Studiedomein bouw verliest honderden leerlingen
In het Vlaamse secundair onderwijs daalde het aantal leerlingen in het studiedomein bouw de voorbije vier jaren van 4.290 naar 3.631. Dat komt neer op 659 leerlingen. Ook in het studiedomein hout verminderde het aantal leerlingen de jongste vier jaren met 393.
Tegelijk wordt de bouwsector geconfronteerd met een forse opstoot van vacatures voor bouwarbeiders. Die zijn in dezelfde periode meer dan verdubbeld. Nu het aantal leerlingen in het secundair onderwijs opnieuw stijgt doet de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) een oproep om het secundair bouwonderwijs grondig te moderniseren.
Het departement Onderwijs publiceert jaarlijks een statistisch overzicht van de schoolbevolking van het secundair onderwijs per studiedomein. Uit die statistieken blijkt dat het aantal leerlingen in het studiedomein bouw (met de klemtoon op ruwbouw) er jaarlijks op achteruit gaat. In vier jaar tijd gaat het om een achteruitgang met 659 leerlingen of 15%. De achteruitgang is zo drastisch dat steeds meer scholen problemen krijgen om hun (ruw)bouwopleiding nog in stand te houden. Ook de organisatie van duaal (ruw)bouwonderwijs dreigt in het gedrang te komen wegens een te beperkt aantal leerlingen.
Het aantal leerlingen in het studiedomein hout ligt ongeveer dubbel zo hoog als in het (ruw)bouwonderwijs. Maar ook hier zien we een achteruitgang, vooral in het schooljaar 2016-2017. Voor de bouw is dit studiedomein belangrijk omdat hier naast meubelmakers ook schrijnwerkers worden opgeleid.
Hoewel bedrijven die sanitair, verwarming, ventilatie en koeling installeren in de bouw alsmaar aan belang toenemen, zien we in dit domein geen toename van het aantal leerlingen. Bovendien telt dit studiedomein het kleinste aantal leerlingen van de domeinen die voor de bouw belangrijk zijn. In het domein van de decoratieve technieken, waarin onder meer schilders worden opgeleid, is evenmin groei te bespeuren.
Tegelijk zien we dat het aantal vacatures vanuit de Vlaamse bouwbedrijven de jongste jaren enorm is toegenomen. Alleen in juni 2018 ontving de VDAB liefst 826 vacatures voor bouwarbeiders. In juni 2014 waren dit er nog maar 462. Tegelijk telde de VDAB in juni van dit jaar 2.646 vacatures voor bouwarbeiders; vier jaar geleden bedroeg dit aantal amper 1.032. Er komen meer vacatures binnen en ze raken bovendien moeilijker ingevuld.
Het aantal werkzoekenden voor de bouw is intussen fors gedaald van 21.304 in juni 2014 tot 13.753 in juni 2018. Tegelijk heeft het aantal bouwarbeiders zich in Vlaanderen gestabiliseerd rond 90.000 tot 91.000. Bovendien situeert de piek in de leeftijdsstructuur van de bouwarbeiders zich nu bij de 50- tot 54-jarigen. De komende jaren zullen bouwarbeiders in grote aantallen met pensioen gaan.
De bouw is zich de jongste jaren fors aan het moderniseren. Het bouwproces wordt steeds complexer, de vereisten in verband met bijvoorbeeld energieprestaties en akoestisch comfort worden alsmaar strenger en de keuze uit materialen en componenten wordt uitgebreider. Bovendien zorgen heel wat technologische ontwikkelingen ervoor dat de bouw sneller en verder industrialiseert, automatiseert en technologie integreert, zoals gps-sturing, 3D-printen, virtuele realiteit, het gebruik van drones, geothermie en warmtenetten, smart houses en smart mobility.
De uitdagingen zijn enorm en de technologische mogelijkheden eveneens. De VCB is ervan overtuigd dat deze evolutie jongeren moet kunnen overhalen om voor een bouwopleiding en een bouwberoep te kiezen. Alleen is de modernisering van de bouw nog onvoldoende doorgedrongen bij de jongeren en hun ouders. De VCB probeert waar zij kan dit modernere imago van de bouw uit te dragen. Maar ook de in de bouwscholen moet dit nieuwe imago van de bouw voldoende doordringen.
De scholen moeten hun ateliers en hun lesprogramma’s zo aanpassen dat zij de nieuwe gang van zaken in de sector voldoende weerspiegelen en niet langer het traditionele beeld van bijvoorbeeld de metselaar, schilder en loodgieter bestendigen. De bouwopleidingen zijn met de hervorming van het Vlaams secundair onderwijs allemaal tot het studiedomein STEM (Science, Technology, Engineering en Mathematics) gaan behoren. Zij moeten dan ook uitstralen dat de bouw als technologie-integrator precies een koploper is op dit vlak.