Daarmee legt Vlaanderen actiepunten vast voor de komende jaren waarmee ze de ontwikkeling van deze hoogtechnologische klimaatoplossingen beoogt. Belangrijk daarbij is het verbeteren van de regelgeving en de uitbouw van de samenwerking met CCUS-pionierslanden zoals Noorwegen en Nederland.
CCUS is een belangrijke klimaatmaatregel voor de industrie. Bij deze technologie wordt in de eerste plaats CO2 afgevangen bij industriële processen. Na opzuivering wordt de CO2 als grondstof verwerkt in producten (CCU), wat overblijft wordt via een schip of een pijpleiding getransporteerd, met het oog op de permanente opslag in de geologische ondergrond (CCS).
In navolging van gezaghebbende internationale organisaties zoals het internationaal Energie Agentschap en het VN-klimaatpanel IPCC, ziet Vlaanderen CCUS als een deel van de oplossing om de ambitieuze klimaatdoelstellingen te halen. Vlaanderen beschikt over de kennis om de CCUS-technologie te ontwikkelen en toe te passen. Bovendien herbergt Vlaanderen verschillende industriële bedrijven en havens van wereldformaat op een kleine oppervlakte, waardoor we het CO2-transport efficiënt kunnen organiseren.
In Vlaanderen zijn er al verschillende grootschalige projecten in ontwikkeling, zoals de Steelanol technologie bij Arcelor Mittal en het ambitieuze CCUS-plan van Antwerp@C in de Antwerpse Haven. Recent maakte de Europese Commissie bekend dat het Antwerpse Kairos@C-project geselecteerd werd voor financiering vanuit het Europese Innovatiefonds. Het potentieel van CCUS bij de grote industriële processen wordt geschat op 12,4 Mton CO2.
Tegelijk blijven er belangrijke uitdagingen voor de ontwikkeling van de CCUS-technologie, waar de ministers Crevits en Demir een belangrijke rol zien voor de overheid om drempels weg te werken. “Naast de mogelijkheden voor hergebruik van CO2 moeten we voor de opslag van CO2 naar het buitenland kijken, omdat er in Vlaanderen geen realistisch potentieel voor definitieve opslag bestaat. Daarnaast is er ook nood aan de verdere ontwikkeling van afvang-technologieën tegen een competitieve kostprijs en aan de uitbouw van geschikte infrastructuur voor het transport van CO2”, aldus Hilde Crevits en Zuhal Demir.
Om het potentieel van CCUS in Vlaanderen verder te realiseren, zet de Vlaamse regering daarom in op verschillende actiepunten:
• Er wordt werk gemaakt van de uitbouw van geschikte CCUS-infrastructuur, waarbij ook het regelgevend kader voor het transport van CO2 nog beter wordt uitgewerkt. Dit is een Vlaamse bevoegdheid.
• Vlaanderen ondersteunt specifiek de ontwikkeling van een CCUS backbone in de havengebieden. Hiervoor wordt een taskforce CCUS infrastructuur opgericht, bestaande uit experten, relevante spelers en infrastructuurbouwers om de infrastructuurnoden voor CO2-netwerken in kaart te brengen binnen het kader van het industrieel transitieprogramma.
• Er wordt ingezet op het transport via pijpleidingen van CO2 als belangrijke schakel in een duurzame energietransitie, tussen industriële clusters en havens zowel binnen Vlaanderen als in samenwerking met buurlanden. In overleg met de bevoegde overheden en pijpleidingbedrijven worden de relevante tracés verkend en zal worden nagegaan hoe de bestaande infrastructuur kan hergebruikt of omgevormd worden.
• Ten slotte wordt de samenwerking met CCUS-pionierslanden zoals Noorwegen en Nederland uitgebouwd.
“Enkele weken geleden hebben we op de Klimaatministerraad ambitieuze maatregelen genomen om de broeikasgasemissies te verminderen, met de focus op de gebouwen- en transportsector. Ik verwacht echter dat alle sectoren hun steentje bijdragen in de klimaatinspanning: ook de industrie- en de energiesector. De Vlaamse regering wil de industrie bij deze uitdaging helpen. Vandaag effenen we het pad voor één van de meest beloftevolle technologieën met name de afvang, het hergebruik of de opslag van CO2 of CCUS. Het gaat om een innovatieve technologie die wij als deel van de klimaatoplossing beschouwen”, zegt Zuhal Demir.
“We zien dat onze grootste ondernemingen klaar staan om grootschalige CCUS-projecten te realiseren en we steken vanuit de Vlaamse regering de hand uit om te helpen waar nodig. We weten dat er nog veel uitdagingen zijn. Zo moeten er nog technologische oplossingen gevonden worden en focus ik op de opzuivering en opslag van CO2 met het oog op hergebruik. Toch ben ik ervan overtuigd dat we samen met de Vlaamse industrie een rol als innovatieve voortrekker kunnen opnemen. Op die manier beschikken we over 30 jaar nog steeds over bedrijven van wereldformaat in Vlaanderen”, besluit Hilde Crevits.