Leuven verwarmt Guido Gezellehuis met energie uit de bodem
Bij de vernieuwingswerken van de Paul Van Ostaijensite legt stad Leuven een BEO-veld aan. Via boringen in de achtertuin zal de stad in de toekomst warmte en koeling halen uit de grond.
Meer dan de helft van de CO2-uitstoot in Leuven is afkomstig van gebouwen. Om als stad klimaatneutraal te worden, moeten gebouwen dus massaal energiezuiniger worden en voorzien worden van duurzame energie. Met dit BEO-veld zal de stad jaarlijks bijna vijf ton CO2 besparen.
“Om onder meer het Guido Gezellehuis te verwarmen en te verkoelen, berekenden we dat we 72 boringen van 53 meter diep nodig hebben en twee warmtepompen die de energie uit de bodem op geschikte temperatuur brengen om het gebouw te koelen of te verwarmen”, zegt Wies Van Humbeeck, projectleider bij Artes Roegiers.
Dankzij een goede isolatie van de buitenschil en zonnepanelen wordt het gebouw nog energiezuiniger. Daarnaast gaven de ontwerpers veel aandacht aan de akoestiek van het gebouw, waardoor het lawaai van buiten niet binnen komt. Omgekeerd zal de buurt ook geen geluidsoverlast hebben. Tot slot zal regenwater zo veel mogelijk binnen hergebruikt worden en de rest zal infiltreren in de grond.
Naast grote klimaatvriendelijke initiatieven komen er in de op cruciale plaatsen nestgelegenheden voor gierzwaluwen en vleermuizen.