Televisieserie zorgt voor parlementaire vragen over kustbescherming
De nieuwe televisieserie ‘Als de dijken breken’ zorgde vorige week in het Vlaamse parlement voor enkele vragen aan Vlaams minister van Openbare Werken Ben Weyts (NV-A). Volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem (Open Vld) wilde weten hoever de werkzaamheden gevorderd zijn voor de bescherming van onze kuststreek tegen een mogelijke superstorm.
Die beschermingsmaatregelen bestaan uit twee hoofdonderdelen. Voor het binnenland is er het Sigmaplan dat een jaar na de overstroming in Ruisbroek (1976) is goedgekeurd en dat vooral inzet op de versterking en de beveiliging van het hele Scheldebekken en van de zijrivieren van de Schelde. Daarnaast is er het Masterplan Kustveiligheid.
“Wat het Sigmaplan betreft hebben we ondertussen al 400 miljoen € gespendeerd aan het versterken, verbreden en vernieuwen van dijken. Het plan omvat de aanpak van 650 km dijken in het Scheldebekken. Daarvan is reeds 540 km gerealiseerd. Daar moet dus nog aan worden voortgewerkt, maar er is al heel veel geïnvesteerd. Vorig jaar werd in Kruibeke een gecontroleerd overstromingsgebied van 600 ha geopend”, verklaart Ben Weyts.
“Sinds de start in 2011 van de laatste fase zijn die gecontroleerde overstromingsgebieden al 46 keer in werking gesteld. Dat wil zeggen dat onze investeringen ons in die korte periode reeds 46 keer hebben behoed voor wateroverlast, van welke omvang ook. Het zijn investeringen die figuurlijk en soms ook letterlijk onder de waterlijn gebeuren, maar ze zijn dus absoluut nodig”, aldus de minister.
“Het tweede luik is het Masterplan Kustveiligheid. Het betreft de versterking van de Vlaamse kust. Van de 68 km kustlijn bestaat een derde uit zwakke plekken. Daarnaast zijn er de kusthavens en vooral de kleinere jachthavens die gevoelig zijn voor overstromingen. Er werd reeds 100 miljoen € geïnvesteerd van een vastgelegd totaalbedrag van 300 miljoen €. Op dit moment investeren we 60 miljoen €. We nemen zowel zachte als harde maatregelen”, zegt Weyts.
Zand
De zachte maatregelen omvatten onder meer zandsuppleties, het proces waarbij zand wordt opgespoten om bestaande stranden te verbreden of er nieuwe aan te leggen of om de gehele kust (ook onder water) van extra zand te voorzien. Sinds 2011 werd reeds 6 miljoen m³ zand opgespoten ter versterking en verbreding van de stranden. Daardoor ontstaat een eerste obstakel dat de golfslag moet breken.
Bij de harde maatregelen horen projecten zoals de bescherming van de haven van Blankenberge met de bouw van hogere stormmuren. Wat de toegang tot de haven van Nieuwpoort betreft, wordt tegen 2019 een stormvloedkering gebouwd. Nieuwpoort en zijn hinterland zijn niet voorzien op de hoge waterstanden die met zware stormen gepaard gaan. De haveningang vormt een belangrijke zwakke schakel in onze kustlijn. Een stormvloedkering op de monding van de IJzer is nodig om Nieuwpoort en de gemeenten en steden langs deze stroom te beschermen. De opdrachtgever voor het stormvloedkeringsproject is het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust - afdeling Kust.
Het doel van de stormvloedkering is de havengeul af te sluiten van de zee en dus hoge waterstanden in de haven en naar het hinterland te voorkomen. De stormvloedkering is een beweegbare installatie aan de monding van de IJzer. Wanneer het waterpeil drastisch dreigt te stijgen, zal men de kering kunnen sluiten. Het ontwerp van de stormvloedkering is het resultaat van grondige studies. Daarbij werd de meest economische oplossing nagestreefd, maar is ook rekening gehouden met een veilige scheepvaart, zowel tijdens als na de bouw.
De kering zal bestaan uit twee landhoofden op de oevers en een buisvormige schuif met een doorvaarbreedte van 38 m. De beweegbare stalen kering roteert om een horizontale as en ligt in een betonnen drempel op de bodem van de IJzer. De kering roteert tussen twee gietstalen assen die elk verankerd zijn in een betonnen landhoofd. Vanaf een voorspeld waterpeil van +6 m TAW (Tweede Algemene Waterpassing) of de referentiehoogte waartegenover hoogtemetingen in België worden uitgedrukt, wordt de kering 90 graden geroteerd. Voor onderhoud kan de kering naar 180 graden draaien. Het bedieningsgebouw voor het aansturen van de kering wordt op het landhoofd op de rechteroever geïntegreerd.
Geen strekdam
De stroming en de sedimentatie zijn in model gebracht en de nautische haalbaarheid werd onderzocht en afgetoetst met deskundigen. Artes Depret zorgde reeds in 2013 voor een testopstelling door het heien van een aantal palen om de havengeul te versmallen en zo het effect van de vernauwde toegang na te gaan. Volgens een studie van het Waterbouwkundig Laboratorium is de bouw van een stormvloedkering echter niet de ideale oplossing. Ook professor Georges Allaert, emeritus-professor Ruimtelijke Planning en Stedenbouw (UGent), keurt de plannen af en stelt een strekdam voor. Die hoeft volgens hem niet duurder te zijn dan de geplande stormvloedkering. De kering zou volgens een raming 50 miljoen € gaan kosten.
Volgens het Waterbouwkundig Laboratorium zou bij een stormvloedkering de stroming te groot worden, waardoor zeilschepen moeilijk de haven binnen kunnen. Wellicht ontstaan ook opstoppingen omdat verwacht wordt dat de beroeps- en recreatievaart in Nieuwpoort zal toenemen. Op het kabinet van Ben Weyts wordt die stelling tegengesproken. Het Waterbouwkundig Laboratorium maakte volgens hen gebruik van vrij ruwe cijfers.
Een gespecialiseerd bureau heeft complexere modellen gebruikt en onderzoek ter plaatse gedaan met een proefopstelling. Er is overigens wel degelijk rekening gehouden met de studie. Zo werd de doorvaarbreedte aangepast. Het alternatief van een strekdam in Nieuwpoort is volgens het kabinet Weyts jaren geleden al onderzocht en verworpen. Een strekdam zal immers niet beletten dat de erg laag geleden kades overstromen bij stormweer. Vlaanderen zet de bouw dus door op basis van deze tweede studie.
Vlaanderen werkt ook voort aan het project Vlaamse Baaien. Twee technische werkgroepen en een politieke werkgroep onder leiding van de West-Vlaamse gouverneur Carl Decaluwé bekijken momenteel de mogelijkheden van een proefeiland van beperkte omvang voor de kust van Knokke. Dat heeft ook te maken met de haven van Zeebrugge die ernaast ligt en mogelijke toekomstige ontwikkelingen van dat gebied.
Door de uitbreiding van de lng-terminal aan de haven van Zeebrugge zou het sterneneiland moeten verdwijnen. Dat zou mogelijk een functie kunnen zijn voor het nieuwe proefeiland. Het sterneneiland is een kunstmatig aangelegd schiereiland in de oostelijke voorhaven van Zeebrugge. De bedoeling hiervan was bepaalde vogelsoorten een beschermde zone te geven waar ze in alle rust kunnen broeden. Door het opspuiten van zand creëerde men in 1997 een 5 ha groot eiland, dat ondertussen al is uitgebreid tot 22 ha.
Foto’s: Kustveiligheid.be - Agentschap MDK.
Simulatiebeelden: Archiles Architecten, Geel.