Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Duurzaamheid

Jonge werknemers positief over alternatieve vormen van mobiliteit

De jongste generatie werknemers staat positief tegenover het mobiliteitsbudget en alternatieve vormen van mobiliteit. Het mobiliteitsbudget speelt weliswaar een belangrijke rol in de noodzakelijke vergroening van wagenparken, maar wordt nog maar mondjesmaat toegepast. Een mentaliteitswijziging is nodig. Dat blijkt uit onderzoek van mobiliteitsaanbieder Athlon Belgium.

Jonge werknemers positief over alternatieve vormen van mobiliteit (4)
Het mobiliteitsbudget, bestemd voor werknemers die in aanmerking komen voor een bedrijfswagen, heeft als doel om een hefboom te zijn naar duurzamere mobiliteit. De populariteit ervan mag dan in de lift zitten, het is nog steeds maar één op de 200 werknemers die hier momenteel gebruik van maakt. 
 
Athlon Belgium ziet in de resultaten van haar ‘mobility profiler’, een enquête bij werknemers van verschillende bedrijven, dat vooral de jongste generatie overtuigd is. Terwijl een derde van alle ondervraagden laat weten geen interesse te hebben, heeft negen op de tien van de groep jongste werknemers (18-tot 24-jarigen) wel oren naar het mobiliteitsbudget.
 
Het grootste deel van de respondenten (86%) gaat nog dagelijks of regelmatig met de wagen naar het werk, terwijl maar één op de tien daarvoor de fiets of het openbaar vervoer neemt. Slechts één op de drie van alle ondervraagden vindt dat het mobiliteitsbudget een aanmoediging zou zijn om minder werkverkeer in de auto af te leggen. Bij de jongste werknemers is dat drie op de vier. 
 
Deze groep blijkt dan ook het meest geïnteresseerd in deelmobiliteit en een abonnement op het openbaar vervoer, beide opties binnen het mobiliteitsbudget die minder succes hebben bij de oudere werknemers. Een elektrische fiets, huisvestingskosten of uitbetaling in cash scoren beter;  de helft van alle ondervraagden ziet dit zitten. Volgens Michiel Alferink, algemeen directeur van Athlon Belgium, begint de vergroening van de mobiliteit al bij de vraag of een verplaatsing wel nodig is.
 
“Duurzamer dan niet reizen wordt het niet. De eerste vraag die we ons moeten stellen is daarom of de verplaatsing überhaupt nodig is, zeker nu thuiswerken en digitale meetings steeds gemakkelijker worden. En vervolgens of we bij een verplaatsing de wagen niet beter inruilen voor alternatieve mobiliteit. Tot 15 kilometer raden wij aan de wagen te laten staan en te kiezen voor een e-bike, een deelauto of het openbaar vervoer”, zegt Alferink.
 
“Het onderzoek maakt duidelijk dat hoe langer mensen rijden met een bedrijfswagen, hoe minder geneigd ze zijn deze op te geven.  Dit vraagt om een echte mentaliteitswijziging. Die drempelvrees wegnemen is een belangrijk deel van onze taak als mobiliteitsprovider. We zijn al lang geen traditionele aanbieder meer van leasewagens. Bovendien zouden bedrijven dus best aan jonge werknemers vanaf het begin een mobiliteitsbudget aanbieden, zodat ze een pioniers- en voorbeeldrol kunnen spelen voor de oudere generaties”, besluit Michiel Alferink.
 
Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten