Steun hernieuwbare energie wordt aantrekkelijker

De totale steun verhoogt niet, maar de drempels voor grotere zonnepaneleninstallaties worden weggewerkt. De groenestroomcertificaten voor windmolens worden gespreid over twintig jaar en burgers die mee investeren in projecten worden beloond.

De jongste cijfers bewijzen dat burgers massaal zonnepanelen op hun dak leggen. Eind augustus waren er al meer dan 27.000 nieuwe geplaatst bij particulieren, dat is 82% van het jaarlijkse streefdoel voor kleinere installaties. De kaap van 300.000 zonnepaneleninstallaties werd recent gerond. Jammer genoeg komen er amper middelgrote pv-installaties bij: van januari tot eind augustus slechts 115, of maar 16% van wat jaarlijks nodig is. De grote installaties vormen een nog groter probleem: daarvan verdwenen er vier, terwijl er elk jaar 177 zouden moeten bijkomen. Met doordachte aanpassingen aan de ondersteuning wil Vlaams minister van Energie Bart Tommelein het tij keren.

“We hebben die grotere zonnepaneleninstallaties echt nodig. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) verkondigde eind augustus dat de kernuitstap niet haalbaar is. Maar als onze bedrijven, die er alleen maar voordeel bij hebben als ze in hernieuwbare energie investeren, evenveel inspanningen zouden doen om zonnepanelen op hun daken te leggen als particulieren, dan zouden we al een pak verder staan in onze energieomslag”, stelt Tommelein.

Grote projecten

Voor grote zonnepanelenprojecten (>10 kWp) zal de steun via groenestroomcertificaten verkort worden van 15 naar 10 jaar. Een kortere termijn maakt een investering minder risicovol en dus interessanter. Dat is een belangrijke stimulans voor derdepartijfinanciering, waarbij iemand anders het project financiert en de investering wordt terugbetaald met wat men bespaart op de energiefactuur.

Daarnaast wordt het verplichte percentage zelfafname voor middelgrote zonnepaneleninstallaties teruggebracht van 65 naar 60%, en voor grote projecten naar 55%. Deze te strenge eisen wogen op de rendabiliteit en hielden tot nu toe grote pv-projecten tegen.

De ondersteuning voor windturbines wordt gespreid over 20 jaar. Vandaag krijgen die gedurende 15 jaar groenestroomcertificaten, vóór 2013 was dat zelfs maar 10 jaar. Nochtans hebben windturbines een levensduur van 20 jaar. Na die eerste 10 of 15 jaar kan de steun verlengd worden, maar die is soms zo beperkt dat het risico bestaat dat eigenaars oudere turbines afbreken en opnieuw opbouwen in het buitenland.

“Dat gebeurde eerder al in Nederland en zou onze Vlaamse winddoelstellingen in gevaar brengen. Nieuwe windturbines zullen daarom 20 jaar lang groenestroomcertificaten krijgen, maar wel met een rendement van 7,5% in plaats van 8%. Op die manier blijft de kostprijs gelijk. Ook de regels voor verlenging van de steun worden aangepast”, aldus Tommelein.

Burgers

Een opvallende nieuwigheid is de bijkomende parameter ‘Burgerparticipatie’. Bart Tommelein wil grote projecten die minstens 200 burgers laten participeren, belonen. Een windturbineproject zal ongeveer 1.000 € per jaar via groenestroomcertificaten extra krijgen, een groot zonnepanelenproject 150 €.  “Het is opvallend hoe burgerparticipatie het noodzakelijke draagvlak voor de energie-omslag verhoogt. Daar mag wat extra ondersteuning tegenover staan”, vindt de minister.

“Wie denkt dat ik wacht tot de bedrijven in gang schieten, slaat de bal volledig mis. We maken de steunmechanismes, die er blijkbaar onvoldoende mensen van overtuigden om te investeren in hernieuwbare energie, aantrekkelijker maar zonder te oversubsidiëren. De totale steun voor zon en wind blijft gelijk. We gaan voluit voor een groenere energie-toekomst, maar zonder de fouten uit het verleden te herhalen”, besluit Bart Tommelein.