Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Fiscaliteit & Financiën

Nog steeds wanbetaling voor één op de tien facturen

De betaalhygiëne tussen ondernemingen onderling (B2B) en tussen overheid en ondernemingen (G2B) gaat er algemeen op vooruit. Tot zover het goede nieuws. Want ondanks de verbetering wordt nog steeds één op tien facturen minstens negentig dagen na vervaldatum en in sommige gevallen helemaal niet betaald. Dat blijkt uit het betaalrapport dat Graydon opmaakte in samenwerking met Unizo en UCM.

Nog-steeds-wanbetaling-voor-één-op-de-tien-facturen--(1)
Copyright (C) Andrey Popov

Na de scherpe terugval van de Graydon betaalindex tijdens het tweede kwartaal 2020, dus samenvallend met de eerste covidgolf, zien we vanaf het eerste kwartaal 2021 een flink herstel. Op het einde van het vierde kwartaal 2021 bereikte de betaalindex 104,4 punten: een waarde die vergelijkbaar is met de beste waarden die de Graydon betaalindex bereikte in 2016.

“Vanaf het tweede kwartaal 2021 worden er, voor het eerst sinds het begin van onze metingen, systematisch meer dan 70% van de facturen die onze Belgische bedrijven aan andere bedrijven (B2B) of aan de overheid (B2G) overmaken binnen de afgesproken termijnen betaald. Het vierde trimester 2021 meten we zelfs 71,59% tijdig betaalde facturen”, zegt Eric Van den Broele, Director Research & Development bij Graydon.

Toch worden nog steeds één op tien facturen minstens negentig dagen na vervaldatum en in sommige gevallen helemaal niet gehonoreerd. Er zijn bovendien verschillen in het betaalgedrag van de verschillende overheden.

Centrumsteden

“De federale overheid zit na een aantal zwakke jaren met veel schommelingen terug op een hoger, gelijkmatig niveau. Eind 2021 werd 74% van de toegestuurde facturen binnen de afgesproken termijn betaald. Belangrijke vertragingen zijn vooral toe te wijzen aan de overheidsdiensten Financiën, Sociale Zekerheid en Mobiliteit”, aldus Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van Unizo.

“Wat betreft de regio’s zijn de verschillen nog veel groter. De Duitstalige en Waalse Gemeenschap betalen nagenoeg perfect. De Brusselse ministeries (6,.31 op 10) en de Vlaamse Gemeenschap (5,28 op 10), kunnen we echter kwalificeren als slechte betalers. Ook bij de lokale besturen is nog werk aan de winkel. Vooral de Vlaamse centrumsteden Brugge, Oostende en Mechelen scoren erg zwak”, aldus Van Assche.

Nood aan correcte cijfers

Deze cijfers geven een ander beeld dan de vaak zeer euforische eigen betaalrapporten van de federale en regionale overheden. Een reden hiervoor is dat dit betaalrapport enkel de betaling ten aanzien van ondernemingen in rekening neemt en niet de betalingen ten aanzien van de banken, waarvan kan worden uitgegaan dat ze procentueel een groot aandeel van de openstaande schuld vertegenwoordigen en ook stipter worden betaald. Ook berekenen overheden vaak pas de betaaltermijnen vanaf het moment dat de factuur is opgenomen in het boekhoudsysteem en niet vanaf de ontvangstdatum van de factuur of de factuurdatum.

Unizo vraagt daarom om in toekomstige overzichten voldoende onderscheid tussen schuldeisers te maken en de betaalgegevens van de banken, grote ondernemingen en kmo’s afzonderlijk mee te geven. “Door deze opdeling te maken krijgen we een correcter beeld.  Daarnaast moeten betaaltermijnen  minstens worden berekend vanaf de ontvangstdatum van de factuur, niet vanaf de opname ervan in het boekhoudsysteem”, aldus Danny Van Assche.

Dat de overheden gemiddeld beter betalen is goed nieuws voor de kmo’s. “Niet alleen hebben de bedrijven elke euro nodig aan cash om de post-covid relance te realiseren, bovendien staan vele ondernemingen de komende jaren voor belangrijke transities die ze moeten realiseren met betrekking tot bijvoorbeeld het doorvoeren van circulariteit, het aanpassen van de bedrijvigheid aan de Green deal doelstellingen en de ermee samengaande ESG-normen”, zegt Eric Van den Broele.

“De hoge energie- en grondstofprijzen leggen samen met de hoge loonkost druk op de ondernemers. Door de huidige inflatie zorgen laattijdige betalingen bovendien voor substantiële waardeverminderingen van de vorderingen. Tijdens de coronacrisis hebben de overheden extra inspanningen gedaan om hun facturen tijdig te betalen en hebben ze bewezen dat het kan. Onder de huidige omstandigheden vragen we om hier aandacht aan te blijven schenken. De kmo’s hebben meer dan ooit nood aan een vlotte betalingen”, stelt Van Assche.

Dankzij dit betaalrapport, dat Graydon jaarlijks maakt in samenwerking met Unizo, staat het thema van betaaltermijnen de jongste jaren hoog op de politieke agenda. “Hoewel de betaalhygiëne de voorbije jaren op papier verre van een hoog niveau was, stelden wij in de praktijk vast dat de situatie eigenlijk nog erger was”, zegt Eric Van den Broele.

Achterpoortjes

“Verschillende achterpoortjes in de betalingswetgeving lieten namelijk toe dat de effectieve betaaltermijn vaak nog sterk werd verlengd. Zo werd vaak quasi automatisch een extra  controletermijn van 30 dagen toegevoegd aan de betaaltermijn,  werden eenzijdige afspraken afgedwongen rond de factuurdatum en werd vaak weken getalmd met het aanleveren van de boekhoudkundige informatie die nodig is voor de opmaak van de factuur”, aldus Van den Broele.

De betaalrapporten leidden recent nog tot een belangrijke wetswijziging ter bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties. Niet alleen werd de maximale betaaltermijn herleid tot 60 dagen voor alle ondernemingen, bij G2B was dit al het geval, ook werden belangrijke achterpoortjes in de wetgeving gesloten. Deze wetsaanpassing, in voege sinds 1 februari 2022, zal vele overheidsinstanties en ondernemingen dwingen tot een belangrijke aanpassing in hun betaalgedrag. Unizo is benieuwd naar de resultaten van het volgende betaalrapport om de impact van deze wetswijziging te evalueren op de betaalhygiëne B2G en B2B.

De ondernemersorganisatie is tevreden met deze noodzakelijke wetsaanpassingen, maar deze doen geen afbreuk aan de fundamentelere visie, namelijk dat het niet volstaat om een betaling binnen 30 dagen als principe naar voren te schuiven. Betaling binnen 30 dagen moet eigenlijk de wettelijk verankerde norm worden waar slechts in specifieke gevallen kan worden van afgeweken. Voor onder meer de transportsector, waar laattijdige betalingen één van de voornaamste redenen van faillissement zijn, is dat zeker nodig.

De uitdaging schuilt in de controle op de naleving van de verplichtingen uit deze laatste wetswijziging. Op G2B-niveau lijkt een strikte toepassing hiervan door de verschillende overheidsinstanties evident, maar het wordt best gemonitord of zij deze aanpassingen in hun betaalgedrag effectief doorvoeren. Op B2B-niveau is het de vraag in welke mate de nieuwe wetgeving zal worden gerespecteerd bij een groot verschil in onderhandelingsmacht en de angst van kmo’s om hier tegen op te treden.

“Daarom vragen we om de economische inspectie via een wettelijke aanpassing bevoegd te maken om inspecties uit te voeren op de naleving van deze wetgeving”, besluit Danny Van Assche.

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten