Spoorwerken tussen Brussel en Denderleeuw afgerond

De werkzaamheden aan de 15 km lange spoorlijn tussen Anderlecht en Sint-Katherina-Lombeek begonnen in april 2008. Al die jaren werd  aan de nieuwe spoorinfrastructuur gewerkt terwijl de middelste twee sporen steeds in gebruik bleven. Eind januari 2016 werden deze twee nieuwe (buitenste) sporen (lijn 50C) in gebruik genomen. Aansluitend startte Infrabel met de volgende fase van de werken: de modernisering van de twee bestaande (middelste) sporen van de lijn 50A. Vandaag, bijna drie jaar later, zijn ook deze werken voltooid waardoor de drukste spoorverbinding van ons land (de as Brussel - Denderleeuw - Gent) nu tussen Anderlecht en Sint-Katherina-Lombeek over vier kwalitatieve sporen beschikt. Dagelijks passeren hier 275 treinen (in beide richtingen) en tijdens de spitsuren kan dit aantal oplopen tot 25 treinen per uur.

Infrabel investeerde in totaal 540 miljoen € in de bouw van de twee nieuwe sporen en de vernieuwing van de twee bestaande sporen (lijn 50A) tussen Brussel en Denderleeuw. De uitbreiding naar vier sporen maakt deel uit van het Gewestelijk ExpresNet (GEN) om per spoor de mobiliteit van en naar de hoofdstad stapsgewijs te optimaliseren. In maart werden ook de GEN-werken op de spoorlijn Brussel - Ottignies (lijn 161) hervat en in augustus zijn de voorbereidende werken aan de spoorlijn Brussel - Nijvel (lijn 124) eveneens opnieuw gestart. Momenteel zijn de GEN-assen Brussel - Halle (lijn 96N sinds 1996) en Brussel-Leuven (lijn 36N sinds 2006) al in gebruik. In 2016 werd ook de Schuman-Josafattunnel opengesteld voor het treinverkeer.

100.000 dwarsliggers

Er kwamen heel wat technische hoogstandjes kijken bij de uitvoering van de infrastructuurwerken. Verspreid over het 15 km lange spoortraject werd eerst de bedding aangelegd en vervolgens de nieuwe funderingen en spoorinfrastructuur. Bij de grondwerken werd 1.500.000 ton steenslag (ballast) als onderlaag aangebracht. Bij de spooraanleg werden 100.000 dwarsliggers gebruikt en werden 1.200 nieuwe bovenleidingspalen geplaatst. In totaal installeerde Infrabel ook 80 nieuwe seinen, 200 veiligheidsbakens voor de seinen en 28 seinketen langs de nieuwe sporen.

In totaal werden op het volledige traject ongeveer 50 bruggen gebouwd en vernieuwd, waaronder het 522 m lange Pedeviaduct (een beschermd monument) in Dilbeek. Andere belangrijke kunstwerken zijn onder andere de nieuwe spoorbruggen over het kanaal Brussel-Charleroi en over de Ninoofsesteenweg in Schepdaal. In Itterbeek (Dilbeek) kwam ook een nieuw tractieonderstation dat instaat voor de stroomtoevoer naar de bovenleiding om de treinen elektrisch te laten rijden. Aan de spoorknooppunten van de vertakkingen in Anderlecht en Lombeek werden met een 100 ton zware Kirow-kraan 28 nieuwe wissels geplaatst.

Tuc Rail, het studiebureau voor de spoortechnologie van Infrabel dat alle werken heeft gecoördineerd, maakte gebruik van een vijftigtal marathonwerkweekends waarbij telkens meer dan 50 uren non-stop werd gewerkt. Hierbij waren soms meer dan 100 mensen actief op het terrein en werden verschillende werktreinen (sporen, seininrichting, bovenleiding) ingezet. Tijdens al deze werkweekends werd het treinverkeer in beide richtingen omgeleid via het westelijke ringspoor Brussel-Zuid - Jette (lijn 28) en de spoorlijn Jette - Denderleeuw (lijn 50). In een latere fase, vanaf midden 2020, komen nog verbeteringen aan de inrit van Brussel-Zuid, namelijk de aansluiting van 3 km met Anderlecht. De komende 18 maanden werkt Infrabel in die zone aan de spoorbedding, de aanleg van de lijn 50A tot het spoorrooster van Brussel-Zuid en de vernieuwing van de bruggen Gerijstraat en Zenne.