Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Duurzaamheid

Jonas Voorter van UHasselt over werken in bouwteams

Op vraag van Buildwise identificeerde KPMG vorig jaar de tien megatrends in de bouwsector. Bouwkroniek laat deze een per een onder de loep nemen door een partij met een uitgesproken visie op de thematiek in kwestie. Jonas Voorter doet als postdoctoraal onderzoeker onderzoek naar de wetgeving op het vlak van (circulair) bouwen aan de Universiteit van Tilburg en UHasselt. Een van zijn focuspunten is het werken in bouwteams. Hij is dan ook perfect geplaatst om de trend ‘intensievere samenwerking doorheen de waardeketen met ‘bouwteams’ als antwoord op het complexer wordende bouwproces’ vanuit juridisch standpunt te bespreken.

BKBC (45)
Jonas Voorter

Bouwkroniek: Kan u zich vinden in de stelling dat de bouw nood heeft aan meer samenwerking?

Jonas Voorter: “In de context dat we richting duurzaam en circulair bouwen evolueren, is meer samenwerken zeker een noodzaak. Dat is trouwens geen nieuw idee, want in deze sector worden de krachten al vele jaren gebundeld. Alleen wordt nu al te vaak op korte termijn gedacht: de samenwerking gebeurt op projectbasis. Om naar een echt circulaire markt te evolueren, is echter een langetermijnaanpak over de hele bouwketen heen vereist. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Enerzijds omdat een bouwproject zich in verschillende fasen ontrolt,die allemaal meestal wel enige tijd in beslag nemen. Anderzijds zijn er ook een heleboel bouwactoren met hun eigen ambities. Bovendien volgen ze ook gewoon een economische logica waarbij winst maken centraal staat. Dat is op zich niets om met de vinger te wijzen. Alleen wordt dit niet voldoende uitgesproken, waardoor al snel wordt aangenomen dat de andere partijen wel ergens een geheime agenda zullen hebben. Het resultaat is dat er vandaag een conflictmodel bestaat dat een solide samenwerking – waar iedereen voordeel uit haalt – in het gedrang brengt. En precies dat zou moeten veranderen: de sector zou absoluut de kaart van meer intensieve en transparante samenwerking moeten trekken.”

Bouwkroniek: Waarom is er meer samenwerking nodig om naar een circulair model te evolueren?

Jonas Voorter: “Circulariteit draait in essentie om levensduurverlenging. We willen ervoor zorgen dat we minder nieuwe grondstoffen moeten ontginnen en minder afvalstoffen genereren door langer, beter en meer gebruik te maken van de materialen waarover we nu in onze economie beschikken. Om circulariteit in het bouwproces op te nemen en materialen na hun levensduur effectief te kunnen recupereren, is het noodzakelijk om al in de voorbereiding/conceptfase over deze zaken na te denken. Ook daarna, in het licht van de uiteindelijke aanbesteding van de bouwwerken, moet er transparant over de circulaire ambities en wensen van het project worden gecommuniceerd. De geïnteresseerde bouwpartijen moeten immers weten hoe ze de ambities van de publieke opdrachtgever concreet moeten/kunnen invullen. Hiermee komen we meteen op een (juridische) knoop in het verhaal. Circulariteit en duurzaamheid kunnen het best worden geconcretiseerd indien alle schakels op elkaar zijn afgestemd. Dit vereist dat de keten eigenlijk al voor de gunning van een opdracht – dus voor de uitvoering van de bouwwerken - met elkaar aan tafel gaat zitten en kijkt hoe de verschillende risico’s en verantwoordelijkheden worden verdeeld én welke oplossingen voor het betreffende project het beste resultaat op lange termijn zullen opleveren.” 

Bouwkroniek: Wat is dan precies het verschil met de huidige bouwformules?

Jonas Voorter: “De klassieke driehoek van opdrachtgever, architect en aannemer volstaat niet om de circulaire doelstellingen en een lange termijn samenwerking te bereiken. Ook de materialenproducenten, de onderhoudsfirma’s, financiers, verzekeraars, de uitvoerende partijen en misschien zelfs een potentiële sloopaannemer zouden in een ideale wereld al bij de voorbereiding en conceptualisering van het project moeten worden betrokken. De deskundigheid van al deze partijen is nodig om alle schakels aan elkaar te hangen, risico’s te identificeren en de juiste keuzes te maken. Met andere woorden: de klassieke manier van samenwerken is nog te beperkt qua kennisbundeling om in deze fase van de transitie naar een circulaire economie tot echt circulaire gebouwen te komen. De megatrend van KPMG schuift ‘bouwteams’ naar voren als mogelijke vorm van versterkte samenwerking, maar de vraag is wat ze hiermee precies bedoelt. In België worden bouwteams gerelateerd aan de geïntegreerde DBFM-formule waarbij de opdrachtgever de markt vraagt om een consortium te vormen die de opdracht volledig zelfstandig uitvoert en gedurende x aantal jaren het bouwwerk onderhoudt of zelfs financiert/uitbaat. Deze geïntegreerde formule heeft zeker zijn waarde, maar het model van bouwteam waarvoor ik pleit, is ontleend uit de Nederlandse bouwpraktijk. Het kan zowel voor kleinere als grotere bouwprojecten worden gebruikt en situeert zich tussen de traditionele driehoek van architect, bouwheer en aannemer, en de typisch grote DBFM-aanpak. Belangrijk hierbij is dat dit bouwteam niet steunt op een geïntegreerd, maar wel op een gecoördineerde samenwerking.”

BKBC (42)
Jonas Voorter

Bouwkroniek: Wat bedoelt u precies met gecoördineerd samenwerken in een bouwteam?

Jonas Voorter: “Voor het uitvoeren van de bouwwerken gaan meerdere actoren van de keten – inclusief de opdrachtgever - samenzitten om het beste concept uit te werken. Ook de aannemers is al in dat proces betrokken, maar een belangrijke nuance is dat deze partij geen zekerheid heeft dat hij de opdracht ook effectief zal mogen uitvoeren. Dit bedrijf maakt onderdeel van het bouwteam uit omwille van zijn expertise, wat als voordeel heeft dat het in een open sfeer kan discussiëren over de risico’s en de prijszetting van de naar voor geschoven oplossingen. Uiteindelijk is het wel de bedoeling dat deze aannemer de opdracht zal uitvoeren, maar dat zal enkel gebeuren indien zijn uiteindelijk prijsvoorstel binnen de budgettaire marges van de opdrachtgever ligt. In het gecoördineerde bouwteam heeft de opdrachtgever/bouwheer ook een meer actieve rol. Deze partij dient haar circulaire ambities te bewaken, de touwtjes in handen te houden en budgettair alles te blijven overzien.”

Bouwkroniek: Levert het werken in gecoördineerde bouwteams dan geen juridische problemen op?

Jonas Voorter: “In België zou de wetgeving inderdaad het werken in gecoördineerde bouwteams kunnen bemoeilijken, maar ik zie het nog zo’n vaart niet lopen. Zo moet de architect wettelijk gezien bijvoorbeeld steeds onafhankelijk blijven en bestaat er een onverenigbaarheid met de aannemer maar aangezien het een gecoördineerde samenwerking betreft, behoudt elke actor gewoon zijn zelfstandigheid. In Nederland, waarvan ik het bouwteammodel ontleen, bestaat die wettelijke omkadering van de architect niet. Hierdoor is het mogelijk om iets ‘vrijer’ te werken. Het gekke is wel dat daar net stemmen opgaan om de rol van de architect verder te versterken om tot echt circulaire bouwprojecten te komen. In België hangen openbare besturen natuurlijk ook vast aan het wettelijk kader rond overheidsopdrachten dat stelt dat ze uit meerdere kandidaten moeten kiezen en deze op een gelijke manier dienen te behandelen. Een aannemer die in de fase voor de concrete aanbesteding al met de opdrachtgever aan tafel heeft gezeten, heeft mogelijks een concurrentieel voordeel. Al is het maar in de perceptie van de andere kandidaten, wat toch tot juridische complicaties kan leiden.”

Bouwkroniek: Moet de wetgeving dan worden aangepast?

Jonas Voorter: “Mijn onderzoek heeft aangetoond dat een gezonde portie creativiteit de bouwactoren al een heel eind kan brengen, zelfs binnen de bestaande wettelijke kaders. Wettelijke aanpassingen kunnen natuurlijk altijd opportuun zijn, al ben ik er geen voorstander van om alles zomaar in regelgeving te betonneren. Bouwactoren hebben, ook als het gaat om het gebruik van bouwteams en het implementeren van circulaire ambities, gewoon nood aan meer rechtszekerheid. Je kan dat, in mijn ogen, op twee manieren bewerkstelligen. Enerzijds kunnen we alsnog toewerken naar coherente en duidelijke wettelijke kaders. Een holistische benadering - die echt wel nodig is om alle partijen in bouwteams te laten samenwerken – wordt echter bemoeilijkt door de enorme versnippering van wetgevende bevoegdheden in België.  Overheidsopdrachten, BTW en de regelgeving met betrekking tot de architect zijn nationaal/federaal, terwijl elementen als vergunningverlening, afval en materialen op Vlaams niveau (regionaal) worden geregeld. Dit leidt tot verwarrende toestanden, terwijl een betere samenwerking tussen bouwactoren met het oog op meer circulariteit en duurzaamheid net juridisch zou moeten worden gefaciliteerd en gepromoot. Een andere mogelijkheid om de actoren van een bouwteam meer rechtszekerheid te geven, is een betere omkadering van wie welke verantwoordelijkheden dient te dragen. De term omkadering is hierbij cruciaal omdat die verantwoordelijkheden van project tot project zullen verschillen. Daar ligt volgens mij een belangrijke taak voor de sectorfederaties weggelegd. Zij zijn immers het best gepositioneerd om voor alle partijen modelovereenkomsten of algemene uitvoeringsvoorwaarden op te stellen die niet alleen duidelijk zijn, maar ook op het versterken van samenwerken en het adequaat verdelen van risico’s en verantwoordelijkheden zijn gericht.”  

BKBC (43)
Jonas Voorter

Bouwkroniek: U hebt vooral over publieke bouwprojecten gesproken. Wat met de andere sectoren? Moet daar ook met bouwteams worden gewerkt?

Jonas Voorter: “Voor private projecten is het speelveld vrijer om in bouwteam te werken, gewoonweg omdat daar de wetgeving rond overheidsopdrachten niet speelt. Volgens mij zal de noodzaak aan deze aanpak er organisch groeien, voornamelijk als toegevoegde waarde voor de (kleinere) bouwheer. Hij kan immers vooraf in gesprek gaan met partijen die kennis van zaken hebben, wat toelaat om risico’s al in de conceptuele fase te detecteren. Het gevolg is dat er minder problemen tijdens de uitvoering zullen opduiken, wat een positieve impact op de uiteindelijke kostprijs en realisatietijd zal hebben. Het is logisch dat ook in deze private projecten afspraken zullen moeten worden gemaakt over wie welke verantwoordelijkheden zal nemen. Bij de projectontwikkelaars is het echter de vraag of zij baat hebben bij een gecoördineerde samenwerking die op lange termijn is gericht. Hun businessmodel draait immers rond korte termijn denken: zo snel mogelijk bouwen en dan verkopen. Toch is het zelfs voor deze partijen wel een interessante formule, zeker in het kader van de bouwshift en de evolutie naar circulair bouwen.”

Bouwkroniek: Welke boodschap wil u nog aan de aannemers meegeven?

Jonas Voorter: “Durf uw kaarten op tafel te leggen om samenwerking te bevorderen. U moet de bouwheer, architect en eventueel andere partijen duidelijk maken dat u de beste partij bent om de juiste oplossingen voor te stellen en dat u bereid bent om in de risico’s te delen, maar dat dit ook implicaties op het kostenplaatje zal hebben. Zorg dat ze weten dat u geen verborgen agenda hebt, maar dat uw bedrijf wel winst moet maken. Durf te zeggen waar het op staat: welke materialen of systemen zijn wel of niet interessant, en geef daar duiding over. Circulair bouwen – met werken in bouwteams in het kielzog – is geen modeverschijnsel, maar een ‘must’ die de sector moet omarmen met de juiste mindset en cultuur. Het juridisch kader zal volgen. Tot dan kan ik alleen maar zeggen: gebruik dit niet als een excuus om niet te evolueren. Er zijn genoeg mogelijkheden om nu al de stappen naar een gecoördineerd bouwteam en circulair bouwen te zetten!”

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten