Meer geld voor openbaar vervoer en fiets
De Vlaamse regering investeert vanaf nu tot het einde van de regeerperiode in 2019 nog 816 miljoen € in de uitbouw van het openbaar vervoer en 300 miljoen € in fietsinfrastructuur. Dat maakte Vlaams minister Ben Weyts bekend bij de voorstelling van het tweede luik van het Werkplan Mobiliteit (zie Bouwkroniek van vorige week blz. 12, 13 en 14) waarbij tijdens deze legislatuur in totaal 5,8 miljard € wordt geïnvesteerd in mobiliteitsprojecten.
Tijdens de volledige regeerperiode (2014-2019) zal Vlaanderen 1,2 miljard € geïnvesteerd hebben in het openbaar vervoer. “Het aanbod voor de reizigers wordt verbeterd en uitgebreid. In Antwerpen en Gent komen er op de piekmomenten 15.000 comfortabele plaatsen bij. De Lijn investeert fors in nieuw rollend materieel. Deze regeerperiode bestellen we 700 nieuwe bussen en 138 trams. Er wordt tevens gewerkt aan nieuwe verbindingen, waaronder de Noorderlijn in Antwerpen, het Brabantnet en het Spartacusproject in Limburg”, zegt Weyts.
Er wordt ook stevig geïnvesteerd in vlotte overstapmogelijkheden tussen auto, fiets, trein en bus: onder andere de stationsomgevingen in Gent, Mechelen en Oostende worden onder handen genomen. Het comfort van de reizigers wordt versterkt door halte-aankondiging, realtime informatie en het nieuwe Mobib-systeem dat alle abonnementen en tickets samenbrengt op één handige kaart.
Fiets
Het investeringsbudget voor de fiets stijgt met een kwart ten opzichte van 2015. De focus ligt op 80 nieuwe fietssnelwegen (of delen daarvan) en het wegwerken van ‘missing links’, die dikwijls het gevolg zijn van echte barrières zoals gewestwegen of autosnelwegen. “Het kost veel geld om onder of boven die barrières te geraken en daarom werden deze investeringen in het verleden vaak uitgesteld. Nu gaan we die cruciale hiaten eindelijk aanpakken en zo de aantrekkingskracht van de fiets sterk verhogen”, verklaart de minister.
Weyts lanceert binnenkort ook een groot fietsinvesteringsplan dat de fietsinvesteringen van de komende jaren omvat. De minister vereenvoudigt tevens de mogelijkheden om lokale fietsprojecten te financieren vanuit de Vlaamse overheid. Het gros van de fietspaden is vanzelfsprekend in handen van de steden en gemeenten. Om hen aan te moedigen om meer te investeren worden de voorwaarden voor subsidiëring versoepeld.