Leuven boort 288 putten voor geothermisch warmtenet
Op de Leuvense Hertogensite zijn de boorwerken begonnen voor het grootste geothermische warmtenet van Vlaanderen voor een residentiële site. De boorwerken zullen duren tot het voorjaar van 2023. Verspreid over de bijna 7 ha grote site worden ongeveer 288 putten geboord tot 150 m diep. In die putten komen leidingen die tot op de bodem reiken en via een lus weer naar boven komen.
De Hertogensite is één van de grootste Leuvense binnenstedelijke bouwprojecten ooit en situeert zich op een terrein van 6,9 ha, begrensd door de Kapucijnenvoer, de Brusselsestraat en de Minderbroedersstraat. Het enorme gebied in de binnenstad is vrijgekomen door de verhuis van de ziekenhuisfuncties van Sint-Pieter en Sint-Rafaël naar campus Gasthuisberg. Het Sint-Pietersziekenhuis is al afgebroken.
Wonen staat centraal in de herontwikkeling. Het plan omvat diverse woonvormen voor verschillende doelgroepen. Afhankelijk van hoe de uiteindelijke invulling zal gebeuren, komen er in totaal tussen 500 en 540 woongelegenheden. Het grootste deel zijn appartementen. Daarnaast zijn ook een aantal woningen met tuin voorzien. 10% van de woningen zijn bestemd voor de sociale verhuurmarkt. Er is tevens plaas voor assistentiewoningen.
Dubbele ringleiding
Op de Hertogensite komt een centraal geothermisch net waarop ieder gebouw aansluit. Het net bestaat uit een dubbele ringleiding die een hydraulische verbinding vormt tussen de aangesloten gebouwen. De dubbele leiding bestaat uit een leiding die op een lage temperatuur wordt gehouden en een tweede, warme leiding die op een hoge temperatuur blijft. Ieder gebouw beschikt over een eigen warmtewisselaar om warmte of koude te onttrekken van de centrale ringleiding. Onder deze ringleiding worden de beolussen geboord.
Concreet worden in de bodem gaten geboord met een diameter van 13 cm tot ongeveer 150 m diepte. In totaal zijn er ongeveer 288 boringen voorzien op de Hertogensite. In deze boorgaten worden kunststofbuizen geplaatst waardoor later een mengsel van glycol en water stroomt. Die vloeistof wordt opgewarmd door de bodem of geeft warmte af aan die bodem. Er wordt als het ware energie uitgewisseld met de bodem.
Door op een afstand van 4 m van elkaar wisselaars te voorzien, wordt een buffer gecreêerd, waar zowel koude als warmte kan worden opgeslagen. Tijdens de winterperiode wordt door de warmtewisselaars warmte aan de bodem onttrokken die via een warmtepomp instaan voor de verwarming van een gebouw. Door de onttrekking van warmte daalt de bodemtemperatuur tot een minimum aan het einde van het stookseizoen.
Via dit warmtenetwerk van ongeveer 100 km ondergrondse leidingen wordt de aardwarmte verdeeld over de wooneenheden en andere gebouwen op de hele site. Het boorkarwei wordt uitgevoerd door het gespecialiseerde bedrijf Putboringen Verheyden uit Sint-Katelijne-Waver en begeleid door geothermie-expert IFTech uit Beringen.
Milieuwinst
De winst voor het milieu is enorm. Het is een milieuvriendelijk en duurzaam alternatief voor de traditionele energiebronnen, omdat er geen fossiele brandstoffen en CO2 bij komen kijken. Integendeel, op deze manier spaart de Hertogensite tot 1.000 ton CO2 per jaar uit. De toekomstige bewoners zullen ook minder betalen om hun huizen te verwarmen.
Vijf jaar geleden voerde projectontwikkelaar Resiterra met hetzelfde team op het Janseniushof, een aangrenzende bouwsite, een soortgelijk maar veel kleinschaliger testproject uit. Dat was toen nog pionierswerk. In totaal werden toen zes putten geboord tot op 70 m diepte. Er werd een ondergronds buizennetwerk van in totaal 500 m lengte aangelegd, waarmee later een honderdtal huizen en appartementen werden verwarmd. De bewoners besparen minstens 200 € per jaar op hun energiefactuur, een bedrag dat met de huidige energieprijzen vandaag intussen nog een stuk hoger ligt. Hetzelfde principe trekt Resiterra nu op een veel grotere schaal door op de Hertogensite.
Andere grote projecten
Schepen van Ruimtelijk Beleid Carl Devlies noemt de Hertogensite een goed voorbeeld van hoe Leuven sterk inzet op duurzame stadsontwikkeling. Op dezelfde site wordt in 2024 ook een podiumkunstenzaal gebouwd, een project van 80 miljoen €. Devlies wil laten onderzoeken of de geothermische warmte ook voor dat complex kan worden gebruikt. Ook andere grote toekomstige projecten elders in de stad zullen in principe geothermisch worden verwarmd.
Op de Hertogensite komt ook nog een woonzorgcentrum voor 120 bewoners. De huidige Sint-Rafaëltoren wordt omgebouwd tot een welzijnstoren waarin eerste- en tweedelijnszorg zal worden aangeboden. De toren wordt volledig gestript en gerenoveerd. Aan de kant van de Minderbroedersstraat blijven de beschermde gebouwen van het voormalige pathologisch instituut en van heelkunde behouden, inclusief de auditoria. Het ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet hier geen woonfuncties.
In 2025 viert de KU Leuven haar zeshonderdjarig bestaan. De universiteit en de UZ Leuven willen tegen dan op de Hertogensite een nieuw belevingscentrum voor het publiek openen. De universiteit restaureert op de site twee historische gebouwen om onderdak te bieden aan het project, namelijk het anatomisch amfitheater met het aanpalende Snijhuis en het pathologisch instituut.
Met dit Vesaliusproject wil men het publiek inspireren met verhalen over wetenschap en zorg. Het interdisciplinaire centrum zal niet alleen plaats bieden aan een museum waarin onderdelen van de universiteitscollecties en de HistarUZ-collectie een onderkomen zullen vinden, maar ook aan ateliers en een bezoekerscentrum. Het Vesaliusproject zal in het teken staan van wetenschappelijk onderzoek, zorg en samenleving.