“Wie kiest voor een carrière in de bouw is quasi zeker van een job en kan rekenen op een aantrekkelijk loon. De sector is zeer divers en technologisch ver gevorderd, iedereen met interesse in de bouw kan bij ons terecht”, zegt Davy Maesen, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie Limburg.
“Iedereen vindt het belangrijk een goede vakman in huis te halen want een vakman kost geld. Maar niemand staat stil bij het belang van de opleiding die deze mensen genoten. We moeten af van het denken dat vakmensen laag opgeleid zijn. Onze leerlingen in het beroepsonderwijs bouw zijn praktisch opgeleid. Op deze manier leren ze hun kwaliteiten en probleemoplossend denkvermogen te ontplooien. Er zijn zoveel leerlingen die theoretisch zijn opgeleid en niks praktisch kunnen. Teveel leerlingen slepen zich vandaag de dag door een opleiding in aso of tso… ‘want je moet toch een goed diploma hebben’ zeggen ze dan. Maar wie bepaalt dat eigenlijk?“, vraagt An Beerden van i-MaS uit Stevoort zich af.
Het aantal leerlingen in het bouwonderwijs gaat al jaren in dalende lijn, terwijl de bouw meer dan ooit nood heeft aan geschoolde krachten. “Om de klimaatdoelstellingen te halen, is het nodig dat we tegen 2050 tot 100.000 woningen per jaar grondig renoveren. Dat betekent dat de renovatiegraad moet verdriedubbelen naar minstens 3% procent per jaar. Hiervoor hebben we mensen nodig”, aldus Davy Maesen.
Samen met i-MaS trekt Bouwunie Limburg daarom aan de alarmbel en roepen ze jongeren op om te kiezen voor de bouw. De beroepsvereniging richt zich ook specifiek op meisjes die nog twijfelen aan hun studiekeuze.
“Met slechts 4% is het vrouwelijk geslacht zwaar ondervertegenwoordigd in de bouw. De richtingen met de hoogste meisjespopulatie zijn ‘Interieurbouwer’ en ‘Schilderwerk en Decoratie’. Intussen heeft de bouw een ware technologische en digitale evolutie gekend, waardoor vrouwen ook in andere segmenten zeker hun gading zullen vinden. Jammer genoeg heersen hier nog te vaak vooroordelen over”, verklaart Maesen.
Ook naar de ouders doet i-MaS een specifieke oproep: wees fier als uw zoon of dochter een studierichting in de bouw kiest. “Laat het vooral een positieve keuze zijn en niet een laatste mogelijkheid. Het bouwberoep is mooi en verrijkend en zit in volle evolutie. De bouw blinkt bovendien ook uit in bijkomende opleidingen tijdens de beroepscarrière”, zegt Frank Claeses van i-Mass.
Ook de bouwopleidingen moeten aan hun imago werken. Bouwunie Limburg ziet heil in de uitvoering van het sectoraal akkoord 2019-2020. Om de aantrekkelijkheid van bouwopleidingen te promoten is afgesproken om de sectormiddelen voor bouwonderwijs te herverdelen en vooral scholen te steunen die aan de juiste criteria voldoen. Zij kunnen verder investeren in kwaliteit en beter inspelen op de nieuwste bouwtechnieken en digitalisering met onder andere drones en virtuele realiteit. Dat moet leiden tot een beter en moderner imago van de bouwopleiding bij de jongeren en de ouders.
Schildersberoep
De Vlaamse secundaire scholen zien al jarenlang de leerlingenaantallen in de bouwrichtingen teruglopen. Dat is ook het geval voor de schilderrichtingen. Waar er in het schooljaar 2015-2016 nog bijna 1000 (993 om exact te zijn) leerlingen een schildersopleiding volgden, was dat in het schooljaar 2019-2020 al gezakt tot 784, goed voor een daling met 21%. De dalende tendens is bovendien merkbaar in zowel het beroepsonderwijs (bso), het deeltijds beroepsonderwijs (dbso) en het buitengewoon secundair onderwijs (buso).
Net zoals in de meeste andere bouwrichtingen in het secundair onderwijs, lopen ook in de schilderopleidingen de leerlingenaantallen jaar na jaar terug. Als deze tendens zich voortzet, dreigen steeds meer secundaire scholen de schildersopleidingen uit hun lessenpakket te schrappen. Dat zou een zeer slechte zaak zijn voor de toekomst van de bouw.
“De voorbije decennia is het schildersvak immers een stuk complexer geworden en heeft technische vakkennis enorm aan belang gewonnen. Door het enorme scala aan producten en ondergronden moeten schilders anno 2020 over een gedegen chemische kennis beschikken. Als deze kennis verdwijnt, dan is het uiteindelijk de klant die hiervan de dupe wordt”, besluit An Beerden.