dienen als alternatief voor de grotere. Ze zijn modulair (je kan er tot tien na elkaar bouwen) en inherent veilig. Tot deze thermische SMR’s met een licentie tegen 2020 behoren een Amerikaans, Zuid-Koreaans, Russisch en Frans systeem.

“Toshiba en TerraPower willen een reactor bouwen die niet moet bijgetankt worden gedurende honderd jaar. De marktgrootte van SMR’s zal ook snel stijgen, van 200 eenheden (20 GWe) in 2025 tot zowat 800 benodigde eenheden tegen 2035. Ze zijn ook betaalbaar. De ultieme oplossing, de fusiereactor, zal commercieel echter niet voor deze eeuw zijn”, oppert prof. dr. van Walle.

Kernenergie zal volgens hem een rol blijven spelen in de elektriciteitsgeneratie. “Een mix in energiebronnen is noodzaak, ‘baseline’ elektriciteit is een must. Wereldwijd zullen LTO en nieuw gebouwde reactoren de nucleaire component in die mix verhogen. Is het in België een ‘mission impossible’ om nucleair te sluiten tegen 2025 of zijn er nog mogelijkheden voor LTO? Het verminderen van fossiele brandstof kan het emissievrije nucleaire aandeel verhogen. En een afvaloplossing bestaat, maar de huidige kernenergiecentrales creëren een langetermijnerfenis”, meent de directeur-generaal van het SCK.

Kernenergie betreedt volgens hem ook een duurzame era met snelle neutronensystemen, wat leidt tot een minimalisatie van de afvalstromen in levensduur, toxiciteit en warmte, de verhoging van de energie-efficiëntie, de niet-proliferatie en de veiligheid, en de nood aan ‘snelle’ reactoren om fusiereactoren te bereiken. En tot slot heeft kernenergie een toename aan relevante sociëtale toepassingen.

“Het onbemande onderzoeksvoertuig Curiosity op Mars heeft een nucleaire batterij aan boord die de verwachtingen zelfs overtreft. Een dergelijke batterij werkt echter niet voor de lander van de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA) Philae die samen met de ruimtesonde Rosetta op weg was naar een komeet, omdat ze op zonne-energie werken. De nucleaire sector werkt ook heel veel rond voedselverbetering in alle aspecten, draagt bij tot de nucleaire geneeskunde en biedt steun aan hernieuwbare energie. De Belgische onderzoeksreactor 2 in Mol is cruciaal voor de invulling van de wereldnood aan radio-isotopen en HQ-halfgeleiders. Hij produceert ongeveer 25% van de medische radio-isotopen wereldwijd”, voegt de deeltijdse hoogleraar Kernfysica aan de KU Leuven er nog aan toe.

Hot item

In zijn afsluitende toespraak stelt Voka-voorzitter Paul Kumpen vast dat het energiethema de jongste maanden steeds meer aan bod kwam in de media. De discussie over de manier waarop we in de toekomst in onze energiebehoeften zullen voorzien werd er steeds opnieuw langs alle kanten belicht, besproken en vooral bediscussieerd.

“Daarbij leek het wel alsof we vorig jaar plots allemaal zijn gaan beseffen dat de vraag naar en de kost van energie zeer belangrijk zijn voor gezinnen, onze ondernemingen, onze competitiviteit en dus ook onze welvaart. Dit debat leidt ons tot het besef dat energie een levensbelangrijke slagader is van onze maatschappij en dat de transitie naar een koolstofarme economie er niet vanzelf zal komen”, weet hij.

De uitdaging is volgens hem immens. Overal buigen de knapste koppen zich over de manier waarop we onze energieomslag kunnen realiseren. Innovatie zal noodzakelijk zijn om de ontbrekende puzzelstukjes in te vullen. Vlaanderen kan hierin zeker een rol van betekenis spelen.

“Nieuwe vormen van energie opwekken, opslaan, transporteren en verdelen worden naarstig onderzocht. Wie op dit vlak een voortrekkersrol kan spelen, heeft de toekomst in handen. De energietransitie brengt nieuwe kansen met zich voor onderzoekers, ondernemers en industriëlen, zeker ook in Vlaanderen. Maar aan deze energietransitie zijn ook kosten verbonden. De discussies over de financiering van de omslag naar hernieuwbare energie zijn ondertussen bekend en de gemoederen lopen daarbij soms hoog op. Nochtans betwist niemand dat deze transitie er wel degelijk moet komen. Ons productiepark is verouderd en nog steeds te vervuilend. Ook wij zijn absoluut vragende partij om naar een duurzaam energiesysteem te evolueren. De Klimaatakkoorden moeten daarbij worden uitgevoerd”, beklemtoont Paul Kumpen.

Voka plaatst wel haar bekommernis over de competitiviteit van de energiefactuur hoog op de politieke agenda. “We moeten te allen tijde waken over een competitief speelveld voor onze Vlaamse ondernemers. Een ambitieus klimaatbeleid moet samengaan met een toekomstgerichte economische visie. Een energiebeleid moet een klimaat voor ondernemerschap kunnen creëren. Daarom zijn we ook tevreden dat een energienorm integraal deel uitmaakt van het akkoord dat de regeringen onlangs bereikt hebben. Net zoals bij de loonnorm moet zo’n energienorm ervoor zorgen dat onze energiekosten structureel in lijn liggen met die in de buurlanden waarmee we concurreren. Een dergelijke energienorm is dan ook terecht een onderdeel geworden van de langetermijnvisie op onze energievoorziening”, poneert haar voorzitter.

De uitvoering van deze visie, deze Energiestrategie, zal daarbij opgevolgd worden via een nog op te richten Federaal Energie Comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende overheden, de werkgevers en de industrie. Zij zullen jaarlijks rapporteren aan de regering en oordelen op basis van analyses over aspecten die voor ondernemingen cruciaal zijn: het evenwicht tussen duurzaamheid, leveringszekerheid en competitiviteit.

“Dit monitoringsmechanisme, met een expliciete rol voor de werkgevers, is onmiskenbaar een goede zaak indien dit ook daadwerkelijk alle noodzakelijke informatie krijgt en een reële adviesrol kan opnemen. Indien gevraagd zullen we hier vanuit Voka graag een constructieve rol in opnemen. We volgen daarbij het voorbeeld van de vele ondernemers die ons vooraf gingen: onderzoekers en uitvinders, producenten en investeerders in alle vormen van duurzame energie, m.a.w. de “doeners” die de oplossingen aanreiken om de klimaatdoelstellingen binnen bereik te brengen”, signaleert Paul Kumpen.

De oplossing van het energievraagstuk schuilt volgens hem echter niet alleen in de productie en de opslag, maar ook in het zo efficiënt mogelijk omgaan met de energie die we verbruiken. “Ook daar zijn onze Vlaamse ondernemers van doordrongen. We verbinden ons dagelijks tot betere energieprestaties, tot onderzoek naar de mogelijkheden voor investeringen in nieuwe technologieën en vanuit Voka tot onze inzet als betrouwbare en constructieve gesprekspartner van de overheid. Dankzij de inspanningen van onze ondernemers kunnen we daarom terecht trots zijn op de klimaatprestaties die we reeds hebben neergezet en de bijdrage die we hier zullen kunnen blijven leveren. Niemand mag of kan ontkennen dat de Vlaamse industrie op dat vlak tot de wereldtop behoort en dat vertaalt zich ook in cijfers: liefst 60% van de inspanningen op het vlak van energie-efficiëntie worden in Vlaanderen momenteel door de industrie geleverd”, meldt de Voka-voorzitter.

Ook in andere maatschappelijke sectoren, zoals gebouwen en transport, wordt gewerkt aan oplossingen. Paul Kumpen stelt echter met spijt vast dat de renovatiegraad van onze gebouwen vertraagt, terwijl een vervijfvoudiging van grondige renovaties noodzakelijk is om de doelstellingen binnen bereik te brengen. Bovendien kan een versterkte inspanning op dit vlak tevens een win-winsituatie voor economie én ecologie opleveren.

“Idem dito voor ons mobiliteitssysteem: er is een groeiende transportvraag en hieraan zullen ook onmiskenbaar kosten verbonden zijn, maar de transitie naar een duurzaam mobiliteitssysteem brengt ook kansen met zich. Volvo in Gent en Audi in Vorst zullen steeds meer inzetten op de productie van lage-emissievoertuigen. Maar waarom bv. leveren onze fabrikanten van elektrische bussen momenteel meer aan de Chinese en de Amerikaanse dan aan de eigen Vlaamse markt? Waar blijft de ambitie van de overheid om te investeren in duurzame vormen van openbaar vervoer en van duurzame infrastructuur? Hoe komt het dat in de havens de sporen voor het goederentransport via trein langzaam wegroesten?”, stelt Paul Kumpen pertinente vragen.

Voka vraagt dan ook met aandrang dat de overheid hier een tandje bijsteekt. Als we het echt menen met het klimaat, zal iedereen zijn duit in het zakje moeten doen.

Tot slot juicht de Voka-voorzitter toe dat de kosten voor hernieuwbare energie stelselmatig dalen. “Eén Amerikaanse ondernemer heeft bewezen dat je een hele industrietak in enkele jaren kan transformeren: Tesla is intussen tot hét symbool van de industriële transformatie uitgegroeid. De technologie voor batterijen en andere vormen van energieopslag evolueert razendsnel en onderzoek naar nucleaire technologie blijft hoe dan ook noodzakelijk om de enorme groei in de wereldwijde vraag naar energie duurzaam te kunnen invullen. De uitdaging is immens, maar ik ben er gerust in. Tijdens dit symposium hebben we opnieuw kunnen horen hoe verschillende evoluties samenkomen om de puzzelstukken bijeen te leggen die van de energietransitie een succesverhaal zullen maken. Verandering op een dergelijke schaal is nooit gemakkelijk of vanzelfsprekend. Er is echter voldoende talent, kennis en ondernemerschap in Vlaanderen om ze tot een goed einde te brengen en er de vruchten van te plukken”, meent Paul Kumpen.

Pro Flandria-voorzitter Kurt Moons sloot af met een verwijzing naar het nieuwe manifest ‘De verborgen agenda achter het Energiepact blootgelegd’. Daarin wordt de vraag gesteld waarom de politieke discussie in België gaat over de exit uit kernenergie en niet over de beperking van de CO2-uitstoot.

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten