Maximale energiebesparing, minimaal erfgoedwaardeverlies
De energetische renovatie van ons gebouwenpark is hoognodig om de doelstellingen van de klimaatplannen te kunnen halen. Ook erfgoedgebouwen ontsnappen daar niet aan. Ze vragen wel om extra aandacht omdat hun gevels niet zomaar ‘ingepakt’ kunnen worden. Het ‘Erfgoedenergieloket’ is één van de initiatieven waarin Buildwise op zoek gaat naar antwoorden en technische oplossingen.
Het project ‘Gespecialiseerde Energieconsulenten voor Onroerend Erfgoed’, ook wel het ‘Erfgoedenergieloket’ genoemd, liep van 2014 tot 2021 met de financiële steun van het Vlaamse Klimaatfonds, onder toezicht van het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het project had tot doel om restauratie-architecten op te leiden en te ondersteunen bij het uitvoeren van energie-optimalisaties op erfgoedgebouwen.
In dit kader werd er een opleidingstraject uitgewerkt voor restauratie-architecten die hun kennis over energie-ingrepen willen vergroten. De opleidingsmodules die in dit project ontwikkeld werden, zijn te vinden op de projectwebsite ‘erfgoedenergieloket.be’. Ze werden recent ook herwerkt in de vorm van onlinewebinars in de Buildwise Renovatieacademie.
Op de projectwebsite vind je ook het verslag van de kwantitatieve analyse over de efficiëntie van energiebesparende maatregelen in erfgoedgebouwen en alle projectfiches van de bestudeerde cases. Uit de resultaten die weergegeven zijn in afbeelding 1, blijkt alvast dat men bij het verbeteren van ramen en daken meestal de Umax-waarde uit de EPB-regels haalt, hoewel erfgoedgebouwen daarvan vaak vrijgesteld zijn. Bij vloeren en muren bleek het resultaat minder gunstig. Bovendien is de terugverdientijd van de investering ook langer en de technische complexiteit vaak groter.
In het eindverslag worden per type energetische ingreep ook conclusies en aanbevelingen aangereikt. We bespreken hieronder twee concrete voorbeelden.
ACHTERZETRAMEN: EEN GOED IDEE?
Authentieke ramen zijn vaak de moeite waard om te bewaren. Soms is het mogelijk om de profielen te herstellen (en voldoende luchtdicht te maken) en het enkele glas te vervangen door gelaagd of dubbel glas. Een andere oplossing is het gebruik van achterzetramen. In het begijnhof van Sint-Amandsberg werd de plaatsing van verschillende types achterzetramen bestudeerd. Bij deze werkwijze blijft het originele raam (inclusief het enkele glas) gewoon zitten en plaatst men aan de binnenkant een volledig nieuw raam met opengaande vleugels, zodat ook het oude nog geopend en onderhouden kan worden (zie afbeelding 2). Men kiest daarbij het best meteen voor performante ramen met thermisch verbeterd glas. Dat isoleert veel beter dan de luchtspouw tussen het oude en het nieuwe raam. Aangezien het nieuwe raam niet aan regen blootgesteld is, volstaat een eentrapsdichting en hoeft het hout niet per se waterbestendig te zijn.
Een goede luchtdichtheid is echter wel noodzakelijk. Er kan immers condensvorming optreden doordat vochtige lucht uit de binnenruimte via luchtlekken de spouw binnendringt en daar condenseert tegen het oude enkele glas. In Sint-Amandsberg gebeurde dit bijvoorbeeld in de feestzaal als er veel mensen aanwezig waren en het buiten koud was. Dit probleem kan opgelost worden door het kader van het nieuwe achterzetraam met speciale tape luchtdicht aan te werken tegen de pleisterlaag (een methode die voortkomt uit de ervaring met passiefhuizen). Op de dagkanten van de spouw is het risico op condensatie minimaal omdat het enkele glas steeds kouder is. Dun isoleren blijft niettemin aangeraden om een koudebrug te vermijden. Met de bijkomende plaatsing van een dergelijk luchtdicht dubbel raam is het bovendien mogelijk om betere akoestische prestaties behalen dan met een standaardraam.
ULTRAPERFORMANTE DAKISOLATIE
In verschillende praktijkcases werd er een sarkingdak toegepast op een
erfgoedgebouw, waarbij de isolatie en de nieuwe bedekking bovenop de bestaande
dakopbouw uitgevoerd werden. Meestal worden daarbij harde platen gebruikt, maar
dunne flexibele aerogelmatten zijn ook een optie. Zo werden bij het leien dak
van een begijnhofhuis in Diest twee matten van elk slechts 1 cm dik op de
bebording aangebracht. In dit specifieke geval wilde men de kepers aan de
binnenzijde zichtbaar houden. Tegelijk mocht de dikte aan de buitenkant niet
teveel toenemen om de dakrand visueel niet te verzwaren en de detaillering rond
de dakkapellen zuiver te houden. Aangezien de warmtegeleidingscoëfficiënt van
dit hoogtechnologische materiaal twee keer lager is dan die van PUR, wordt
ondanks de geringe dikte toch een aanzienlijke warmteweerstand gehaald.
Bovendien blijft de natuurlijke golving van het oude dak door deze manier van
werken bewaard.
Om de
thermische prestaties na de renovatie te evalueren, werden met een aan een
drone bevestigde infraroodcamera heel wat RGB- en IR-foto’s genomen. Op
basis daarvan werd dan via fotogrammetrie een accuraat 3D-model ontwikkeld,
waaraan vervolgens de thermische data toegevoegd werden. Op die manier wordt
het mogelijk om de thermische prestaties van verschillende details en
aansluitingen heel nauwkeurig in beeld te brengen en op een inzichtelijke
manier voor te stellen aan de klant, de aannemer en de erfgoedconsulent.
Bron: het
artikel ‘Erfgoedenergieloket: maximum energiebesparing, minimum
erfgoedwaardeverlies’ van R. Hendrickx., M. de Bouw, Y. Vanhellemont en S. Dubois,
in het Buildwise Magazine van september-oktober 2023. Enkel het originele
artikel, te vinden op www.buildwise.be, geldt als referentie.
Toleranties bij ruwbouwwerken
Benieuwd hoe toleranties jouw bouwproject beïnvloeden? Ontdek de cruciale
rol van toleranties op jouw bouwplaats! Wil jij ook weten welke eisen voor jouw
ruwbouwwerken van toepassing zijn? Leer alles over de metingen, normen en
praktische toepassingen op onze speciale pagina (https://www.buildwise.be/nl/concreet/toleranties-bij-ruwbouwwerken/).
Klik hier en zorg dat jouw ruwbouwwerken binnen
de normen vallen!