Schrijnwerkers gezocht!
Twee op de vijf schrijnwerkers zoeken nieuwe werkkrachten. Maar die zijn bijna onmogelijk te vinden. Dat blijkt uit de recentste sectorstudie van Bouwunie Schrijnwerkers & Interieurbouwers. Voor de rest gaat het zeer goed met de sector. De meeste bedrijven hebben voldoende werk en 38% heeft zelfs beduidend meer werk dan in 2017.
De meeste schrijnwerkers en interieurbouwers zijn in meer dan één branche actief. Meer dan de helft is actief in de plaatsing en/of productie van ramen en deuren. De top vijf bestaat voor de rest uit interieurschrijnwerk. Maatmeubilair, keukens, interieurbouw en ander schrijnwerk, zoals trappen of parket maken en plaatsen. Isolatiewerken en gevelbekleding scoren ook vrij hoog (meer dan 25%). De top tien wordt vervolledigd door terrassen, daktimmerwerk en hout(skelet)bouw (telkens 16%).
93% van de ondervraagde bedrijven zijn zelf rechtstreeks actief op de particuliere renovatiemarkt. 61% heeft klanten in de nieuwbouw. 44% werkt voor andere bedrijven. 10% werkt voor de zorgsector, in scholen of ziekenhuizen. Slechts 2% voert rechtstreeks overheidsopdrachten uit.
52% besteedt opdrachten (of een deel ervan) uit in onderaanneming. 48% werkt (ook) zelf in onderaanneming. Bij 2 op de 3 vertegenwoordigt onderaanneming minder dan 30% van de omzet.
Veel werk
2018 is een even goed, zo niet iets beter jaar dan 2017 voor de schrijnwerksector. 90% heeft voldoende tot te veel werk (20%). Dat is even goed als vorig jaar. Ook het orderboekje voor de komende periode is goed gevuld. 47% is nog fulltime bezig voor 1 tot 3 maanden. 9% zit goed voor meer dan een half jaar. 26% zegt dat de orderportefeuille nu dikker is dan vorig jaar. Bij 21% lopen de opdrachten tot minder ver in de tijd.
Meer personeel
31% van de schrijnwerkbedrijven heeft dit jaar mensen aangeworven. Bij 57% ging het om een extra werkkracht. 39% van de bedrijven is op zoek naar nieuwe werkkrachten. Bij 61% gaat het om extra mensen, bij 39% om een vervanging (ontslag, pensioen, …). Nieuwe werkkrachten vinden is wel aartsmoeilijk. Twee op de drie spreekt van een “bijna onmogelijke” zoektocht. De anderen houden het op “moeizaam”.
Oneerlijke concurrentie
Ondertussen blijft de concurrentie bikkelhard. Liefst 58% van de schrijnwerkers-interieurbouwers zegt last te hebben van oneerlijke concurrentie. 27% zegt dat deze zelfs nog is toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Deze oneerlijke concurrentie neemt diverse vormen aan. Die van en met buitenlanders springt al een tijdje in het oog. Maar ook de klussers vormen steeds meer een bedreiging.
“Het stoot nog het meeste tegen de borst dat het hier vaak om gelegaliseerde oneerlijke concurrentie gaat. Elke “handige Harry” kan tegenwoordig zijn diensten aanbieden via een deeleconomieplatform of klusjesdienst, met goedkeuring van de federale overheid. En de Vlaamse regering schaft op 1 januari 2019 de vestigingswet in de bouw af. Dat maakt het voor allerhande klussers en cowboys nog wat gemakkelijker”, aldus Bouwunie.
Efficiënt bedrijf
Van de bedrijven die bezig zijn met het meer efficiënt maken van hun bedrijf neemt 95% daarvoor in de eerste plaats de organisatie kritisch onder de loep. Dat heeft te maken met mensen maar ook met de aankoop of plaatsing van machines, levering en afhandeling van materialen.
Maar er zijn ook andere facetten die ervoor kunnen zorgen dat de schrijnwerker efficiënter te werk kan gaan. 81% doet aan digitalisering of is dat van plan. 63% denkt concreet na over de mogelijkheden van het internet of things. 62% heeft een aantal zaken geautomatiseerd of wil dat doen.
Sorteerkampioenen
Zoals elke onderneming hebben ook de schrijnwerkers-interieurbouwers afval. Maar heel wat van dat afval is recycleerbaar. Er wordt dan ook duchtig gesorteerd. 96% van de ondervraagde bedrijven sorteert zijn afval, in diverse stromen. Bij 8% gaat het om meer dan 8 groepen. 76% laat het afval ophalen door een gespecialiseerde firma. 35% kan (voor een deel) terecht op het containerpark.
Automatisatie
De schrijnwerker-interieurbouwer bezit een modern machinepark. Heel wat machines zijn geautomatiseerd of digitaal aangestuurd. Wie mee wil zijn, moet investeren. 85% van de interieur-schrijnwerkers heeft een eigen atelier met een machinepark, dat bij 65% (gedeeltelijk) geautomatiseerd is. Bij 1 op de 5 is het machinepark helemaal of zo goed als helemaal geautomatiseerd. Dit laat hen toe nauwkeuriger en met een hoger rendement te werken.
De schrijnwerker probeert duidelijk zo efficiënt mogelijk te produceren en hierin steeds verbeteringen aan te brengen. 69% van de ondervraagden doet hiervoor heel expliciet aan optimalisatie van de productie van schrijnwerkelementen of is daarin stappen aan het zetten. 38% stuurt de machines rechtstreeks aan vanuit het kantoor. Dat zijn er elk jaar meer.
De 15% interieurbouwers die geen eigen productie hebben, halen hun te plaatsen materiaal in de handel of bij de fabrikant (89%) en/of bij een collega-schrijnwerker (33%).
Buitenschrijnwerk
Het aantal buitenschrijnwerkers die nog zelf hun ramen of deuren maken, is de jongste jaren gedaald tot onder de helft. Van diegene die houten buitenschrijnwerk aanbieden, maakt 35% dit nog zelf. Voor pvc is dat 8% en voor aluminium 17%. 70% van de buitenschrijnwerkers heeft een eigen atelier met een machinepark. Ook hier halen diegenen die hun productie niet zelf doen hun te plaatsen ramen en deuren in de handel of bij een fabrikant (85%), of ze kloppen daarvoor aan bij een collega-schrijnwerker (38%). Ook het machinepark van de buitenschrijnwerker is geautomatiseerd (67%). Bijna volledig bij 28%.