Vlaanderen pakt illegale tewerkstelling in de bouw aan
Voortaan is elk bouwbedrijf in de keten verplicht om bij onderaannemers die derdelanders tewerkstellen een aantal documenten op te vragen. Namelijk het paspoort, visum, A1-document en Limosa-document. Eenvoudig gesteld, alle documenten die nodig zijn om te bewijzen dat de arbeiders uit derdelanden hier gewettigd werken en verblijven.
De Vlaamse
regering keurde een uitvoeringsbesluit goed dat het eerdere decreet
Ketenaansprakelijkheid verder verfijnt. Vraagt een bouwbedrijf de documenten
niet op en is er sprake van illegale tewerkstelling verder in de keten, dan
krijgt het bouwbedrijf een sanctie. Dat gaat van een gevangenisstraf van zes
maanden tot drie jaar en/of een strafrechtelijke geldboete van 4.800 tot 48.000
euro of met een administratieve geldboete van 2.400 tot 24.000 euro.
Bouwunie
juicht de beslissing van de Vlaamse regering toe. “Illegale derdelanders leven
hier in vaak erbarmelijke toestanden en krijgen niet het loon dat ze
verdienen”, zegt Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens. “We moeten elke vorm van
sociale dumping en de daaraan gekoppelde oneerlijke concurrentie voor onze
bedrijven tegengaan. We zijn tevreden dat ook Vlaanderen met deze beslissing
hieraan meewerkt. Temeer omdat de verplichting van Vlaanderen geen bijkomende administratieve
rompslomp oplevert.”
Daarnaast
stelt Bouwunie verheugd vast dat de Vlaamse regering onderzoekt of ze werk kan
maken van een databank voor buitenlandse aannemers.