Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Duurzaamheid

NMBS lanceert vijfjarenplan voor meer duurzaamheid

De NMBS wil nog meer de kaart van de duurzaamheid trekken en haar medewerkers ertoe aanzetten om nog meer groene keuzes te maken. Dat wil de spoorwegmaatschappij doen met de lancering van een vijfjarenplan met duidelijke en becijferde doelstellingen. Tegen 2022 moet de manier van werken milieuvriendelijker worden en moet het mogelijk zijn een aanzienlijke hoeveelheid energie te besparen. Het actieplan omvat zes domeinen: efficiënt energiebeheer, minder waterverbruik, minder wegwerpproducten zoals papier, afvalsortering, minder geluidsoverlast en de voortzetting van de sanering van de gronden.

nmbs hoofdfoto
De NMBS wil echter vooral inzetten op efficiënter energieverbruik, waar ze als spoorvervoerder de grootste meerwaarde kan betekenen voor het milieu. Het treinverkeer vertegenwoordigt meer dan vier vijfde van het energieverbruik van de NMBS; de rest van de energie wordt verbruikt door de stations, de dienstgebouwen en de onderhoudswerkplaatsen. Een trein verbruikt tot vijfmaal minder energie dan een auto, en in verhouding tot het aantal personen dat vervoerd wordt, neemt de spoorweginfrastructuur veel minder ruimte in beslag dan de weginfrastructuur. 95%  van de treinen rijdt op elektrische tractie. Het energieverbruik en de uitstoot van schadelijke stoffen daalt naarmate meer reizigers worden vervoerd per trein. 

Sinds  2005 heeft de NMBS het totale energieverbruik van haar gebouwen al met 21% teruggedrongen en de CO2-uitstoot kunnen beperken met 30%. De spoorwegonderneming heeft de ambitie nog energiezuiniger te worden en haar energieverbruik in de stations, kantoren en werkplaatsen met nog eens 7% te verminderen, terwijl ze het energieverbruik van de treinen met 5% wil terugbrengen door gebruik te maken van energiemeters en ledverlichting, zonnepanelen te installeren en energie-efficiënt te rijden.

Door omschakeling naar ledverlichtingstechnologie kan de NMBS het elektriciteitsverbruik (45.000 MWh per jaar) voor de verlichting  van de stationsgebouwen, de perrons, de werkplaatsen, de kantoren  en andere dienstgebouwen halveren. In 229 stations en stopplaatsen worden de perrons nog verlicht  met verouderde lampen met een hoog energieverbruik die allemaal vervangen moeten worden. Bij de integrale vernieuwing van de verlichting zal enkel nog ledverlichting worden gebruikt, waardoor het elektriciteitsverbruik met minstens 60% daalt. Recente voorbeelden zijn de stopplaatsen Schellebelle, Lede, Gavere-Asper, Eke-Nazareth, Ternat,  Thurn & Taxis, Fraipont en Hony.

Waar een integrale vernieuwing  van de verlichting niet op korte termijn mogelijk is, worden de oude lampen vervangen door een energiezuiniger type. Eind 2018 moeten alle 7.200 lampen vervangen zijn. Zo wil de NMBS 600 MWh per jaar  (of 45.000 €) besparen. In ondergrondse parkings, de gangen onder de perrons of onder de luifels van de grote stations brandt de verlichting vrijwel de hele dag. Daar worden de oude klassieke buislampen vervangen door ledtubes. Dat gebeurde recent al in de parking van het station  Gent-Sint-Pieters, waar 2.179 lampen werden vervangen, goed voor een besparing van 360 MWh of 18.800 € per jaar.

De nieuwe werkplaatshallen voor treinonderhoud van Aarlen,  Hasselt (2017), Kinkempois (2018), Melle (2018) en Oostende (2020) worden uiteraard eveneens met ledlampen verlicht. In totaal gaat het  om 80.000 m² te verlichten oppervlakte, waardoor jaarlijks 2.000 MWh wordt bespaard. Ook de bestaande werkplaatshallen van Charleroi, Hasselt en Mechelen zijn al uitgerust met ledverlichting. De komende twee jaar zal dat eveneens gebeuren in de werkplaatsen  van Cuesmes en Vorst.

Verwarming

Bij de integrale renovatie van gebouwen zal extra aandacht  gaan naar energiebesparende ingrepen: de isolatie van de gebouwschil, luchtbehandeling (verwarming, koeling, ventilatie), enz. Er volgt een verdere transitie van stookolie naar aardgas, er komen meer warmtepompen voor verwarming en koeling, er zal gebruik worden gemaakt van zonneboilers en kleine warmtekrachtkoppelinginstallaties en men zal meer installaties met zonnepanelen benutten. Dit laatste gebeurt via partnerships, tenzij voor kleine installaties.

Het gebouwenpatrimonium van de NMBS dat moet verwarmd worden omvat 28 kantoorgebouwen, 135 stations, 20 werkplaatssites en nog 120 andere gebouwen. Sinds 2005 is het energieverbruik voor  de verwarming van de gebouwen al met 35% gedaald, dankzij een rationeler gebruik van de gebouwen, de vernieuwing van de stookinstallaties en isolerende maatregelen. Nog één derde van de stookinstallaties is ouder dan 25 jaar. Die moeten tegen 2020 worden vernieuwd.

In nieuwe gebouwen of bij renovatie zullen de meest energie-efficiënte materialen en technieken, zoals condensatieketels met hoog rendement, worden gebruikt. Een goed voorbeeld is het station van Denderleeuw, waar de NMBS 75% bespaarde op het energieverbruik na de vernieuwing van de stookinstallatie,  de overschakeling naar aardgas en een nieuwe afstelling van de apparaten.  Het verbruik daalde van 135 MWh/jaar (verwarming met stookolie) naar 34 MWh/jaar of een besparing van 4.700 € per jaar.

Dankzij grote investeringen zal de  NMBS tegen 2022 over vijf nieuwe werkplaatsen beschikken, waar een waaier aan maatregelen is genomen om het energieverbruik sterk te beperken. De nieuwe werkplaats in Aarlen werd in oktober 2016 in gebruik genomen  ter vervanging van de oude werkplaats van Stockem die werd gebouwd in 1929. Volgens een vergelijking op basis van de eerste zes maanden zou het energieverbruik voor verwarming liefst 78% lager liggen. De factuur daalt zo met 90.000 €. De lichtkoepels op het dak van de werkplaats van Aarlen kunnen open om te koelen zonder gebruik van airco. Het dak en de muren zijn fors geïsoleerd, terwijl de blazers van de verwarming nabij de uitritten automatisch afslaan als de poort opengaat, om nutteloos warmteverlies te voorkomen.

In de onderhoudspost van Oostende en in de nieuwe werkplaats van Melle (2018) zal warmtekrachtkoppeling worden toegepast. Luchtgordijnen, waarbij warme lucht naar beneden wordt geblazen aan poorten, laten toe het warmteverlies te beperken bij het binnen-  of buitenrijden van de treinen. Ze zijn reeds geïnstalleerd in Charleroi  en Ottignies. Naast een besparing op energieverbruik,  maken ze ook  de werkomstandigheden comfortabeler.

Ook bij de aankoop van nieuwe treinen is energie-efficiëntie een belangrijk aandachtspunt. Zo is het verbruik van de recente Desiro-motorstellen lager dankzij de lichtere bouw van de treinen en de hogere energierecuperatie bij het remmen. Ook bij het ontwerp van de 445 nieuwe M7-dubbeldekkers, die geleverd zullen worden in de periode 2018-2021, is een zo laag mogelijk energieverbruik nagestreefd, onder andere  door het gebruik van ledverlichting, automatisch sluitende deuren  en recuperatieremming.

Windturbines

De elektrificatie van het spoorwegnet geeft de NMBS de mogelijkheid om dieseltreinen door elektrische te vervangen. In 2022 zal het spoor tussen Mol  en Hamont geëlektrificeerd zijn door Infrabel. Zodra elektrische treinen op de IC-verbinding Antwerpen-Centraal - Hamont rijden, vermindert de CO2-uitstoot met 10.000 ton per jaar. Bovendien vergroent de stroom voor het treinverkeer dankzij het Greensky-windpark, een samenwerking tussen Engie, Infrabel  en nog een aantal partners.

Momenteel staan zestien windturbines langs  de E40 en de hogesnelheidslijn Brussel-Luik. Uniek aan het park is dat  een deel van de stroom onmiddellijk in het spoornet geïnjecteerd wordt dankzij de nabijheid van een Infrabel-voedingsstation. De zestien windturbines vertegenwoordigen een totale capaciteit van 32 MW, een jaarlijkse productie van 94.000 MWh die vergelijkbaar is met het verbruik van 26.000 huishoudens. Daarvan gaat ongeveer 30% rechtstreeks naar de NMBS-treinen en wordt ongeveer 5.000 ton CO2-uitstoot per jaar vermeden.

De NMBS heeft niet de kennis om zelf windmolenparken te plaatsen en uit te baten, maar kan wel een handje toesteken door terreinen ter beschikking te stellen. In de loop van volgend jaar wordt onderzocht welke terreinen geschikt zijn voor het plaatsen van windturbines.  Via een aanbesteding zullen die vervolgens ter beschikking worden gesteld van een investeerder.

Zonnepanelen

Naast energiebesparende maatregelen zet de NMBS ook in op groenere energie. Voor de gebouwen wordt die geleverd door zonnepanelen.  Enkel kleine installaties plaatst NMBS zelf; voor grotere parken wordt samengewerkt met derden. Via een aantal kleine eigen installaties of door Infrabel beheerde installaties in Schoten, Deinze, Brussel, Charleroi, Ronet, Aywaille, Ans, Jemelle, Visé, Virton, Ottignies, Schellebelle, Namen en Aarlen werd  vorig jaar in totaal 4.249 MWh elektriciteit geproduceerd. De grootste installatie bevindt zich in Schoten.

Op het dak van de 3,4 km lange Peerdsbostunnel voor de hogesnelheidslijn langs de E19 liggen 16.000 panelen. Ongeveer de helft van de geproduceerde zonne-energie wordt door de NMBS aangewend in de stations, werkplaatsen en kantoren. Vorig jaar leverden zonnepanelen 2% van de totale elektriciteit die nodig is voor de gebouwen, goed voor een jaarlijkse besparing van 55.000 €.

De recentste installaties bevinden zich op drie gebouwen nabij het station van Schaarbeek. Sinds april 2017 produceren de in totaal 1.886 zonnepanelen zowat 480 MWh elektriciteit per jaar. Tegen 2018 worden nog negen extra installaties gepland in samenwerking met derden, onder andere op de werkplaatsen van Vorst, Salzinnes, Aarlen, Cuesmes, Charleroi en Kinkempois, goed voor een totale productie van 2.400 MWh/jaar. Vanaf 2028 wordt de NMBS eigenaar van de installaties en zal jaarlijks 140.000 € worden bespaard.

In gebouwen met een groot verbruik van warm water, voornamelijk de werkplaatsen, plaatst de NMMS zonneboilers. Dat is onder andere het geval voor Kortrijk, Hasselt, Vorst, Ottignies, Aarlen en Charleroi, evenals  in de werkplaatsen in aanbouw van Melle en Kinkempois en de geplande hal in Oostende.

Waterverbruik

Tegen 2022 wil de NMBS ook 10% minder stadswater verbruiken en het gebruik van regenwater verdrievoudigen. Het grootste verbruik gebeurt bij het wassen van de treinen, voor het sanitair in de gebouwen en voor de waterreservoirs in de treinen.  Naast technieken om minder water te verbruiken, streeft de spoorwegmaatschappij ook naar het meer gebruiken van regenwater  (of put- en oppervlaktewater) in plaats van leidingwater. Het omgaan met afvalwater is door de geldende wetgeving al strikt geregeld: het wordt waar nodig gezuiverd en gescheiden geloosd

Een eerste opdracht voor de NMBS blijft het volledig in kaart brengen en opvolgen van het waterverbruik. Watermeters met een heel hoog verbruik worden frequenter opgevolgd. Steeds meer watermeters worden vanop afstand opgevolgd zodat automatisch abnormale verbruiken gedetecteerd worden. Sinds 2014 beschikt de NMBS over een geïntegreerde database voor  de opvolging van het verbruik van het leidingwater via 640 hoofdmeters.

Door de inzet van milieuvriendelijkere treinwasinstallaties wordt het waterverbruik verlaagd. Indien mogelijk wordt gekozen voor regenwater en worden chemische schoonmaakmiddelen  geweerd. De NMBS beschikt over twaalf treinwasinstallaties die worden gemoderniseerd. De nieuwe installaties gebruiken minder water en worden, waar mogelijk voorzien van een groot bufferbekken voor de opvang van regenwater.

In Schaarbeek werd reeds in 2016 een nieuwe installatie in gebruik genomen. Ottignies, Vorst, Kinkempois, Châtelet, Kortrijk en Melle volgen in de periode 2017-2019. Momenteel beschikt de treinwasinstallatie van Aarlen over een groot waterbekken, zodat hier vrijwel enkel nog regenwater wordt gebruikt voor de schoonmaak van de treinen.  Door extra opslagcapaciteit zal men tegen 2022 ook grotendeels met regenwater kunnen wassen in Hasselt, Kinkempois, Kortrijk en Ottignies. 

Waar de opslagtanks nabij de onderhoudspost liggen, kan het regenwater ook gebruikt worden voor het spoelen van de reservoirs voor de toiletten in de treinen. Omdat in de nieuwe treinwasinstallaties meer water wordt gerecupereerd, is per rijtuig gemiddeld nog amper 150 liter nodig voor een wasbeurt, tegenover 300 liter in de oude. Omdat ze over meer en betere schuurborstels beschikken, kunnen chemische schoonmaakmiddelen vervangen worden door duurzamere producten met een neutrale zuurtegraad. Dat betekent ook minder en properder afvalwater. Bij aanhoudende droogte worden treinwasinstallaties tijdelijk niet gebruikt, zoals dat in juni het geval was.

Bodemonderzoek

Ten slotte worden de inspanningen voor bodemonderzoek, inventarisatie en de sanering van gronden voortgezet. De gronden van oudere werkplaatsen  en spoorbundels zijn vaak gekenmerkt  door historische vervuiling. Milieuzorg was tot in de jaren ’70 van de vorige eeuw geen prioriteit, zodat op de oude sites voor het onderhoud van stoom- en dieseltreinen vaker bodemverontreiniging wordt aangetroffen. De aandacht gaat vandaag naar de sanering  van terreinen, in uitvoering van de bestaande wetgeving in de gewesten.

De NMBS heeft in totaal 380 sites onderzocht waar ooit risico-activiteiten plaatsvonden, waarvan 124 nog een sanering vereisen.  Een dergelijke sanering is zelden dringend en gebeurt doorgaans wanneer  een terrein een nieuwe bestemming krijgt. Tot de belangrijkste operaties van de jongste jaren behoren de sanering van het vroegere tractie-onderstation van Brussel-Zuid, van een voormalige werkplaats voor de herstelling van goederenwagens in Gent (2015) en van het terrein rond de watertoren van Thurn & Taxis in Brussel (2016).

Het terrein van de in 2016 verlaten onderhoudswerkplaats van Stockem, waar een tankstation voor dieseltreinen was gevestigd, wordt momenteel gesaneerd. Tegen 2022 komt een site aan bod in Brussel-Noord (met een oude stookolietank), delen van de terreinen van de werkplaatsen van Merelbeke, Mechelen, Kortrijk en Oostende en een site in Wondelgem, waar een historische vervuiling door een creo-soteerinstallatie voor houten dwarsliggers moet gesaneerd worden.

Terreinen die de NMBS niet langer nodig heeft, kunnen door hun ligging een belangrijke maatschappelijke meerwaarde bieden en een rol spelen in een duurzame stedenbouwkundige aanpak. Twee uitstekende voorbeelden zijn de terreinen van het vroegere Thurn & Taxis in Brussel, waar een heel nieuwe stadswijk met park groeit,  en de site van de vroegere werkplaats van Antwerpen-Dam, die omgevormd is tot een hip stadspark (Spoor Noord).

Tevens wil de NMBS nieuwe vervuiling vermijden dankzij nieuwe werkplaatsen die beter uitgerust zijn om deze te bestrijden of te behandelen door de milieureglementeringen nauwgezet te respecteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om de controle van stookolietanks, het bewaren van gevaarlijke producten in een inkuiping en het correct verwijderen van gevaarlijk afval.

Bij de afbraak  van oude werkplaatsen wordt erover gewaakt dat alle bodemgevaarlijke producten, leidingen en citernes met zorg worden verwijderd, geledigd en gereinigd. Ook bij de verhuur van een NMBS-terrein aan bijvoorbeeld schroothandelaars of tankstations bestaat een risico op ernstige bodemverontreiniging.  Om dat zoveel mogelijk te vermijden, worden garanties opgenomen in de huurcontracten en worden preventieve controles uitgevoerd.

 

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten