Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Fiscaliteit & Financiën

Fiscale kafka treft 'oude' bvba's

Eigenaars van een bvba maken vóór eind dit jaar maar best even een afspraak met hun boekhoudkantoor om na te gaan of ze in de loop der jaren hun volledige aanvangsvermogen van 18.550 € volstort hebben. Als dat niet gebeurt, dreigt de ontvanger van dividenden uit de bvba niet 15%, maar 30% aan belastingen te moeten afstaan.    

Fiscale kafka treft ‘oude’ bvba’s (1)
Midden januari verscheen namelijk de nieuwe wet diverse fiscale bepalingen in het Staatsblad, met daarin een strengere richtlijn rond de zogeheten ‘VVPR Bis’. Een opmerkelijke overheidskronkel kan er voor zorgen dat de belasting op dividenden kan verdubbelen.
“Op het vlak van administratieve vereenvoudiging heel bizar, want eenmaal het bedrag volstort is, mag de ‘oude’ bvba, net als de nieuwe vennootschapsvorm ‘bv’, zijn inbreng verlagen naar 100 of zelfs 1 €”, zegt Yves Verdingh, gastspreker tijdens Taxville Online door Wolters Kluwer en Head of Tax bij BNP Paribas Fortis.

Sinds de nieuwe vennootschapswet van 1 mei 2019 is de bvba vervangen door de bv. Een belangrijk verschilpunt is dat een bvba 18.550 € volledig aanvangsvermogen nodig had. Bij de startdatum moest daarvan 6.200 € beschikbaar zijn en de resterende 12.350 € mocht in de daaropvolgende maanden of jaren volstort worden, namelijk op het moment van de dividenduitkering”, legt Yves Verdingh uit.

Anders geoordeeld

Het aanvangsvermogen van een bvba moest dienen als een soort van buffer indien er iets verkeerd zou lopen met de nieuwe onderneming. In de nieuwe vennootschapswet is voor de oprichting van een bv, de vervanger van de bvba, geen aanvangsvermogen vastgelegd waardoor in theorie 1 of 100 € volstaat als startkapitaal.

De komst van de bv zorgde dus voor een onevenwicht op vlak van kapitaalsverplichtingen met de bestaande bvba’s. Daarom gaf de Rulingcommissie, voluit Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken van de FOD Financiën, in april 2020 meer uitleg over de kwestie. De Rulingcommissie gaf aan dat wie 6.200 € gestort had, niet langer de verplichting had tot het volstorten tot 18.550 €.

“Die bvba’s konden ook, zonder problemen, het kapitaal in de vennootschap naar een lager bedrag brengen, net als de nieuw opgerichte bv’s. Het volstond dat het kapitaal dat ze hadden op moment van dividenduitkering volstort was, zelfs al was dat nog maar één euro op dat moment”.

“Maar de regering, heeft, ongetwijfeld op advies van de FOD Financiën, echter anders geoordeeld en op die manier wordt er zeker geen administratieve vereenvoudiging gecreëerd voor de betrokken ondernemers”, zegt Yves Verdingh.
 
Tot het einde der dagen

Elke bvba die de volstorting tot 18.550 € nooit uitvoerde en haar kapitaal al verminderde, krijgt van de overheid nog tot het einde van 2022 dit alsnog te doen. Gebeurt dat niet, worden de dividenden aan het gewone tarief van 30% in plaats van 15% belast. “Niet voor één jaar, maar tot het einde der dagen van de bewuste bvba”, waarschuwt Verdingh.

“Zodra het initiële bedrag van 18.550 € volstort is, staat het de aandeelhouders bovendien vrij om – net als bij de bv – het kapitaal opnieuw te verlagen, zonder consequenties voor de (toekomstige) dividendbelasting. Sommige aandeelhouders van een bvba zullen dus ergens in een schuif duizenden euro’s moeten vinden om hun gunstige dividendentarief te behouden en daarna mogen ze diezelfde som terug volledig uit hun bvba halen. Een jammerlijk voorbeeld van micromanagement, die heel wat ondernemingen met extra rompslomp en zorgen opzadelt na een vaak al moeilijke coronaperiode”, aldus de fiscale expert.
 

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten