Techniek versterkt de biodiversiteit in de Plantentuin van Meise
Met 18.000 plantensoorten is de Plantentuin van Meise één van Europa’s grootste botanische tuinen. Om het groeiend bezoekersaantal op te vangen, werkt Sweco mee aan het ambitieuze masterplan Plantentuin Meise 2.0: van nieuwe onthaalgebouwen, over de uitbreiding van het serrecomplex en renovatie van het dienstgebouw, tot de herbestemming van historische gebouwen en sites. “We zorgen telkens voor de engineering en integratie van energie-efficiënte oplossingen.”
Tussen duizenden exotische planten schittert een nieuw icoon: de Groene Ark. Dit bezoekerspaviljoen lijkt te zweven boven het groen, een plek waar architectuur en natuur elkaar letterlijk ontmoeten.
“Met onze expertise in energieprestaties (EPB) zorgen we ervoor dat de Groene Ark niet alleen mooi, maar ook toekomstbestendig is dankzij energie-efficiënte technieken, regenwaterrecuperatie en een optimaal binnenklimaat. Het ontwerp is van NU architectuuratelier, in samenwerking met Archipelago en serrebouwexpert Frans Zwinkels. Het paviljoen maakt deel uit van een vernieuwde serre van 7.600 m², die nu dubbel zo groot is en een nieuw bezoekersparcours biedt. Het ontwerp blinkt uit in energie-efficiëntie en lage milieu-impact. Bezoekers wandelen over het dak en genieten van een spectaculair uitzicht over de serre.
Lighting Design: kunst én wetenschap
Verlichting in een botanische tuin vraagt om precisie. “We starten met inzicht in bezoekersstromen en architectuur, maar ook in ecologie: vleermuizen, insecten en planten vragen om licht dat hun ritme respecteert”, aldus lichtdesigner Jonathon Penn. “Het doel is niet méér licht, maar het juiste licht op de juiste plek en het juiste moment, voor veiligheid zonder lichtvervuiling. De Groene Ark illustreert dit perfect: subtiele, onzichtbare armaturen laten de architectuur spreken en benadrukken de warme houtstructuur. Het mooiste compliment is als niemand de verlichting opmerkt, maar iedereen zich welkom voelt.”
Circulaire renovatie met brede blik
De renovatie van het Herbarium van de Plantentuin Meise bewijst dat circulaire principes perfect te integreren zijn wanneer bestaande structuren zorgvuldig worden onderzocht en maximaal benut. “We namen de uitdaging aan om niet alleen een gebouw te vernieuwen, maar ook een visie op duurzaamheid te realiseren waarin waardecreatie en een holistische aanpak centraal staan”, aldus projectingenieur Sustainable design Lode Lefevre. “Het vernieuwde Herbarium krijgt een veelzijdige invulling: naast archivering en onderzoek komt er ruimte voor educatie, publiekswerking en ontmoeting. Een conferentiezaal en tentoonstellingsruimte maken het gebouw toegankelijker voor een breder publiek. Circulaire renovatie is geen compromis, maar een hefboom voor duurzame waardecreatie. Het Herbarium bewijst dat hergebruik, reversibele toevoegingen en een brede blik op ecologie en toekomstbestendigheid samen een gebouw én een visie vernieuwen.”
Circulair bouwen: vooruit én achteruit kijken
Bij het Herbarium werd eerst onderzocht welke delen van de bestaande structuur konden blijven. Dat leverde een directe reductie in materiaalgebruik en milieu-impact op. Nieuwe toevoegingen werden reversibel gedetailleerd en uitgevoerd met materialen met een lage milieu-impact, zodat het gebouw niet binnen enkele decennia opnieuw voor dezelfde uitdagingen staat.
Bij renovaties spelen ook architecturale en erfgoedwaarden, technische haalbaarheid en financiële aspecten een rol. Het Herbarium-project bewijst dat die balans mogelijk is en dat circulaire renovatie een krachtige hefboom kan zijn voor duurzame waardecreatie.
Rechte lijnen en levende landschappen
In de Plantentuin slingeren nu opnieuw beken door het landschap zoals ze dat vroeger deden. Sweco speelde hierin een sleutelrol als studiebureau voor waterbeheer en landschapsintegratie. Bedoeling was een robuuster watersysteem installeren dat niet alleen overstromingen tegengaat, maar ook de biodiversiteit een stevige duw in de rug geeft.
Om dat te bereiken, werden eerst hydrologische en hydraulische studies uitgevoerd op basis waarvan het nieuwe tracé werd bepaald van beken zoals de Amelvonnesbeek en Lievenherebeek. Daarbij werd rekening gehouden met waterberging en vertraagde afvoer, zodat piekstromen geen ravage zullen aanrichten. Vervolgens werden meanders en natte zones ontworpen om het water meer ruimte te geven. Die kronkelende lijnen vormen een paradijs voor planten en dieren.