Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Human Resources

SERV wil meer opleidingen en aandacht voor werkplekleren

Vlaanderen doet het goed op het vlak van scholing en competenties. Vlaamse jongeren behoren tot de top voor lees- en rekengeletterdheid. Vlaamse volwassenen zijn bekwamer in het oplossen van problemen in een technologierijke omgeving dan volwassenen uit de buurlanden.

serv wil meer
auremar - stock.adobe.com

Maar indien we als werknemer of organisatie in de nabije toekomst competent willen blijven, moeten we met zijn allen blijven leren en ontwikkelen. Daar wringt het schoentje, want leren, hebben we daar wel zin in? Zijn we bereid er tijd voor te maken? Is het aanbod toereikend, toegankelijk en aantrekkelijk? Bieden ondernemingen voldoende mogelijkheden? Is er gepaste ondersteuning vanuit de overheid? “Nog te weinig”, luidt het antwoord op deze vragen. Dat staat in een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) dat zopas in het Vlaams parlement werd voorgesteld.

Die ‘Skills Strategy Review’ schetst de vele initiatieven die (goed) lopen in Vlaanderen en geeft heel wat aanbevelingen mee over hoe we de tekortkomingen kunnen wegwerken. Voor de Vlaamse sociale partners zijn daarin meer leercultuur, een betere match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en lerende ondernemingen de gezamenlijke doelen. Die sluiten aan bij wat de sociale partners met onder andere het Vormingspact willen realiseren. Daarin staat de gedeelde verantwoordelijkheid van werknemers, werkgevers en overheid voor vorming en opleiding centraal.

Meer leercultuur

Werk maken van een leercultuur is nodig. De houdbaarheidsdatum van diploma’s en vaardigheden wordt beperkter. Volgens de OESO moet ongeveer 14% van de Vlaamse werknemers er rekening mee houden dat haar of zijn job kan verdwijnen. Ongeveer 30% van de jobs zal grondig van inhoud veranderen door de verdere automatisering en digitalisering. Helaas is de participatie van volwassenen aan opleidingen in ons land laag, zeker bij kortgeschoolden.

Daarom moeten bij- en omscholing aantrekkelijker worden zodat meer werkenden willen instappen. Dat kan door aangepaste combinaties van leren en werken, waaronder duaal leren, voor inactieven, werkzoekenden en werkenden van alle leeftijden. Dat vraagt ook om een relevant opleidingsaanbod dat inzet op de job die iemand vandaag uitoefent én op zijn of haar loopbaanontwikkeling van morgen.

Groter evenwicht

De werkloosheid daalt gestaag in Vlaanderen. Dat neemt niet weg dat er nog 187.000 werkzoekenden zijn, maar ook 48.000 vacatures (cijfers van eind 2018) die niet ingevuld geraken. Dat onevenwicht moet dringend weg. Om deze ongelijkheden weg te werken zijn kortlopende opleidingsprogramma’s nodig die afgestemd zijn op vacante functies.

Het vraagt een gerichte opleiding van werkzoekenden en inactieven naar (knelpunt)vacatures en om het stimuleren van bepaalde onderwijs- en beroepskeuzes. Ook competentiegericht matchen en rekruteren moet overal ingang vinden en vaardigheden en competenties opgedaan op de werkvloer moeten worden erkend.

Volgens de OESO zijn 36% van de ondernemingen ‘high performing workplaces’. Ze hebben opleidingsprogramma’s, schakelen mentoren in of voorzien jobrotatie. Dat is geen slechte score, maar landen zoals Denemarken of Finland doen het beter. De werkvloer is een belangrijke leerplek, voor veleVlamingen zelfs de enige leerplek als het over formele opleidingen gaat. Er moet dan ook voort worden ingezet op organisatievernieuwingen die leerrijke werkomstandigheden creëren. Ondernemingen en zeker kmo’s moeten daarin ondersteuning krijgen. Bedrijven moeten tevens volle aandacht hebben voor het potentieel aan kennis en vaardigheden die aanwezig zijn bij hun werknemers.

Deze doelen realiseren vraagt nog meer samenwerking en afstemming tussen de beleidsniveaus en -domeinen, tussen de spelers binnen onderwijs en werk en tussen de aanbieders op het terrein. Financiële incentives moeten nog meer dan vandaag mensen bereiken die minder lang onderwijs of minder opleiding volgen, zoals kortgeschoolden, oudere werknemers en andere (nieuwe) kwetsbare groepen.

Voor de Vlaamse sociale partners verenigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) is de verdere ontwikkeling van kennis en vaardigheden van werkzoekenden en werknemers van het allergrootste belang.

“De analyse is gemaakt en de aanbevelingen zijn beschikbaar. Ze vormen een voedingsbodem voor onder meer het verdere sociale overleg. De stappen naar de realisatie van meer leercultuur, grotere evenwichten en meer lerende ondernemingen moeten wij allen (de sociale partners, de regering, het onderwijs en de opleidingsverstrekkers) samen en zonder uitstel zetten”, aldus Caroline Copers (ABVV), Dany Van Assche (Unizo), Ann Vermorgen (ACV), Hans Maertens (Voka), Gert Truyens (ACLVB), Sonja De Becker (Boerenbond) en Tim Vannieuwenhuyse (Verso).
 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten