Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Duurzaamheid

Netwerken en innovatie moeten centraal staan in slim mobiliteitsplan

Eindelijk staat een nieuw mobiliteitsdecreet in het middelpunt van de actualiteit, signaleert de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB). Een slim mobiliteitsplan is volgens haar broodnodig, maar de Vlaamse regering heeft de nieuwe principes die lijken ingang te vinden voorlopig nog niet ten volle prijs gegeven.

slimme mobiliteit
Adobe Stock

Zo zijn er nog vraagtekens bij de af- of uitbouw van collectief vervoer, de rol die ze toekent aan innovatie in mobiliteit, de missing links, enz. De VCB heeft herhaaldelijk aangedrongen op de urgentie van een volwaardig masterplan voor mobiliteit. Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) voert daarbij best niet de boventoon, maar moet dit plan vooral faciliteren op lange termijn.

“De Tijd heeft onlangs melding gemaakt van het zogeheten nieuwe KNIK-principe (‘Kwaliteit, Netwerken, Iedereen mobiel en Knooppunten’) dat minister Ben Weyts lijkt te gaan hanteren. Hoewel het BRV de rol van een beperkte selectie aan knooppunten zeer hoog lijkt te gaan inschatten, doet de Vlaamse minister van Mobiliteit er goed aan netwerken als uitgangspunt te nemen, niet het minst omdat Nederlandse voorbeelden al een paar jaar hebben aangetoond dat die shift naar netwerken verbonden door een goed gestructureerd mobiliteitsnet een must is in een dichtbevolkte regio. Zo kan dit mobiliteitsplan ook een sturende kracht zijn voor het BRV dat niet in een vingerknip een gedegen oplossing kan bieden”, oppert de VCB.

Recepten voor een vlotter vervoer

Welke accenten zal de Vlaamse regering leggen? Blijft globale basisbereikbaarheid het devies met een uitgebreid collectief (bus)vervoersysteem op lokaal niveau of eerder vervoer op maat van steden en gemeenten die al steeds vaker bv. busvervoer een heel eigen invulling geven? Voorbeelden zijn al te vinden in de stad Antwerpen met bijkomende buslijnen en in het West-Vlaamse Heuvelland waar de bestaande buslijnen steeds vaker worden vervangen door kleinere voertuigen. 

De VCB zet in op een beleid dat de kaart van de innovatie trekt zoals de opgang van kleinere elektrische voertuigen om aan te sluiten op een verder uit te breiden vervoers­netwerk. Zo beleven o.m. elektrische fietsen intussen een doorbraak in onze regio. Dat maakt van de verdere uitbouw van fietsinfrastructuur een belangrijke hefboom voor een vlottere mobiliteit. Daarnaast geven demografische prognoses aan dat groeiende gemeenten vandaag niet systematisch gelegen zijn bij collectieve verkeersinfrastructuur; denk maar aan het noorden van de provincie Antwerpen rond Hoogstraten, de gemeenten rond Diksmuide, het Hageland en de gemeenten rond Beringen en Peer. Je kan je volgens de VCB dan ook afvragen wat zinvol is: de huidige nutsinfrastructuur in dergelijke regio’s afbouwen of eerder de missing links vervolledigen om er de (collectieve) mobiliteit te verbeteren?

Of het nu gaat om zorg, onderwijs, wonen, werken en mobiliteit, de bouw faciliteert en maakt de omslag van een visie op onze samenleving naar concrete verwezenlijkingen in o.a. infrastructuur en gebouwen. Als maatschappelijke integrator wijst de sector op een aantal aandachtspunten. Zo is het van groot belang om nu al de stijgende mobiliteit in de te verdichten kernen voor te bereiden en te stroomlijnen. Meer inwoners in stedelijke centra betekent immers meer organisatie (mobiliteitsstudies en infrastructuurinvesteringen) om individueel en collectief vervoer op de rails te zetten en meer goederentransport om bv. warenhuizen te bevoorraden.

Dankzij zijn dichte netwerk van waterlopen scoort Vlaanderen beter dan andere Europese landen in goederentransport over water. Er rest evenwel nog heel wat potentieel om meer goederen langs die weg te vervoeren, niet in het minst omdat heel wat industrie gevestigd is nabij die waterlopen. Die strategische inplanting van industrieterreinen moet daarom volgens de VCB worden bestendigd.

Daarnaast kent geen enkel ander Europees land een sterkere stijging in treinreizigers. Voort inzetten op die trend lijkt dan ook evident. Het systematisch lokaliseren van tewerkstelling rond de collectieve vervoerspunten kan bovendien een belangrijk verschil betekenen voor minder fileleed. Andere trends zoals lokale hubs van bedrijven en thuiswerk indien mogelijk kunnen eveneens een rol spelen.

Te verwachten technologische (r)evoluties moeten in rekening gebracht worden: het toenemende gebruik van elektrische fietsen (op  korte termijn) en steeds meer elektrische en bovendien zelfrijdende auto’s (op langere termijn). De mogelijke impact van innovatieve vervoersmiddelen op ons ruimtegebruik is volgens de VCB vandaag onderbelicht. Nochtans heeft de Vlaamse regering zich geëngageerd om tegen 2035 geen nieuwe wagens aangedreven door benzine of diesel in verkeer te stellen. Elektrische aandrijving of waterstof moeten het wagenpark in Vlaanderen een eco-vriendelijk karakter toemeten. De beschikbaarheid van voldoende pv-panelen is dan ook essentieel om elektrische wagens en fietsen op te laden. Het areaal aan mogelijkheden om pv-panelen te plaatsen ligt overigens aanzienlijk hoger in buitengebied dan in stedelijke centra. Uit recente cijfers blijkt dat het platteland vandaag al met kop en schouders boven de steden uitsteekt inzake de opwekking van zonne-energie.

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten