“Slimme burgemeesters investeren op tijd in rioleringen”
De Vlaamse regering keurde zopas het ontwerp goed van het optimalisatieprogramma van Aquafin voor 2020 dat de Vlaamse Milieumaatschappij heeft voorgelegd aan Vlaams Milieuminister Koen Van den Heuvel (CD&V). Dit programma omvat 140 projecten voor een bedrag van 230 miljoen €. Dat zei Van den Heuvel op de Vlariodag vorige week. De Vlariodag kon rekenen op een recordopkomst van meer dan 800 deelnemers. Het belangrijkste thema van deze hoogmis van de rioleringssector: hoe krijgen we met dat geld zo snel mogelijk buizen in de grond? “Er zijn genoeg middelen. De verantwoordelijkheid vervalt niet door het beheer van rioleringen over te dragen. Slimme burgemeesters investeren op tijd”, was het niet mis te verstane antwoord van Vlario-directeur Wendy Francken.
Koen Van den Heuvel bracht met de aankondiging van het optimalisatieprogramma alvast goed nieuws mee naar de Vlariodag in Antwerpen. “Het overgrote aandeel van dat optimalisatieprogramma, 130 miljoen €, gaat naar het overnemen van gemeentelijke rioleringsinspanningen, via het budget voor het Lokaal Pact. Ook via de subsidieprogramma’s voor riolering en individuele zuivering blijft het Vlaamse Gewest de gemeenten ondersteunen. Ik sta op het punt om een subsidieprogramma te ondertekenen voor ongeveer 180 gemeentelijke rioleringsprojecten. Dat gaat naar schatting over 280 miljoen € totale investeringskost, waarvan de helft voor rioleringswerken”, stelt Van den Heuvel.
“De belangrijkste en misschien ook wel grootste uitdaging zal er in bestaan om de projecten in versneld tempo op het terrein te realiseren. De gemiddelde doorlooptijd van een rioleringsproject bedraagt momenteel vijf tot zeven jaar. Er zijn heel wat factoren die voor vertraging kunnen zorgen: een moeilijke samenwerking met derde partijen, een moeilijke afstemming, de onzekerheid over de financiering en de wijzigende wetgeving inzake bijvoorbeeld onteigeningen en archeologie”, weet de minister.
“Het is misschien niet altijd mogelijk om in te grijpen op elke reden tot vertraging, maar er kan zeker gewerkt worden aan het ‘actief’ volgen van een dossier, een goede coördinatie en regelmatig overleg met alle partijen. Ik ben ervan overtuigd dat een gedreven bestuur er mee kan voor zorgen dat de doorlooptijd zo kort als mogelijk gehouden wordt”, besluit Van den Heuvel.
Doorlooptijd
De lange doorlooptijd van rioleringsprojecten is één van de zorgenkindjes van de sector. In 2027 moet de Europese deadline gehaald worden inzake zuivering en afkoppeling. Wil Vlaanderen die deadline halen, dan moet snel gehandeld worden. “De Europese Kaderrichtlijn Water is één van de belangrijkste milieurichtlijnen. Die richtlijn is bijna 20 jaar van kracht en verplicht ons om de watervoorraden en de waterkwaliteit in heel Europa veilig te stellen. Door te investeren in onze saneringsinfrastructuur konden we in de afgelopen twee decennia het aantal inwoners dat aangesloten is op een waterzuivering bijna verdubbelen. In meer dan twee derde van de waterlopen bereiken we tot op vandaag een matig tot goede toestand. Investeringen blijven nodig, niet enkel om nieuwe infrastructuur uit te bouwen, maar ook om de bestaande infrastructuur goed te beheren en te renoveren”, weet de minister.
De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) werkt aan een reductiedoelstelling per waterlichaam, te bereiken tegen 2027. Die doelstelling wordt verdeeld over de verschillende actoren volgens hun aandeel in de vervuiling. Voor elke gemeente zal die zich vertalen in een minimaal te leveren inspanning. De VMM bekijkt aan de hand van een aantal scenario’s wat financieel haalbaar is tegen 2027.
Klimaatbrossers
Van den Heuvel kadert de rioleringsinspanningen in Vlaanderen in de groeiende aandacht voor het klimaat bij jongeren. “De overheid moet burgers en private initiatiefnemers blijven betrekken bij het analyseren van de uitdagingen en het ontwikkelen van een visie, oplossingen en de realisatie ervan. De komende decennia verwachten we meer wateroverlast, waterschaarste, een zeespiegelstijging en droogte. Dit soort gebeurtenissen kunnen hoge economische en maatschappelijke kosten met zich brengen. De Vlaamse regering blijft niet bij de pakken zitten. 75 miljoen € uit het Klimaatfonds wordt bijkomend geïnvesteerd om klimaatmaatregelen versneld door te voeren. Een actieplan over droogte en overstromingen is in volle voorbereiding en wordt op korte termijn aan de Vlaamse regering voorgelegd. Met de strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen maken we meer ruimte voor een robuust watersysteem op de langere termijn. Ruimte is dan ook noodzakelijk om water te kunnen opvangen bij zware regenval, om water te kunnen bijhouden bij grote droogte en om watertekorten te kunnen overbruggen. Vlaanderen wil stapsgewijs evolueren naar een regio waar de totaal bebouwde oppervlakte niet langer toeneemt. Het terugdringen van de verhardingsgraad is eveneens belangrijk om zoveel mogelijk water in de bodem te infiltreren en het risico op overstromingen te beperken. Daarvoor heb ik zopas nog een nieuwe projectoproep ontharding gelanceerd”, stelt Van den Heuvel.
Met de projectoproep ‘Proeftuinen Ontharding’ worden initiatieven zoals het wegnemen van beton, asfalt of gebouwen gestimuleerd en ondersteund. Daarnaast lanceerde de Vlaamse minister ook de nieuwe projectoproep voor vergroeningsprojecten en als derde de projectoproep voor de aanleg van groendaken en groengevels. Voor elk van deze drie projectoproepen is 5 miljoen € voorzien.
Lees verder onder het kaderstukje.
4 miljard €
Volgens het Europese Milieuagentschap is de ecologische toestand van 87% van de Vlaamse waterlopen slecht of ontoereikend. Eén van de oorzaken is het feit dat één op de acht Vlamingen niet is aangesloten op een waterzuiveringsinstallatie. Om de Europese doelstellingen te halen, moet tegen 2027 het afvalwater van een extra half miljoen Vlamingen gezuiverd worden.
De Europese Kaderrichtlijn Water legt op dat onze waterlopen en rivieren zich tegen uiterlijk 2027 in een ‘goede ecologische toestand’ moeten bevinden. Vandaag haalt geen enkele Vlaamse rivier die norm.
Eén van de oorzaken is de aanhoudende vervuiling door huishoudens, naast de landbouw en de industrie. Slechts 84% van de Vlaamse inwoners is aangesloten op een waterzuiveringsinstallatie, wat betekent dat het afvalwater van één op de acht Vlamingen nog steeds ongezuiverd geloosd wordt. Om de Europese doelstellingen te halen, moet tussen nu en 2027 het afvalwater van een half miljoen Vlamingen bijkomend gezuiverd worden. Het prijskaartje van de aansluiting van een half miljoen Vlamingen komt op afgerond 4 miljard €. 1,3 miljard werd al vastgelegd. Er moet dus nog 2,7 miljard € geïnvesteerd worden in nieuwe projecten.
Jan Verheeke, lid van de Mina-raad, gaf op de Vlariodag in eigen naam een paar voorzetten om alsnog de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. Hij denkt o.m. aan een goedkope ‘blauwe’ lening aan lokale overheden die zelf onvoldoende middelen hebben voor hun investeringen in rioleringen, een waarborg voor riskante investeringen en misschien extra heffingen in de gemeenten waar de bestaande heffingen de te verwachten kosten niet dekken. “Maar extra heffingen mag slechts een laatste redmiddel zijn, als alle andere maatregelen reeds zouden genomen zijn”, meent Verheeke.
Steven Van Den Broeck van de VMM duidde op de Vlariodag nog eens op de urgentie van de Europese Kaderrichtlijn. “2027 is heel dichtbij. De gemiddelde doorlooptijd van een rioleringsproject in Vlaanderen bedraagt vijf tot zes jaar, maar dat betekent ook dat een kwart van de projecten een doorlooptijd van acht jaar heeft. Tot 2027 is nog acht jaar, dus moeten we nu aan de slag”, weet Van Den Broeck.
Volgens Peter Aelterman van de VMM is de aanleg van de resterende rioleringen om de Europese Kaderrichtlijn Water te halen op basis van de bestaande heffingen financieel haalbaar voor minstens de helft tot twee derden van de Vlaamse gemeenten. Hij geeft voorts aan dat het uitstellen van vervangingsinvesteringen er zou kunnen toe bijdragen dat er meer middelen zijn voor nieuwe rioleringen. Andere denksporen zijn o.m. een tariefregeling volgens de investeringsnoden, aangepaste subsidies en het samenwerken van besturen op basis van solidariteit.
Leuven
Burgemeester van Leuven Mohamed Ridouani mocht op de Vlariodag weerwerk bieden tegen de responsabilisering van burgemeesters en schepenen door Vlario-directeur Wendy Francken. “Het klopt dat het jammer is dat rioleringen vorig jaar geen hot item waren bij de gemeenteraadsverkiezingen. Rioleringen zijn doorgaans slechts een thema als het kort daarvoor misgelopen is. Leuven is met een rioleringsgraad van 99% één van de betere leerlingen. Dat resterende procentje gaat in hoofdzaak om het plaatsen van een zestigtal iba’s. Elk jaar investeren wij 8 miljoen € in rioleringen. Wij beschikken over een uitgebreid digitaal riolerings-info-systeem (RIS) met alle informatie over diameter, hellingsgraad, diepte, huisaansluitingen, … Zo kunnen we altijd heel kort op de bal spelen. Waar wij nu mee bezig zijn is hoe we ons historisch gegroeide afvoersysteem relatief snel kunnen aanpassen aan de veranderingen in het klimaat”, besluit Ridouani.
Voorzitter Carl Verelst van de werkgroep Projectmanagement bij Vlario schopte op het einde van de Vlariodag de sector nog eens goed wakker. “Dat grote infrastructuurprojecten als de Oosterweelverbinding of de Noord-Zuid-Limburg een doorlooptijd hebben van tien jaar valt nog een klein beetje te begrijpen. Maar rioleringsprojecten waar bijna altijd een bestaand wegtraject wordt gevolgd en de wegopbouw een opwaardering krijgt, dat kan toch geen probleem zijn om die sneller uit te voeren dan het huidige gemiddelde van 5,5 jaar, met pieken tot meer dan 7,5 jaar. Als dat niet lukt, is dat onze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het helpt ook niet dat er steeds meer wetgeving bijkomt, zoals de archeologienota, de mer-studies, de omgevingsvergunning, … Die zorgen voor bijkomende vertragingen. Bovendien is een jaar nadat de omgevingsvergunning van kracht werd het normenboek nog niet goedgekeurd waarin staat hoe met die omgevingsvergunning moet worden omgegaan. Dat normenboek zou ter goedkeuring voorliggen, zodat we er eindelijk mee aan de slag kunnen”, stelt Verelst.
Inzake doorlooptijd boekte Vlario toch al enkele kleine successen. “We hebben de nieuwe grondverzetregeling bijgestuurd met het verlengen van de geldigheidstermijn van bodemattesten op basis van de vroegere grenswaarden. Sinds vorig jaar maakt de Vlaamse overheid een gecoördineerd investeringsprogramma (gip) voor alle betrokkenen in het beleidsdomein Openbare Werken. Wij hopen dat er nog zulke coördinaties zullen volgen. De Vlaamse Milieumaatschappij heeft het subsidiebesluit bijgestuurd wat ook al een positieve invloed heeft op de doorlooptijd. De VMM zorgt ook voor een nog intensiever overleg bij het samenstellen van de kwartaalprogramma’s. Budgettair wordt voortaan een financiële vastlegging gedaan op basis van de aanbestedingscijfers i.p.v. de voorontwerpramingen en de manier van controleren en de interactie bij voorontwerpen leidt tot een efficiëntere goedkeuringsprocedure. We hebben de doorlooptijd nog niet of nog niet veel kunnen verkorten, maar we hebben het almaar verlengen ervan wel al een halt kunnen toeroepen”, besluit Verelst.
Op dit moment werkt Vlario aan een betere afstemming en organisatie van de grondverwervingen, het verbeteren van de kwaliteit van voorontwerpen en de betere afstemming tussen projectpartners bij de start van een project. “Dat laatste moet resulteren in een engagementsverklaring. Het Agentschap Wegen en Verkeer kan die nog deze maand goedkeuren en invoeren”, weet Verelst. Hij roept politici en instanties op om een doorlooptijdtoets in te voeren, naar analogie met de armoedetoets en de fietstoets, waarbij elke nieuwe regel en elke beslissing getoetst wordt aan de invloed op de doorlooptijd voor rioleringsprojecten.
Meer km’s met kunststof
Vzw Kurio, de Belgische vereniging van fabrikanten van kunststof leidingsystemen, roept overheden en beheerders op meer in te zetten op kunststof als materiaal voor straatrioleringen. “Als Vlaanderen vaker kiest voor kunststof, levert dit een jaarlijkse besparing van 50 miljoen € op, want de materiaal- en plaatsingskosten liggen lager. Zo kunnen meer kilometers riolering gelegd worden met hetzelfde budget”, klinkt het bij Kurio.
“Vlaanderen hinkt inzake kunststof rioleringen sterk achter op de buurlanden. Het gemiddelde aandeel van kunststofleidingen in openbare rioleringen ligt in de buurlanden op ongeveer 60%, terwijl dit in Vlaanderen slechts 10% is”, aldus Marc Eenens, directeur van Kurio.
“Kunststof is ideaal voor de uitbouw van een duurzaam rioleringsstelsel. Door hun flexibel gedrag doen zich tot 85% minder defecten voor. Dat budget voor herstellingen zou gebruikt kunnen worden voor de aanleg van nieuwe rioleringen”, stelt Eenens.