De Belgische verwarmingsmarkt in 2023: een jaar van tegenslag en hoop
ATTB, de Associatie voor Thermische Technieken in België, blikt terug op een moeilijk jaar voor de verwarmingsmarkt. Onder invloed van dalende energieprijzen, hoge interestvoeten, een achteruitgang van de vastgoedtransacties en bouwaanvragen, en een onmiskenbare deuk in het consumentenvertrouwen die eigenaars ontmoedigt om toekomstgericht te investeren, daalde de verkoop van warmtegeneratoren vorig jaar met maar liefst 23% t.o.v. het jaar ervoor. Desondanks blijft ATTB hoopvol over de groene transitie, met veelbelovende signalen zoals de vermindering van het aantal traditionele ketels en de spectaculaire groei van warmtepompen in het begin van 2023. De vereniging kijkt dan ook vol verwachting uit naar 2024 en de volgende jaren als een potentieel omslagpunt voor duurzamere verwarmingsoplossingen, maar benadrukt de urgente noodzaak van inzet en samenwerking van alle belanghebbenden.
Het jaar 2023 was donker voor de sector, ondanks een veelbelovende start. Traditionele gas- en stookolieketels zagen hun verkoopcijfers verontrustend met een derde verminderen. Ook de thermische zonne-energie (zonneboilers), die in 2022 voor het eerst sinds lang weer positieve cijfers liet noteren, daalde dit jaar met 35%. De verkoop van warmtepompen steeg dan weer spectaculair, met 140% in de eerste 6 maanden van 2023, maar deze groei kwam abrupt tot stilstand in de laatste maanden. Na 12 maanden staat de verkoop op slechts +68% meer in vergelijking het jaar ervoor.
De algehele terugval in de verkoop van warmtegeneratoren in 2023 in België bedraagt 23%, wat zich vertaalt naar 60.000 minder geïnstalleerde toestellen in vergelijking met 2022 en een omzetdaling van 0,5 miljard euro. Deze uitdagingen beperken zich niet tot België. In heel Europa is er voor de verwarmingssector een vergelijkbare neergang merkbaar. Duitsland vormde hierop oorspronkelijk een uitzondering, dankzij een geplande regelgeving die aanvankelijk positief resultaten opleverde. Echter, sinds de geplande regelgeving daar opnieuw werd uitgesteld, is ook daar de verkoop van warmtegeneratoren de laatste maanden sterk gedaald.
Oorzaken terugval
ATTB schrijft de terugval in 2023 toe aan een samenspel van factoren die aanzienlijke invloed hebben op het koopgedrag van potentiële klanten. Zo blijkt het gebrek aan bewustzijn over de rol van duurzame verwarmingstechnieken in CO2-reductie een belangrijke belemmering en heeft de recente daling van energieprijzen de urgentie om te investeren in energiebesparende maatregelen en efficiënte verwarmingssystemen verminderd. Gelijktijdig heeft een stijging van de rentetarieven niet alleen lenen duurder gemaakt, maar ook geleid tot een opvallende afname van nieuwbouwprojecten. De aanhoudende maatschappelijke onzekerheid, gevoed door zorgen over inflatie en internationale conflicten, ontmoedigt consumenten om te investeren, inclusief in verwarmingstechnieken. Ook onduidelijke beleidsrichtlijnen, zoals de btw-discussies over verwarmingsoplossingen, bemoeilijken de besluitvorming. Ten slotte speelt ook betaalbaarheid een cruciale rol, waarbij de aanzienlijke kostenstijging voor moderne verwarmingsoplossingen woningeigenaren aanzet tot reparaties in plaats van de aanschaf van nieuwe warmtegeneratoren, wat de verkoopcijfers verder doet afnemen.
Toekomstperspectief voor de verwarmingssector
Aan de positieve zijde ziet ATTB de verlenging van het verlaagde btw-tarief van 6% op warmtepompen, wat de acceptatie van duurzame verwarmingstechnologieën stimuleert. Bovendien stijgt het aantal leningen voor energiebesparende investeringen, wat kansen biedt voor consumenten om te investeren in moderne en efficiënte verwarmingssystemen. De uitkomst van de wereldklimaattop COP 28 in Dubai, hoewel mogelijk niet zo ambitieus als gehoopt, zendt toch een krachtig signaal uit om het gebruik van fossiele brandstoffen aanzienlijk te verminderen. Ook gewestelijke en lokale initiatieven, zoals renovatieverplichtingen en bevorderende maatregelen voor warmtepompen en warmtenetten, dragen bij aan de bevordering van energie-efficiënte oplossingen.
Aan de negatieve zijde zijn er echter ook uitdagingen. In een jaar met verkiezingen is er traditiegetrouw een mogelijke stilstand van initiatieven, wat ook op de verwarmingssector van invloed kan zijn. De prijsverhouding tussen elektriciteit en fossiele brandstoffen zit momenteel niet gunstig, met een verhouding van 3,7, wat hoger is dan in 2022. Dit kan de adoptie van duurzame oplossingen beïnvloeden. Het consumentenvertrouwen heeft een aanzienlijke deuk opgelopen en lijkt niet snel te herstellen, wat een voortdurende uitdaging vormt. Ook betaalbaarheidskwesties, zoals eerder benoemd, zullen naar verwachting in 2024 aanhouden, waardoor consumenten terughoudend blijven om te investeren in nieuwe verwarmingssystemen. Een ander significant probleem is het gebrek aan geschoold en gekwalificeerd personeel, vooral in de warmtepompsector, die een belemmering kan vormen voor de verdere groei van duurzame verwarmingssystemen.
Pleidooi voor een toekomstgericht beleid
ATTB pleit voor een helder en stabiel politiek kader op de lange termijn, dat zich uitstrekt over federale, lokale en Europese niveaus. Terwijl het Fit for 55-initiatief aanvankelijk positief leek, resulteerde het in overproductie als gevolg van de massale investeringen van fabrikanten. De wetgeving moet futureproof worden gemaakt om zogenaamde lock-ins te voorkomen en moet alle relevante aspecten, waaronder geluidsnormen, in overweging nemen.
Zo is volgens ATTB de defiscalisatie van de stroomprijs en cruciale stap, met als doel een prijsverhouding tussen elektriciteit en fossiele brandstoffen van maximum 2,5 te bereiken. Deze verhouding is essentieel om particulieren te motiveren over te stappen naar elektrische en hernieuwbare energiebronnen zoals warmtepompen, en die rendabel te maken.
Daarnaast benadrukt ATTB de noodzaak van het opleggen van een verplicht minimumrendement voor warmtegeneratoren, niet alleen in nieuwbouwprojecten, maar ook bij renovaties en voor verhuurders. Het blijkt dat niet-condenserende ketels nog steeds worden geïnstalleerd, wat niet zou mogen gebeuren. Het instellen van een exitstrategie en een verplichte einddatum voor dergelijke installaties is van groot belang.
In de ambitie om een inclusieve overgang naar duurzame oplossingen te realiseren, is het essentieel om specifieke aandacht te besteden aan minder welgestelde huishoudens, zodat ook zij actief kunnen deelnemen aan de groene transitie. ATTB bepleit een doeltreffende toewijzing van premies, met als doel deze middelen daar te laten belanden waar ze het meest nodig zijn. Terwijl huishoudens met voldoende financiële middelen vaak al geïnvesteerd hebben in hernieuwbare energie, is het nu van belang om de focus te verschuiven naar diegenen die graag willen bijdragen aan de groene transitie, maar zich financieel belemmerd voelen.
Tot slot onderstreept ATTB de urgentie van het aantrekkelijker maken van het beroep van installateur. Zo zou het voorstel om elke opleiding directe toegang te verlenen tot het beroep en de integratie van certificaten in het opleidingsproces in plaats van daarna, het beroep aantrekkelijker kunnen maken en de kloof tussen opleiding en praktijk aanzienlijk verkleinen.