3,2 miljoen euro steun voor lokale onroerenderfgoedwerking
Minister Diependaele kent in totaal 2.684.667,73 euro subsidies toe aan 30 intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten (IOED’s). Het subsidiebedrag per IOED varieert naargelang de grootte van het werkingsgebied, het aantal inworners en het aantal beschermde en vastgestelde goederen in de inventaris Onroerend Erfgoed.
Lokale besturen kunnen gezamenlijk een intergemeentelijk samenwerkingsverband oprichten en dit laten erkennen als een IOED. Een IOED bestaat uit minstens drie Vlaamse gemeenten. Ze bundelen hun expertise en kunnen bepaalde taken voorbereiden of opnemen voor de betrokken besturen. Een IOED heeft een geïntegreerd onroerenderfgoedbeleidsplan met daarin een gemeenschappelijke visie en een plan van aanpak.
In 2023 werden twee nieuwe IOED’s erkend: Hydra en Erfgoed Brabantse Kouters, respectievelijk in West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Aan hen kent de minister dit jaar voor het eerst een subsidie toe van in totaal 178.106,80 euro. Deze subsidie kadert binnen de meerjarige samenwerkingsovereenkomst over de periode van 2024-2026.
Dit jaar krijgen ook elf onroerenderfgoedgemeenten voor het eerst een subsidie toegekend. Het totale subsidiebedrag bedraagt 390.000 euro. Het gaat over Beernem, Bilzen, Brugge, Gent, Koksijde, Kontich, Leuven, Riemst, Roeselare, Voeren en Zonnebeke.
Een onroerenderfgoedgemeente is een gemeente die een eigen beleid uitbouwt voor het aanwezige onroerend erfgoed op haar grondgebied.