Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Duurzaamheid

‘Renovatiegolf is er nog steeds niet’

“De renovatiegolf die het Renovatiepact op gang had moeten brengen, is er na drie jaar nog steeds niet”, stelt Vlaams volksvertegenwoordiger Valerie Taeldeman (CD&V). Daarom stelt ze onder de noemer Operatie renovatie tien maatregelen voor die de renovatiedrift van de Vlaming moeten opdrijven, met o.m. het invoeren van een renovatiecoach en het stimuleren van wijkrenovaties.

renovatiegolf
arkna - stock.adobe.com

“Om de vooropgestelde klimaat- en energiedoelstellingen te halen, moet de CO2-uitstoot dringend teruggedrongen worden. Volgens het jongste voortgangsrapport van het Vlaamse Mitigatieplan zijn gebouwen goed voor ongeveer één derde van de totale Vlaamse CO2-uitstoot. Het is dus niet verwonderlijk dat de aanpak van het verouderde Vlaamse woonpatrimonium terug te vinden is in heel wat plannen. Een hogere renovatiegraad zal niet alleen het wooncomfort en het energieverbruik in de woning verbeteren, wat vooral ten goede komt van de bewoner en zijn portemonnee, maar zal ook de CO2-uitstoot van de woning verbeteren, wat een positief effect zal hebben op het klimaat. De stijging van de renovatieopdrachten zal bovendien de werkgelegenheid in Vlaanderen stimuleren”, stelt volksvertegenwoordiger Valerie Taeldeman (foto).

“58% van de woningen in Vlaanderen dateert van vóór 1970. Dat zegt natuurlijk al veel over de ouderdom van ons woonpatrimonium. Cijfers uit het Grote Woononderzoek van 2013 drukken ons nog meer met de neus op de feiten: één miljoen Vlaamse woningen zijn toe aan renovatie. Voor 350.000 woningen zijn structurele ingrepen vereist en voor 650.000 woningen zouden relatief beperkte aanpassingen voldoende zijn. Er is dus veel werk aan de winkel.”

Ondertussen werden tal van initiatieven genomen om de renovatiegraad in Vlaanderen een boost te geven. Informatiecampagnes werden opgezet, premies werden ontwikkeld, sensibiliseringsacties werden op poten gezet en talrijke (kleinschalige) projecten om de Vlaming te steunen in zijn renovatieavontuur werden gestart. Ook de Vlaamse regering droeg haar steentje bij en lanceerde op 16 december 2014 het Renovatiepact met als doel de renovatiegraad van het Vlaamse woningpatrimonium sterk te verhogen en de energieprestatie ervan te verbeteren.

CD&V staat als partij volmondig achter de doelstellingen van het Renovatiepact van de Vlaamse regering, waar de partij deel van uitmaakt. “De renovatiegraad moet een versnelling hoger geschakeld worden en het Vlaamse woonpatrimonium moet energiezuiniger worden. Helaas zien we vandaag, drie jaar na de ondertekening van het pact, te weinig vooruitgang op het terrein. De woningpas en de hervorming van het EPC naar het EPC+ zijn stappen in de goede richting, maar wij willen meer. We willen extra stimulansen geven aan die Vlaamse gezinnen die om één of andere reden toch niet overgaan tot renovatie, terwijl hun woning die echt wel nodig heeft. Te vaak willen ze wel renoveren, maar zorgen hindernissen (bv. onvoldoende technische kennis, te weinig zicht op wie hen kan bijstaan in het renovatieproces of financiële belemmeringen) ervoor dat ze bij de voorbereiding afhaken. We willen hen dat extra duwtje in de rug geven zodat ze in de toekomst kunnen leven in een comfortabele en kwaliteitsvolle woning met een laag energieverbruik. Daarom lanceren we ‘Operatie renovatie’, een renovatieplan dat de Vlaming ertoe moet aanzetten het verouderde patrimonium te renoveren om zo de woonkwaliteit en het energieverbruik op een degelijk peil te brengen. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn eenvoudige procedures, begrijpelijke informatie en doeltreffende ondersteuning voor wie dit wenst”, stelt Taeldeman.

Drie jaar

Op 15 december 2017 organiseerde het VEA een studiedag om bij de derde verjaardag van het Renovatiepact een stand van zaken te geven. Daarbij werden vooral de woningpas en het EPC+ bekeken. “Wij ervaren die woningpas en het EPC+ zonder enige twijfel als positief. Hoewel de woningpas niet de initieel vooropgestelde integratie is van alle attesten voor een woning tot één bruikbaar document, is de pas zoals die nu is uitgewerkt een webtool die een duidelijk en mooi overzicht geeft van informatie over een woning die op verschillende plaatsen beschikbaar is. Daarenboven ziet het er naar uit dat de uitbreidingen die voor de nabije toekomst in het vooruitzicht worden gesteld, zullen zorgen voor nog heel wat bijkomende modaliteiten. Het EPC+ is ook ontegensprekelijk een verbetering. Het herwerkte certificaat is heel wat duidelijker en overzichtelijker dan het certificaat zoals we dat nu kennen en is daardoor beter te begrijpen en veel gebruiksvriendelijker voor het publiek. Maar hoewel beide positief geëvalueerd worden, is CD&V van mening dat het EPC+ en de woningpas samen een te magere tussentijdse balans leveren voor drie jaar Renovatiepact”, meent Taeldeman.

“Toen voormalig minister van Energie Annemie Turtelboom op 16 december 2014 samen met verschillende bedrijven en organisaties het Renovatiepact ondertekende, stelde ze dat een grondige verbetering van de energieprestatie van het Vlaamse woningenbestand dringend nodig was en dat de renovatiegraad in Vlaanderen hoger moest. De ambitie was om het Renovatiepact af te ronden tegen de zomer van 2015. Op de ministerraad van 15 juli 2015 bleek het Renovatiepact na dat half jaar echter nog niet klaar te zijn. In overleg met alle stakeholders en via verschillende werkgroepen werden ‘werven’ en ‘bouwstenen’ voor het pact bepaald. Daarbij zouden de bouwstenen de strategische krijtlijnen van het renovatiepact vormen en de werven hefboomacties moeten vormen met een wezenlijke impact op de bereidheid van woningeigenaars om te investeren in een doorgedreven woningrenovatie.”

De Vlaamse regering besliste toen om via beperkte werkgroepen het pact te concretiseren en te implementeren, o.a. door de ‘werven’ uit te diepen. De woningpas (werf 2 - concept van woningpas voort concreet uitwerken), het herzien van de REG-premies (werf 6 - financiële ondersteuningsmaatregelen) en het energiearmoedeprogramma (werf 9 - energiearmoedeprogramma) zijn volgens CD&V slechts drie van de tien vooropgestelde werven die echt uitgewerkt en uitgediept zijn. De herwerking van het EPC tot EPC+, wat bij de aanvang van het renovatiepact niet gepland was, is wel positief. Dit kan gezien worden als de uitdieping van werf 3 (uitwerken renovatieadvies). Hoe ver het staat met de andere werven is voor de partij helemaal niet duidelijk.

“In het kader van de evaluatie van drie jaar Renovatiepact kunnen we behalve de uitwerking en het concreet vormgeven van het pact ook bekijken wat de effectieve verbetering van de renovatiegraad en van de energieprestaties is ten opzichte van vorige jaren. Omdat er nog geen nieuw Groot Woononderzoek is, baseert CD&V zich daarvoor op de REG-enquête die in het najaar van 2017 werd voorgesteld. Uit die gegevens blijkt dat het Renovatiepact nog niet zo heel veel heeft teweeggebracht. Zo leert Figuur 1 dat tussen 2013 en 2017 de vooruitgang met betrekking tot dak-, vloer- en kelderisolatie eerder beperkt is. In muurisolatie is er tussen 2015 en 2017 zelfs geen progressie. De vermindering van het aantal woningen met enkel glas is maar klein en lijkt van 2015 tot 2017 zelfs te stagneren.

“Figuur 2 maakt duidelijk dat de informatiebronnen van de Vlaamse overheid inzake renovatie eerder beperkt bekend zijn. De term ‘benoveren’, die op de studiedag van 14 december 2016 naar aanleiding van twee jaar Renovatiepact werd voorgesteld als dé boodschap waarmee gecommuniceerd zou worden, is voorlopig nog maar bij 30% van de Vlamingen bekend”, weet Taeldeman.

“Het aantal Vlaamse gezinnen die plannen hebben om energiebesparende ingrepen uit te voeren aan hun woning binnen een termijn van vijf jaar is heel beperkt, ondanks de ambitie van het Renovatiepact om de energieprestatie van de Vlaamse woningen dringend te verbeteren. De Beroepsvereniging van het Krediet merkt op dat het aantal kredietaanvragen tussen 2016 en 2017 gezakt is van 260.000 naar 243.000. Die vermindering in het aantal kredietaanvragen is volgens hen ‘omzeggens volledig toe te schrijven aan het kleinere aantal renovatieaanvragen’. Dat is een bijkomend bewijs dat de renovatiegolf die het pact op gang had moeten brengen er nog steeds niet is”, stelt de volksvertegenwoordiger.

Actieplan

Valerie Taeldeman lanceert het actieplan ‘Operatie renovatie’ met alle aspecten waarvan haar partij vindt dat zij onontbeerlijk zijn om de renovatiegraad in Vlaanderen op te trekken. “Ook huurders vallen onder het doelpubliek van sommige maatregelen. Eigenaarsverhuurders vormen een specifieke doelgroep in het renovatieverhaal. In vele gevallen zien zij het nut niet in van renoveren omdat hun (verouderde) (huur)woning toch verhuurd raakt. Omdat de partij van mening is dat deze doelgroep specifieke aandacht behoeft om ook meer slechte huurwoningen te gaan renoveren, wordt hierop de focus gelegd in het tweede deel van dit actieplan.”

EPC+

“Het huidige EPC, dat de kandidaat-koper of -huurder een idee geeft van het energieverbruik van de woning, is een onduidelijk document met weinig concrete informatie. Daarenboven zijn vele mensen niet echt in staat om het E-peil of het energieverbruik dat op het EPC vermeld staat in kWh/m² correct te interpreteren. Daarom pleitte CD&V steeds voor een bijsturing van dit certificaat tot een bruikbaar document dat duidelijke en objectieve informatie zou geven waarmee niet-experts en potentiële kopers of huurders meteen aan de slag kunnen gaan. Die bijsturing lijkt er met het EPC+ nu te komen. Zo staat in de conceptnota ‘opvolging stand van zaken en verder plan van aanpak voor de uitwerking van het Renovatiepact’ dat de standaardaanbevelingen uit het huidige EPC in het EPC+ vervangen zullen worden door een maatregelenpakket op maat van de specifieke woning. Dat pakket beschrijft de werken en de bijhorende standaard-investeringskosten die nodig zijn om de woning te renoveren.”“Uit de voorstelling van het EPC+ tijdens de studiedag naar aanleiding van drie jaar Renovatiepact blijkt dat in het certificaat een gekleurd energielabel zal opgenomen worden dat de energetische toestand van een woning in één oogopslag toont. CD&V staat volmondig achter de voorgestelde omvorming van het EPC tot EPC+. De partij is wel van mening dat het EPC+ nog uitgebreid moet worden met het aspect woonkwaliteit. Energieverbruik en woonkwaliteit zijn immers nauw met elkaar verbonden. Zo zal een gezin dat renoveert om zijn woning energiezuiniger te maken, die werkzaamheden meer dan waarschijnlijk combineren met het verbeteren van de woonkwaliteit. Bij projecten in Nederland blijkt dat mensen moeilijk warm te maken waren voor een pure energierenovatie. Wanneer het energiezuinig maken van de woning werd uitgebreid met het aspect woonkwaliteit, zoals een nieuwe keuken of badkamer, stonden meer mensen open voor de werken en was er een groter draagvlak voor de renovaties.”

Het is de overtuiging van Taeldeman en haar partij dat een EPC+ dat uitgebreid is met woonkwaliteit de eigenaars sneller zal overtuigen tot renovatie. “Wanneer het uitgebreide EPC+ aangeeft dat er CO-gevaar is en dat de elektrische installatie niet in orde is, met gevaar voor elektrocutie en/of ongezonde leefomstandigheden, zullen de eigenaars sneller overgaan tot actie. Energieproblemen alleen alarmeren de eigenaars onvoldoende. Daarom stelt CD&V voor om ook de woonkwaliteit mee in het EPC+ te integreren via de checklist die nu gekoppeld is aan de aanvraag voor een conformiteitsattest en/of de vragenlijst over woonkwaliteit die het Steunpunt Wonen uitwerkte. Het project Goed Plan dat Samenlevingsopbouw van de provincie Antwerpen samen met de gemeenten Heist-op-den-Berg en Herselt heeft uitgewerkt om huurwoningen zowel op het vlak van energie als woonkwaliteit in orde te brengen, leert dat de integratie van energie en woonkwaliteit in één attest mogelijk is.”

“Tijdens de gedachtewisseling over het Renovatiepact in de commissie Energie van 24 januari 2018 verwees Vlaams minister Tommelein naar de integratie van de vragenlijst van het Steunpunt Wonen via een aangepaste webtool in de woningpas. Hierbij zou de bewoner de vragenlijst zelf kunnen invullen om een beeld te krijgen van de woonkwaliteit in de woning. Dat de bewoner de vragenlijst zelf moet invullen, is volgens CD&V net het nadeel van deze aanpak, omdat de bewoner mogelijk niet over de kennis beschikt of niet de juiste gegevens heeft om de vragenlijst correct en waarheidsgetrouw in te vullen.” De kans dat de bewoner alles net iets beter voorstelt dan in werkelijkheid het geval is, is volgens de partij reëel.

Voor de opmaak van het EPC+ komt een deskundige aan huis. CD&V stelt voor dat diezelfde deskundige ook de woonkwaliteit in kaart zou brengen. Aan de hand van de eerder vermelde checklist/vragenlijst en een minimum aan bijkomende opleiding en begeleiding van de energiedeskundigen, moet het voor de energiedeskundige zeker mogelijk zijn om een document af te leveren dat enerzijds een zicht geeft op het energiegebruik in de woning en anderzijds over de woonkwaliteit. Ten slotte is CD&V van mening dat, in tegenstelling tot wat in de conceptnota over 'opvolging stand van zaken en verder plan van aanpak voor de uitwerking van het renovatiepact' staat, het EPC+ ook het advies moet kunnen geven om een woning af te breken.

Woonloket

Wie gaat renoveren of bouwen kan op dit moment terecht bij heel wat verschillende instanties voor verscheidene zaken. Een omgevingsvergunning moet gevraagd te worden bij de gemeentelijke dienst. Bij de huisvestingsdienst of woonwinkel kan meer informatie gegeven worden over duurzaam (ver)bouwen, bij het Energiehuis van de gemeente kan een lening gevraagd worden om energiebesparende investeringen te financieren en de distributienetbeheerder staat in voor de energiepremies, net als sommige gemeenten en zelfs provinciebesturen. De dienstverlening inzake wonen en energie zit dus nogal verspreid.

“Daarom is CD&V van mening dat in elke gemeente één centraal loket moet komen waar alle bovenstaande dienstverlening gecentraliseerd zit. Dit Woonloket moet de plaats worden waar de burgers terecht kunnen met al hun vragen die betrekking hebben op wonen, (ver)bouwen en energie. Op 12 mei 2017 heeft de Vlaamse regering beslist om het takenpakket van de Energiehuizen uit te breiden. Zij moeten het aanspreekpunt worden voor mensen met vragen over energie en over renovatie om de energetische toestand van een woning te verbeteren. Daarnaast financiert de Vlaamse regering ook al verschillende jaren intergemeentelijke samenwerkingsprojecten inzake wonen. Gemeenten kunnen hier instappen ter ondersteuning van hun lokaal woonbeleid. Dergelijke initiatieven hebben reeds hun nut bewezen”, meent Taeldeman.

CD&V onderschrijft de waarde en het belang van deze goed werkende initiatieven, maar is van mening dat ze moeten samengevoegd worden, in dezelfde zin als het energie- en woonbeleid in Vlaanderen veel meer op elkaar moeten afgestemd worden. “Door de krachten te bundelen en de kennis die nu verspreid zit, samen te brengen in één loket zal de dienstverlening voor de burgers verbeteren en vereenvoudigen en zal voor de mensen veel duidelijker zijn waar zij terecht kunnen met al hun vragen. Het Woonloket zal in elke gemeente fungeren als frontoffice loket. Hierbij wordt vertrokken vanuit de bestaande voorzieningen, maar het is de bedoeling een universeel frontofficeloket uit te bouwen dat in elke gemeente gelijkaardig georganiseerd en ingevuld wordt. Voor specifieke kennis en ondersteuning kunnen de Woonloketten (bv. per provincie) terugvallen op een multidisciplinair backoffice team. De provinciale steunpunten Duurzaam Wonen en Bouwen zouden hierin een rol kunnen spelen. De huidige gemeentelijke dienst die de omgevingsvergunning aflevert, blijft naast het Woonloket bestaan”, schetst Valerie Taeldeman.

Renovatiecoach

“Verschillende stakeholders onderstrepen het belang van ontzorging met betrekking tot renovatie. CD&V is dan ook absoluut overtuigd van het nut en de toegevoegde waarde van ontzorging. Via ontzorging kunnen gezinnen die niet tot renovatie overgaan vaak er toch van overtuigd worden om hun woning te renoveren. CD&V is dan ook verbaasd dat ontzorging geen deel uitmaakt van de conceptnota over de ‘opvolging stand van zaken en verder plan van aanpak voor de uitwerking van het Renovatiepact”.

“Op dit moment wordt overal in Vlaanderen steeds meer aan ontzorging gedaan. Ontzorgingsinitiatieven komen er in het algemeen op neer dat mensen extra bijgestaan worden bij het regelen van een aantal zaken, bv. omdat zij onvoldoende kennis hebben of omdat zij te weinig tijd hebben. De ontzorging in het geval van renovatiewerken gaat bv. over het maken van een gepersonaliseerd plan van aanpak op maat van de woning, het aanvragen en vergelijken van offertes bij aannemers, het kiezen van technieken en materialen, het vragen van premies, ... Daarbij valt op dat al die initiatieven vaak heel verschillend en uiteenlopend zijn, o.a. betreffende de initiatiefnemer, het niveau, de doelgroep en het aanbod. Deze diversiteit zorgt ervoor dat het aanbod waar de inwoner van de ene gemeente een beroep kan op doen helemaal anders is dan dat van een bewoner van een andere gemeente. Een bijkomende problematiek is dat het voortbestaan van vele van de huidige ontzorgingsprojecten onzeker is omwille van financiële redenen. Heel vaak gaat het over tijdelijke projecten door de afhankelijkheid van bepaalde ad-hoc financiering, waardoor hun bereik vaak beperkt is.”

CD&V stelt vast dat de ontzorgingsinitiatieven bij een renovatie heel vaak de taken opnemen die, moest het gaan over vergunningsplichtige werken, de verantwoordelijkheid zouden zijn van de architect. “Dat doet besluiten dat er een leemte is inzake begeleiding van mensen die denken aan het renoveren van hun woning waarvoor geen vergunning vereist is. CD&V stelt voor om die leemte op te vullen door een renovatiecoach. De partij ziet de renovatiecoach als een benovatiecoach met een uitgebreider takenpakket. Terwijl een benovatiecoach alleen ondersteuning geeft in het geval van collectieve energierenovatieprojecten moet een renovatiecoach ook voor ondersteuning en begeleiding zorgen bij werken ter verbetering van de woonkwaliteit. CD&V vraagt dat de Vlaamse regering een lijst van minimale voorwaarden maakt waaraan een renovatiecoach moet voldoen. Een duidelijk omschreven takenpakket, neutraal zijn en objectieve informatie geven aan gezinnen met renovatieplannen moet daar zeker bij zijn. Opvolging en controle van erkende renovatiecoaches door de overheid is noodzakelijk om er zeker van te zijn dat ze aan de vooropgestelde eisen voldoen en kwaliteitsvol werk afleveren”, stelt CD&V.

CD&V stelt ook vast dat de bestaande ontzorging heel vaak gericht is op kansengroepen. Maar ook mensen die niet tot die kansengroep behoren, zijn vragende partij voor ondersteuning. Daarom wil die partij dat iedereen die renoveert en die dat wenst een beroep moet kunnen doen op de ontzorging van een renovatiecoach, ongeacht woonplaats, samenstelling van het gezin, inkomen, …

“CD&V stelt voor dat wie in het geval van een renovatie de extra dienstverlening van een renovatiecoach inschakelt, dit doet op eigen initiatief (eventueel na doorverwijzing vanuit het Woonloket) en dan ook bereid is om te betalen voor die ondersteuning. Dit is naar analogie met de burgers die bij vergunningsplichtige werken bijkomende diensten vragen aan de architect. Om niemand uit te sluiten van de renovatiecoach moet de Vlaamse regering ervoor zorgen dat de kost zo laag mogelijk blijft. CD&V stelt voor dat de Vlaamse regering vastlegt wie gratis of tegen een sterk verlaagd tarief een beroep kan doen op een renovatiecoach.”

Renovatieadvies

CD&V is van mening dat het renovatieadvies een belangrijk onderdeel van het aanbod van het ontzorgingsinitiatief zou moeten zijn. “Uit de conceptnota over de ‘opvolging stand van zaken en verder plan van aanpak voor de uitwerking van het Renovatiepact’ is echter op te maken dat de eigenaar van de woning het renovatieadvies zelf zal moeten maken via een webtool. De voorgestelde maatregelen uit het EPC+ moeten de basis van het renovatieadvies vormen. Eventueel kan de woningeigenaar de hulp inroepen van een energiedeskundige. Wel krijgt de woningeigenaar het advies om vooraleer tot uitvoering over te gaan het renovatieadvies te bespreken en te laten verifiëren. De webtool zou een wegwijzer bevatten die aangeeft bij wie de woningeigenaar daarvoor terecht kan.”

“Waar een EPC+ via het maatregelenpakket aangeeft welke maatregelen overwogen zouden kunnen worden en welke technieken hier eventueel voor gebruikt kunnen worden, wil CD&V dat elke erkende renovatiecoach een gericht renovatieadvies voor een specifieke woning kan maken. Dit advies wordt gemaakt op basis van een plaatsbezoek en volgens de energetische en kwalitatieve toestand van de woning. Voor heel wat mensen zal het maken van een renovatieadvies net weer een extra drempel zijn om tot renovatie over te gaan, terwijl het net de bedoeling is om drempels weg te nemen.”

 “Om te komen tot een degelijk en gedetailleerd renovatieadvies gebruikt de renovatiecoach de standaard beslissingsboom die door de Vlaamse regering is uitgewerkt en die ook als één van de voorwaarden zou kunnen gelden om erkend te worden als renovatiecoach. Ook deze specifieke denkoefening gebeurt in overleg met de eigenaars zodat, indien nodig, de renovatiecoach bijkomende informatie kan geven inzake technieken, materialen, praktische regelingen, financiële consequenties, enz. Resultaat is een duidelijk, allesomvattend renovatieadvies dat beschrijft welke ingrepen moeten uitgevoerd worden om de energetische toestand en de woonkwaliteit van de woning op peil te brengen of te verbeteren. Het renovatieadvies bevat ook een stappenplan waaruit blijkt in welke volgorde verschillende werken best uitgevoerd worden als er voor gekozen wordt om die te spreiden in de tijd.”

Wijkrenovatie

De Vlaamse regering wil wijkrenovaties stimuleren. Ze doet dit door via de distributienetbeheerder benovatiecoaches beschikbaar te stellen die advies verlenen en ondersteuning geven bij collectieve (energie)renovatieprojecten. De benovatiecoach wordt gefinancierd door de burenpremie die hoogstens 400 € per woning of wooneenheid bedraagt. “Mijn partij staat volledig achter het idee van wijkrenovatie, maar zou de begeleiding en ondersteuning, die nu specifiek gericht is op energiebesparende maatregelen graag uitgebreid zien naar werken ter verbetering van de woonkwaliteit. Voorts stelt CD&V voor dat de wijkrenovaties, gezien de voordelen op verschillende vlakken, veel meer proactief gestimuleerd zouden moeten worden door de lokale besturen. Dit zou een taak voor de Woonloketten kunnen zijn. Als regisseurs van het lokale woonbeleid hebben lokale besturen een goed beeld van de organisatie van hun woningen, wijken en buurten. Zij kunnen perfect in kaart brengen waar een wijkrenovatie nodig, mogelijk, aangewezen en praktisch uitvoerbaar is. Dat zou bijvoorbeeld kunnen aan de hand van thermografische kaarten die het warmteverlies via het dak in beeld brengen. De huisbezoeken die uitgevoerd zullen worden naar aanleiding van de omschakeling van laag- naar hoogcalorsisch gas (in bepaalde delen van Vlaanderen) kunnen misschien ook aangewend worden door de gemeenten om de toestand van de woningen in de gemeente in kaart te brengen en na te gaan waar renovatie zeker noodzakelijk is. De begeleiding door een renovatiecoach, het financieel voordeel ten gevolge van de schaalgrootte van de werken en de burenpremie zijn hierbij bijkomende stimulansen.”

Eén premie

Wie wil renoveren, kan een beroep doen op verschillende premies en tegemoetkomingen. Enerzijds is er de Vlaamse renovatie- en verbeteringspremie die valt onder het woonbeleid (aanpassingspremie is niet van toepassing op renovatiewerken). Anderzijds zijn er REG-premies die aangeboden worden door de distributienetbeheerders en vallen onder energiebeleid. “Door die opdeling is het voor de mensen met renovatieplannen niet altijd duidelijk waar ze recht op hebben, waar ze terecht kunnen of waar welke premie-aanvraag moet worden ingediend. Bovendien zijn deze premies een complex geheel en de ingewikkelde procedures vormen voor velen een grote drempel.”

 Daarom stelt CD&V voor om de beide premiestelsels, dus de renovatiepremies en de REG-premies, samen te voegen, net als de middelen die hiervoor voorzien worden. Zo kan het Woonloket één ondersteuningspakket aanbieden voor renovatiewerken die zich toespitsen op de energetische toestand en de kwaliteit van de woning. Doorslaggevend argument om deze premies samen te voegen is dat er totaal geen toegevoegde waarde ligt in het blijven in stand houden van de splitsing van woon- en energiepremies. Bovendien wordt het premiekluwen een stuk eenvoudiger voor wie renoveert.”

 “CD&V is van mening dat renoveerders niet alleen op korte maar ook op middellange termijn moeten kunnen inschatten welke financiële ondersteuning ze kunnen krijgen voor hun renovatiewerken. Daarom moet een premiestelsel, na een eventuele aanpassing, steeds gedurende een aantal jaren van kracht zijn. Zo kunnen gezinnen met renovatieplannen duidelijk inschatten welke premies en welke bedragen ze kunnen krijgen wanneer ze renoveren in verschillende stappen.” Het is volgens Valerie Taeldeman het Woonloket dat de aanvragen voor premies behandelt en zij staan gezinnen ook bij bij het invullen van de aanvraag en de berekening.

Overheidsfonds

Het OCMW van Gert startte in 2015 het testproject ‘Dampoort KnapT OP’. Tien noodkopers kregen elk een budget van 30.000 € om te spenderen aan de renovatie van hun woning. Voor die renovatie kregen de woningeigenaars begeleiding van Community Land Trust (CLT) Gent. Wanneer de eigenaars op termijn hun woning verkopen, moeten ze het geleende bedrag terugbetalen aan de stad Gent samen met een deel van de gerealiseerde meerwaarde. Begin 2018 lanceerde de stad Gent dit testproject opnieuw. CD&V wil dat de Vlaamse regering onderzoekt op welke manier een project zoals dat in Gent opgeschaald kan worden naar heel Vlaanderen. “De doelstelling moet zijn dat woningeigenaars met renovatieplannen maar met een gebrek aan middelen een beroep kunnen doen op het overheidsfonds. Eventueel kan de doelgroep van wie een beroep kan doen op het renovatiefonds en de doelgroep die gratis een beroep kunnen doen op een renovatiecoach afgestemd worden op elkaar.”

CD&V blijft ook voorstander van een energielening waar iedereen een beroep kan op doen en niet alleen de prioritaire doelgroep. “Het grote verschil tussen de energielening en het overheidsfonds is dat de energielening op een termijn van tien jaar moet worden terugbetaald terwijl de middelen uit het renovatiefonds in één keer moeten terugbetaald worden, maar wel pas wanneer de woning van eigenaar verandert.”

Verhuurders

Op dit moment is de renovatiepremie voorzien voor eigenaars-bewoners en voor verhuurders die hun woning verhuren via een sociaal verhuurkantoor. CD&V wil de renovatiepremie uitbreiden naar eigenaars-verhuurders zodat ook op de private markt geïnvesteerd kan worden in woonkwaliteit en energiezuinigheid. “In dit kader willen we graag bijkomende voorwaarden opleggen zoals het toepassen van een maximale huurprijs en een minimale verhuurperiode om kwaliteit, betaalbaarheid en woonzekerheid te garanderen. Bovendien blijft zo de meerkost voor de Vlaamse overheid beperkt.” Inzake de renovatiepremie voor eigenaars-verhuurders heeft CD&V reeds een conceptnota ingediend in het Vlaamse parlement.

Fiscaliteit

Momenteel zijn er heel wat fiscale maatregelen inzake wonen/woonkwaliteit en energie/energieprestatie. “Bovendien zijn aan die maatregelen vaak verschillende voorwaarden en regels verbonden die de transparantie verminderen en zo de effectiviteit dreigen te ondermijnen. Zo moet men voor het verlaagde btw-tarief van 12% voor woningen die verhuurd worden aan een sociaal verhuurkantoor (svk) minstens 15 jaar verhuren aan een svk, terwijl men voor de verlaagde registratiebelasting en schenkingsbelasting maar negen jaar moet verhuren. Investeringen in energiezuinige woningen worden in de onroerende voorheffing gestimuleerd indien men aan bepaalde voorwaarden inzake het E-peil voldoet, terwijl men voor een lagere verkoopbelasting binnen de vijf jaar ingrijpend energetisch moet renoveren volgens de definitie van het Energiebesluit. Bij de schenkingsbelasting krijgt men dan weer een verlaagd tarief door energiebesparende werken uit te voeren van minstens 10.000 €. Ook wat huur betreft, is de schenkbelasting soepeler omdat men binnen de drie jaar een huurovereenkomst moet sluiten van minstens negen jaar indien men een verlaagd tarief wil krijgen, maar hier is geen link met sociale huur/svk.”

CD&V vindt dat de logica in deze fiscale maatregelen zoek is en wenst meer coherentie in de fiscale ondersteuning van huur en renovatie. Met het decreet houdende de rationalisering van fiscale gunstmaatregelen worden een aantal anomalieën weggewerkt, maar er is nog ruimte voor verbetering.

Afbraak en heropbouw

Momenteel is in enkele steden en gemeenten een lager btw-tarief van toepassing op afbraak en heropbouw. CD&V stelt voor om dit verlaagde btw-tarief uit te rollen over het hele grondgebied van Vlaanderen. Uit onderzoek blijkt echter dat dit omwille van Europese regelgeving niet mogelijk is. Wat volgens hen wel kan, is een btw-verlaging invoeren in het kader van sociaal beleid. “Ons voorstel om de btw in geval van afbraak en heropbouw te verlagen van 21 naar 6% wordt gelinkt aan het sociale woonbeleid door een beperking in te stellen voor de oppervlakte van de nieuwe woning. Door afbraak en heropbouw te stimuleren, wil CD&V vermijden dat gemeenschapsgeld wordt gespendeerd aan het renoveren van woningen die beter niet meer gered zouden worden. Met de voorwaarde dat de woonoppervlakte beperkt moet worden, speelt deze actie eveneens in op de doelstelling van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen om de ruimte-inname te beperken. Tegelijkertijd zal hierdoor het aanbod aan kleinere maar betaalbare woningen toenemen.”

Inzake het lager btw-tarief in geval van afbraak en heropbouw heeft CD&V reeds een wetsvoorstel ingediend. “Een alternatief voorstel voor de uitbreiding naar heel Vlaanderen van het lagere btw-tarief voor afbraak en heropbouw is een sloop- en nieuwbouwpremie en dergelijke premie moet de afbraak van woningen stimuleren in die delen van een gemeente of stad waar nog heel veel oude woningen staan die energetisch en kwalitatief niet in orde zijn. In Lokeren, Menen, Blankenberge en Wervik bestaat een dergelijk premiesysteem al. Voor elke euro die in bepaalde zones geïnvesteerd wordt in de afbraak van een oude en de bouw van een nieuwe woning legt de gemeente of stad een euro bij. Naar het voorbeeld van de sociale huisvestingsmaatschappijen die een sloop- en nieuwbouwpremie krijgen vanuit het klimaatfonds zou de Vlaamse overheid daar ook nog een euro kunnen bijleggen. Uiteraard wordt een maximumlimiet vastgesteld.”

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten