Water op de werf laten infiltreren
Hoewel wateroverlast bij extreme neerslag nooit volledig te vermijden is, kunnen de frequentie en de gevolgen van overstromingen verminderd worden door het water lokaal te bufferen en in de bodem te laten infiltreren en/of vertraagd af te voeren. Hierdoor worden de grondwaterstanden lokaal aangevuld, wat belangrijk is in de context van de droogteproblematiek. Deze zorgt ervoor dat het belang van infiltratie alsmaar toeneemt, ook op de bouwwerf. Dit is onder meer te merken aan de nieuwe wettelijke eisen. Zo is in Vlaanderen sinds dit jaar ook de uitvoeringscertificatie van onder andere ondergrondse infiltratievoorzieningen verplicht.
Wettelijke eisen
In het Vlaamse Gewest legt de nieuwe Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSVH), die van kracht is sinds 2 oktober 2023, de volgende eisen op voor infiltratie:
- infiltratievoorzieningen moeten altijd bovengronds aangelegd worden, tenzij aangetoond wordt dat een ondergrondse aanleg onvermijdelijk is (dit was vroeger geen eis)
- de infiltratieoppervlakte moet minstens 8 % van de in rekening te brengen afwaterende oppervlakte bedragen (vroeger 4 %)
- het buffervolume van een infiltratievoorziening moet minstens gelijk zijn aan 33 liter per m² afwaterende oppervlakte (vroeger 25 l/m²).
In Vlaanderen geldt de volgende hiërarchie voor het beheren van hemelwater op het perceel:
- opvang voor hergebruik
- infiltratie op eigen terrein
- buffering met vertraagde afvoer naar oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater
- lozing op de riolering.
In het Waalse Gewest eist de Code de l’eau sinds 1 januari 2017 dat hemelwater op het perceel zelf beheerd wordt volgens de volgende hiërarchie, na eventueel gebruik:
- infiltratie
- lozing in een kunstmatig afvoerkanaal of een waterloop, als oplossing 1 onmogelijk is
- afvoer naar de riolering, als oplossing 2 onmogelijk is.
Deze verplichtingen gelden voor alle nieuwbouwprojecten. Er wordt niet ingegaan op het ontwerpen of uitvoeren van infiltratievoorzieningen.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal in de nieuwe GSV (nog niet definitief goedgekeurd) de eis opgenomen worden dat op het terrein van elk bouwwerk een honderdjarige neerslag beheerd moet kunnen worden (dit is een neerslagepisode die zich statistisch om de honderd jaar voordoet). Alleen wanneer dit technisch onmogelijk is, moet het debiet van de waterafvoer tot een strikt minimum beperkt worden. De volgorde waarin deze afvoer moet plaatsvinden, is:
- lozing in oppervlaktewater
- buffering in een nabijgelegen stroomafwaartse ruimte met voldoende opslag- of infiltratiecapaciteit
- lozing in de riolering.
Uitvoeringscertificatie in Vlaanderen
Sinds 1 januari 2024 is de uitvoeringscertificatie van onder meer ondergrondse infiltratievoorzieningen verplicht in Standaardbestek 250. De certificatie wordt georganiseerd door de certificatie-instellingen COPRO en BCCA volgens de eisen van de PTV 8003-reeks.
Infiltratie van bemalingswater
Ook op de werf krijgt het heraanvullen van de grondwaterstanden door retourneer- en infiltratietechnieken steeds meer aandacht, vooral in het Vlaamse Gewest (zie infofiche ‘Retourbemaling en oppervlakte-infiltratie’ en Buildwise-artikel 2022/05.02). Bij oppervlakte-infiltratie wordt het bemalingswater vanaf het maaiveld via infiltratiebekken, -grachten of -putten weer naar de bodem gevoerd. Deze technieken zijn opgenomen in de eerste stap van de bemalingscascade en dus prioritair in overweging te nemen.
Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, dient het bemalingswater dat terug in de ondergrond gebracht wordt, te voldoen aan de eisen uit VLAREM II. Daarbij is het belangrijk om een inschatting te maken van de impact van de retour- of oppervlakte-infiltratie, rekening houdend met bepaalde milieuaspecten (bv. risico op verzilting en verspreiding van verontreinigingen).
Infiltratie en draagvermogen van woningen
Omwille van het geotechnische draagvermogen van de funderingen van woningen moeten waterinstromingen op hun aanzetniveau vermeden worden. Bij in zand gefundeerde kelders kan verzadiging van het zand bijvoorbeeld structurele hinder veroorzaken. Als de woning in een plastische grond gefundeerd is (zie Buildwise-artikel 2021/05.10), dan moeten infiltraties in de directe nabijheid van de funderingen vermeden worden om het risico op krimpen of zwellen van de grond te beperken.
Bron: het artikel ‘Infiltratie van water rond het gebouw en op de werf’van B. Bleys, L. Vos en N. Denies in het Buildwise Magazine van januari-februari 2024. Het werd opgesteld in het kader van de COOCK-projecten Grondwaterbeheersing bij bouwprojecten en Waterbewust bouwen, beide gesubsidieerd door VLAIO. Enkel het originele artikel, te vinden op www.buildwise.be, geldt als referentie.