Hoger geschoolde vrouwen vinden steeds vaker hun weg naar de bouw
Uit de recentste onderwijsstatistieken blijkt dat vrouwen wel degelijk geïnteresseerd zijn in een bouwopleiding. Meer nog: hoe hoger het studieniveau, hoe groter het aandeel van vrouwelijke leerlingen of studenten. Het Vlaamse bouwonderwijs trekt wel degelijk vrouwen aan en is dus niet langer een mannenbastion.
Van de studenten die voor de richting burgerlijk bouwkundig ingenieur kiest, is nu bijna 24% een vrouw terwijl van de leerlingen van het beroepssecundair bouwonderwijs amper 3% een vrouw is. Onder de studenten voor professionele bachelor bouw en voor industrieel ingenieur in de bouwkunde bedraagt het ongeveer 12%. In de nieuwe graduaatsopleiding voor werforganisatie is hun aandeel beperkt tot zowat 8,5%.
In totaal telt het bouwonderwijs meer dan 800 vrouwelijke leerlingen en studenten. Concreet gaat het om 264 vrouwen in het hoger en universitair onderwijs, 130 in het technisch secundair onderwijs (tso) en 430 in het beroepssecundair onderwijs (bso). Het aandeel van de vrouwen ligt dus duidelijk hoger in de hogere en universitaire bouwopleidingen.
Er bestaat ook een opvallende uitschieter: de opleiding voor ingenieur-architect, die voor meer dan de helft uit vrouwelijke studenten bestaat. Zoals ook de aannemers zelf steeds meer bij het ontwerp van projecten worden betrokken en zich dus niet louter beperken tot de uitvoering, komen ook in hogere en universitaire bouwopleidingen ook steeds meer digitale ontwerptechnieken met BIM (Building Information Modelling), Virtual en Augmented Reality en andere 3D-technieken aan bod. Het is één van de redenen waarom de hogere bouwopleidingen nog veel potentieel bieden om meer vrouwelijke studenten aan te trekken.
In de tso-opleiding bouw- en houtkunde die in principe op hoger onderwijs voorbereidt, bedraagt het aandeel aan vrouwen nog 7% maar in het tso bouw-, hout-, koel- en warmtechnieken nog maar 3 tot 4%. Voor de bso-opleidingen die verband houden met de bouw, bedraagt het aandeel aan vrouwen ook maar ongeveer 3%. Daar bestaat eveneens een uitschieter: de bso-opleidingen voor schilderen en decoratie, die voor ongeveer een derde uit vrouwelijke leerlingen bestaan.
Bouwen is zoveel meer dan handenarbeid. Ook in het tso en bso is het belangrijk inzicht te verwerven, planmatig en efficiënt te leren werken, zelfstandig oplossingen te vinden en ook steeds meer met digitale tools te werken. Meer dan ooit heeft de bouw talenten van mannen en vrouwen nodig.
De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) roept meisjes en vrouwen op om het voorbeeld van de vrouwelijke studenten te volgen die voor een opleiding voor burgerlijk ingenieur bouwkunde kozen. De beroepsvereniging lanceert deze week een radiocampagne over vrouwen in de bouw.