Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Infrastructuur

'Eerst het water, de rest komt later'

Op de Vlariodag richtte de Vlaamse rioleringssector zich rechtstreeks tot de burgemeesters en ook Vlaams minister van Milieu Zuhal Demir was streng. Ze verwees daarvoor naar de eerste hulp bij brandwonden: ‘eerst (het) water, de rest komt later’.

eerst het water 1
De deadline voor het halen van de Europese kaderrichtlijn inzake afvalwater, wat sommige andere Europese landen en regio’s al veel eerder gelukt is, komt almaar dichter. Vooral de nog steeds oplopende doorlooptijden zijn een doorn in het oog van de rioleringssector. “Rioleringsprojecten met een doorlooptijd van tien jaar, dat krijg je toch niet meer uitgelegd aan de burger?”, vroeg minister Demir aan de aanwezigen op de Vlariodag. Zowat 860 mensen hadden zich voor dit jaarlijkse event in Antwerp Expo aangemeld.
 
“Er zijn te veel partijen en partners om een rioleringsproject vlot te laten verlopen. Het wordt tijd dat al die partners niet langer kijken naar hun eigen belang, maar gaan denken aan het algemene belang”, vervolgde Demir. “In het verleden hebben we het water teveel geweerd uit onze omgeving. Nu moeten we de omslag maken en samen creatieve oplossingen bedenken. Als het over water gaat, kan je voor mijn part niet voortvarend genoeg zijn”, besloot de Vlaamse minister.
 
De lokale besturen zijn volgens de minister cruciale partners in het beleid, en de minister verwees dan ook naar de vele instrumenten binnen de Blue Deal die mikken op samenwerking met en ondersteuning van de lokale besturen zoals de verschillende projectoproepen en de opmaak en uitwerking van de hemelwater- en droogteplannen. Ze herinnerde eraan dat er nog een hervorming van de watersector zit aan te komen en dat die mee zou moeten zorgen voor kortere doorlooptijden. De minister vraagt aan de lokale besturen om meer ruimte te voorzien voor water, om meer innovatie in te zetten, beter samen te werken en vooral: om in actie te schieten.
 
Steven Van den Broeck van de Vlaamse Milieumaatschappij vertaalde de Europese doelstellingen concreet naar haalbare reductiedoelen voor de rioolbeheerders. Met het voorliggende plan moet een zuiveringsgraad van 91% haalbaar zijn, maar hiervoor zal de sector extra middelen nodig hebben.
 
Vincent Wolfs, voorzitter van Werkgroep 2&3 van Vlario stelde het groenblauwpeil voor. Vlario, de Vlaamse Confederatie Bouw en het departement Omgeving hebben dit instrument ontwikkeld zodat iedereen kan nagaan hoe een woning of perceel scoort op blauwe en groene elementen. Deze online tool geeft ook tips om een perceel klimaatbestendiger te maken (www.groenblauwpeil.be).
Het gesprek tussen professor Patrick Willems (voorzitter Vlario) en Victor Dries (kabinet minister Demir) startte met ontharding en groenblauwe inrichting, naar aanleiding van de discussies over de (onwettig) verharde voortuinen in Lier. Victor Dries drukte zijn appreciatie uit voor de daadkracht van de burgemeester van Lier. “Hemelwater- en droogteplannen mogen geen afvinklijstjes worden.”
Dries benadrukte voorts dat er veel stimulerende instrumenten zijn in de Blue Deal. Die moeten ingezet worden om ambitieuze leertrajecten te ondersteunen, waarvan de resultaten dan breder toegepast kunnen worden. Ook de regelgeving zal aangepast worden. Er zullen meer verplichtingen en incentives komen op dit vlak. Hij kijkt uit naar de resultaten van het denkwerk over de infiltratiebonus. Tegelijk wil het kabinet ook kijken waar bestaande regelgeving in de weg staat van creatieve oplossingen. Dries wees uitdrukkelijk op de nood aan verdienmodellen voor grijswater- en hemelwatergebruik.
 
Professor Willems duidde de noodzaak om veel meer in te zetten op circulair watergebruik. Vlaanderen heeft een lage waterbeschikbaarheid en we komen dan ook snel in de problemen tijdens lange periodes van droogte – er is dan simpelweg te weinig water voor de behoeften. De professor ziet twee sporen: meer hemelwater bijhouden en meer water hergebruiken. Inzake de technische haalbaarheid wees professor Willems op de grootteordes inzake waterverbruik in Vlaanderen. Uit de waterbalans blijkt dat de totale watervraag in Vlaanderen ongeveer 900 miljoen m³ per jaar bedraagt. De hoeveelheid regenwater die wordt afgevoerd via de riolering bedraagt 300 tot 400 miljoen m³ per jaar. Het effluent van de rwzi’s is ongeveer 800 miljoen m³ per jaar. Er zijn dus opportuniteiten, maar ze zijn niet altijd evident, om technische of economische redenen. Hij wees ook op de noodzaak om voldoende water te blijven voorzien voor beken en rivieren. Dries wees hierbij op de grote rol voor lokale besturen. De individuele verplichtingen inzake hemelwater kunnen in vele gevallen beter overgedragen worden en gebundeld in grotere projecten die een hogere efficiëntie bereiken.
 
Professor Willems benadrukte ook het verbeterpotentieel bij bronbemalingen, waarvan volgens ramingen 80 tot 90% nog steeds naar de riolering zou gaan. Water retourneren blijft de eerste optie, het water ter beschikking stellen voor lokaal hergebruik kan interessant zijn, maar als het om beperkte volumes gaat en de overloop van de buffer op de riolering aangesloten blijft, is het een maat voor niets.
Het derde gespreksonderwerp handelde over de doorlooptijden van projecten en de financiële steun voor steden en gemeenten. Op de vraag of er meer toezicht moet komen op de besteding van de middelen uit de saneringsbijdragen door de gemeenten en intercommunales, herinnerde Dries aan de opdracht uit het regeerakkoord om in te zetten op responsabilisering, door meer te focussen op doelstellingen en minder op voorschriften. Dat moet leiden tot meer vrijheid, maar ook meer verantwoordelijkheid. De besteding van het geld van de belastingbetaler moet leiden tot investeringen in zuiver water, waarbij transparantie – en dus toezicht –noodzakelijk is.
 
Willems adviseerde de gemeenten om vooral geen enkele kans verloren te laten gaan. Projecten bieden opportuniteiten om meer waterrobuust te worden, en die moeten meer gegrepen worden. De ambitie mag en moet daarbij hoger: 95% van het regenwater hergebruiken of infiltreren is haalbaar en zorgt ervoor dat enkel nog water wordt afgevoerd tijdens heel intense buien.
 
Dries herinnerde aan de initiatieven om de coördinatie tussen de bovenbouw en onderbouw te verbeteren. De samenwerking met andere partijen moet verder verbeteren en daar wordt aan gewerkt. Aquafin heeft de opdracht om als ‘matchmaker’ op te treden. Hij vroeg echter ook om meer creatief te denken en zich niet blind te staren op de koppeling met de bovenbouw. Als duidelijk is dat de wegbeheerder de komende decennia geen plannen heeft, kan gekeken worden naar decentrale oplossingen.
Als slotboodschap vroeg Victor Dries aan de sector om meer ambitie aan de dag te leggen, te durven dromen en het technologische potentieel dat er is, in samenwerking met partners in de praktijk te brengen.
 
De Blue Deal stelt dat een gemeente vanaf 2024 enkel nog toegang heeft tot watergerelateerde subsidies als zij beschikt over een voldoende ambitieus hemelwater- en droogteplan. Om besturen hierbij te ondersteunen heeft de CIW een blauwdruk uitgewerkt die op de Vlariodag in primeur werd voorgesteld door Kathleen Van Dorslaer van de provincie Antwerpen en lid van de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP). Deze blauwdruk geeft verduidelijking bij de inhoud van een hemelwater- en droogteplan, het te doorlopen proces voor de opmaak en goedkeuring ervan en de doorwerking naar het lokale beleid en initiatieven op het terrein.
 
Daarna was het woord aan Danny Verhulst als voorzitter van de Werkgroep Asset Management van Vlario. Tegen 2027 moeten de verschillende gemeentes en rioolbeheerders duidelijke stappen in asset management gezet hebben. Een belangrijke verplichting in deze is het toekennen van risicoprofielen aan de rioleringen en het maken van een eerste inspectieplan. Met dit inspectieplan moet tegen 2027 zowat 40% van het rioleringsnetwerk in Vlaanderen een (voor)inspectie gekregen hebben.
 
Tot slot gaf Carl Verelst als voorzitter van de Werkgroep Projectmanagement een antwoord op de vraag: “Krijg ik een riolerings-en infrastructuurproject deze legislatuur nog gerealiseerd?”. Dit is een onderwerp dat al enkele jaren op de agenda van de Vlariodag staat omdat iedereen ervan overtuigd is dat deze doorlooptijden echt wel ingekort kunnen en moeten worden. Hij gaf enkele voorbeelden waaruit blijkt dat al stappen in de goede richting gezet zijn, maar we zijn er zeker nog niet.
 
Na de uiteenzettingen werden de Innovatieprijzen van Vlario uitegreikt. Voor de categorie Visie/concept ging de award naar het testproject klimaatrobuuste Marnixwijk van Aquafin en de gemeente Overijse. In de categorie Technologie was de award voor Thiotube uit Thiocrete (circulaire zwavelbeton) door De Bonte Group/Thio Materials.
 
Volgend jaar is de Vlariodag op dinsdag 29 maart.

 

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten