Volgens directeur-generaal Marc Dillen is bij dit laatste wel een duidelijke vooruitgang in het aantal leerlingen te merken. De achteruitgang in de secundaire bouwscholen heeft vooral te maken met het voltijds onderwijs. Daar ging het aantal leerlingen in de derde graad van het beroepssecundair en het buitengewoon onderwijs de jongste jaren fors naar beneden, maar bleef het aantal leerlingen met een bouwopleiding in het deeltijds leren en werken schommelen rond 870 en steeg het aantal duale leerlingen van 0 naar 149.
Dat neemt niet weg dat in de totaliteit van de schoolbevolking het duaal leren nog zeer beperkt blijft. Maar vóór de coronacrisis is het duaal leren voor de bouw kunnen toenemen en in 2020 en 2021 heeft het ondanks de crisis kunnen standhouden. De meest succesvolle duale studierichtingen zijn ruwbouw (met 60 leerlingen), sanitaire en verwarmingsinstallaties (met 20 leerlingen), schrijnwerk (met 16 leerlingen), schilderen (met 12 leerlingen), afwerking en tegelzetten (elk met 11 leerlingen).
De bouw vertegenwoordigt nu 8% van het totaal aantal duale leerlingen in Vlaanderen. Maar heel wat duale studierichtingen (bijvoorbeeld voor ijzervlechter-bekister, natuursteenbewerker, dakwerker en technicus van hernieuwbare energie) zijn nog te dun bevolkt en tellen op Vlaams niveau nog altijd minder dan tien leerlingen. Sommige duale studierichtingen geraken zelfs niet opgestart bij gebrek aan leerlingen, zoals de opleidingen voor bouwplaatsmachinist en daktimmerman.
“Dat heeft niet te maken met het aantal erkende bedrijven. De voorbije vier jaar hebben telkens een 500-tal bouwbedrijven van het opleidingsfonds Constructiv een erkenning gekregen om een duale opleiding te kunnen opstarten. Maar zij kregen vaker geen leerlingen over de vloer. De interesse van bouwbedrijven voor duaal leren is reëel. De VCB blijft dus geloven in het groeipotentieel”, aldus Dillen.
#WERFze
Met haar campagne #WERFze en haar platform www.werfze.be met getuigenissen van bouwprofessionals en studenten blijft de VCB de aandacht van jongeren en hun ouders op de bouw vestigen. Naast een resem hoogopgeleide profielen zoals werfleider, calculator en technicus voor een studiebureau bouw, focust het platform op vakmannen zoals bijvoorbeeld dakdekker, schrijnwerker, installateur, wegenwerker en bouwplaatsmachinist.
Met behulp van sociale media zoals facebook en instagram brengt de VCB deze getuigenissen geregeld onder de aandacht van duizenden jongeren met interesse in o.a. bouw, energie, milieu en duurzaamheid. Bovendien zet het platform ook het grote maatschappelijke belang van de sector voor het klimaat en het leefmilieu in de verf.
“Onlangs werd nog bekend gemaakt dat bouwvakkers de best betaalde arbeiders zijn. Naast een goede verloning heeft de bouw tal van troeven. Niet alleen krijg je een grote variatie in je takenpakket, heb je heel wat autonomie, werk je vaak in teamverband en zijn er talrijke leermogelijkheden. Ook gaat een job in de bouw steeds vaker gepaard met de laatste technologieën, digitalisering, innovatie en klimaat”, besluit Marc Dillen.