Onderzoek naar inzet zelfrijdende bussen bij De Lijn
Vervoersmaatschappij De Lijn gaat samen met de steden Genk en Mechelen onderzoeken of zelfrijdende bussen haalbaar zijn in deze steden. Gesprekken met Leuven en Antwerpen over de start van een soortgelijke studie voor het inzetten van autonome shuttles zijn vergevorderd. De Lijn heeft reeds plannen om zelfrijdende passagiersbussen in te zetten op de nationale luchthaven in Zaventem
In Mechelen en Genk en binnenkort dus wellicht ook in Leuven en Antwerpen wordt nagegaan hoe de zelfrijdende bussen ruimtelijk kunnen worden ingepast, wat de gevolgen zijn voor de mobiliteit in het algemeen en of voldoende reizigers hiervoor interesse hebben. De betrokken steden en De Lijn willen zich alvast voorbereiden op de mobiliteit van de toekomst. Zelfrijdende voertuigen zijn immers veel dichterbij dan de meeste mensen denken.
“De zelfrijdende bus is spitstechnologie die tot de verbeelding spreekt. Wij willen de verbeelding tastbaar maken. Op Brussels Airport zijn we daar al langer mee bezig: nog dit jaar kiezen we een constructeur om een zelfrijdende shuttlebus voor de luchthaven te bouwen. In een stedelijke omgeving zal de toepassing complexer zijn, maar dat houdt ons niet tegen om nu al te starten met onderzoek. Vlaanderen investeert vandaag in innovatie om morgen helemaal mee te zijn”, verklaart directeur-generaal Roger Kesteloot van De Lijn.
Luchthaven
De bedoeling van het testproject op de luchthaven is om bussen autonoom te laten rijden op een parcours rond de luchthaven. Zo kunnen ze de klok rond een traject bedienen van ongeveer 5 km tussen de personeelsparking, de parkings in de cargozone en de bedrijven op de luchthaven. Het plan is dat ze elk uur 250 reizigers kunnen vervoeren met een snelheid van 15 tot 20 km/u. Op drukke momenten zou zelfs om de vier minuten een shuttlebus kunnen vertrekken. De bussen maken geen gebruik van een speciale bedding of van een systeem met magnetische geleiding, maar zullen zich gewoon tussen andere voertuigen en voetgangers bewegen. Als het testproject op de luchthaven succesvol verloopt, kunnen zelfrijdende bussen ook worden ingezet op andere bedrijventerreinen in landelijke gebieden.
“Zelfrijdende voertuigen zullen de mobiliteit ingrijpend veranderen. Om klaar te staan voor de toekomst zijn we samen met Brussels Airport Company al een hele tijd bezig met een testproject. De ontwikkelingen gaan echter zo snel dat we niet kunnen wachten op de afloop van het experiment op de luchthaven om pas dan na te denken over hoe we voort kunnen gaan. Daarom gaan we samen met Genk (in samenwerking met het Ziekenhuis Oost-Limburg) en Mechelen onderzoeken of een autonome shuttle kan ingepast worden in hun stad. De gesprekken over een studie met Antwerpen en Leuven zijn vergevorderd”, vervolgt Kesteloot.
Haalbaarheid
Het gespecialiseerde bureau BUUR zal tegen begin volgend jaar een haalbaarheidsstudie uitvoeren. Hierbij wordt vooral nagegaan welke verbindingen mogelijk zijn, welke trajecten daarbij kunnen horen en welke infrastructurele aanpassingen ze vergen. Daarnaast kijkt de studie ook naar de gevolgen voor de verkeerscirculatie en gaat ze na of voldoende reizigers hiervoor belangstelling zullen hebben.
Zodra er duidelijkheid is over een mogelijk traject, worden ook bewoners, handelaars en andere weggebruikers bij de studie betrokken. Als de studie uitwijst dat een zelfrijdende shuttle mogelijk is in één of meer steden, volgt in 2018-2019 een aanbesteding.
Een elektrische autonome shuttle is niet alleen verkeersveilig en duurzaam, maar maakt vooral een hoge frequentie van het aantal ritten mogelijk. Het is een voertuig dat zich zelfstandig en doorgaans met lage snelheid (gemiddeld 20 km/uur) door het verkeer beweegt. Dit gebeurt tot dusver op een kort, vast traject dat hiervoor is aangepast. Een autonome shuttle deelt de weg met ander verkeer, er is geen afzonderlijke infrastructuur nodig. Daarnaast houdt een dispatching het voertuig in de gaten. De technologie is dezelfde als degene die in zelfrijdende auto’s wordt gebruikt.
Stedelijke omgeving
Dat maakt autonome shuttles erg geschikt voor een stedelijke omgeving. Ze kunnen zorgen voor een aanbod met veel ritten en korte wachttijden, wat op maat is van steden met een grote vraag naar korte verplaatsingen. Door hun elektrische aandrijving stoten de shuttles geen schadelijke stoffen uit, wat goed is voor de luchtkwaliteit en de leefbaarheid. In steden is de investering ook te verantwoorden door het grote aantal potentiële gebruikers.
Op termijn kunnen autonome shuttles het openbaar vervoer fijnmaziger maken. Een voorbeeld is de bediening van een bedrijvenzone of een verderaf gelegen woonzone, waarvoor de bus nu extra moet rondrijden.
Dit kost tijd waardoor de reizigers langer onderweg zijn. Als ze voor het laatste stukje overstappen op een hoogfrequente shuttle verliest de bus geen tijd meer en zijn de reizigers sneller op hun bestemming.
Het is niet de bedoeling van De Lijn om autonome shuttles te veralgemenen op het hele net. Of autonome shuttles mogelijk zijn in nieuwe gebieden zal altijd eerst financieel en praktisch worden onderzocht.