Stedelijke begraafplaats Leuven wordt plantenlaboratorium
De Leuvense stadsbegraafplaats is een plek in de stad waar je naast troost ook veel groen vindt. Door de toenemende warmte- en droogteperiodes krijgen veel bomen in de stad het echter steeds moeilijker. Daarom experimenteert Leuven nu met een plantenlaboratorium op de stedelijke begraafplaats. De stad gaat er onderzoeken welke boom- en plantensoorten het best zullen gedijen in ons veranderende klimaat.
De voorbije maanden werd op de Leuvense stadsbegraafplaats heel wat nieuw groen aangeplant. “We willen de begraafplaats nog verder vergroenen, en gaan daarin heel ver. We willen zowel de natuurwaarde en de biodiversiteit van deze bijzondere plaatsen vergroten als hen beter bestand maken tegen de klimaatverandering”, vertelt schepen van Begraafplaatsen Bieke Verlinden.
Daarom start de stad nu met een ‘plantenlaboratorium’ op de stadsbegraafplaats, aangestuurd door de landschapsarchitect van de begraafplaatsen. “In dat plantenlaboratorium gaan we volop ontdekken wat de mogelijkheden zijn op vlak van klimaatbestendigheid. Onze stad wordt letterlijk een labo voor verandering en vernieuwing. Want ook in het beheer van het ander openbaar groen zoekt Leuven voortdurend naar nieuwe antwoorden op de uitdaging van de klimaatopwarming,” zegt schepen van Openbaar Groen Lalynn Wadera.
Twee redenen
De aanplantingen in het kader van dit ‘plantenlaboratorium’ zijn bijzonder om twee redenen. De stad experimenteert voor het eerst met een aangepast assortiment aan bomen en struiken die beter bestand zijn tegen de toenemende hittegolven en langere periodes van droogte.
Heel wat bomen op de stadsbegraafplaats zijn er niet goed aan toe. Het wordt moeilijker om nieuwe aanplantingen aan het groeien te krijgen en het volwassen bomenbestand krijgt het steeds lastiger door bijvoorbeeld watertekort of stamschade door zonnebrand. Ook maakte het jarenlange gebruik van pesticiden de bodem er minder vitaal.
“Gelukkig is de tijd van pesticiden en herbiciden voorbij, maar de verschraling van de bodem herstellen kost tijd. Daarom hebben we vorig najaar voor het eerst de vallende herfstbladeren niet langer weggeharkt als afval, maar ze laten liggen als voeding voor de bodem”, brengt schepen Verlinden in herinnering.
Anderzijds gaat de stad op de begraafplaats ook experimenten met de manier waarop ze aanplant. De juiste planttechniek kan de planten immers een vliegende start geven. “We merkten de afgelopen jaren dat het veranderende klimaat ook een impact heeft op de klassieke manier van aanplanten die we gebruiken”, legt schepen Lalynn Wadera uit.
“Ook op dat vlak zullen we op de stadsbegraafplaats dus volop experimenteren om te zien hoe we van bij het prille begin de planten de best mogelijke start kunnen geven. We zullen bijvoorbeeld kleinere exemplaren dicht tegen elkaar aan plaatsen zodat ze elkaar kunnen beschermen tegen de hitte,” vult schepen Verlinden aan.
Expertise delen
In het plantenlaboratorium zal een zestigtal boomsoorten getest worden op hun droogte- en hitteresistentie. Het gaat om zowel inheemse als uitheemse, zuiderse soorten. “We spelen niet gewoon op veilig met een handvol standaardsoorten waarvan we op voorhand zeker zijn dat ze het goed zullen doen in ons warmer en droger wordende klimaat”, legt schepen Verlinden uit.
“We beslisten om alles opnieuw open te trekken en uit te zoeken welke boomsoorten en planttechnieken het beste resultaat opleveren. Van elke soort planten we één of twee exemplaren. We volgen de soorten intensief op om te kijken welke het goed doen binnen de heersende omstandigheden, en welke we beter niet behouden. Daarbij geven we veel aandacht aan het beschermen van de biodiversiteit zodat er inheemse soorten niet verdrongen worden.”
Na drie jaar zal de stad de eerste conclusies kunnen trekken uit dit plantenlaboratorium op de begraafplaats. Leuven wil daarmee ook andere steden, gemeenten of vakorganisaties die gelijkaardige situaties ervaren, inspireren en de kennis die ze uit dit experiment haalt met hen delen.
Op de stedelijke begraafplaats ontstonden door de jaren heen ook verscheidene open ruimtes. Die wil de stad nu op een biodiverse manier invullen. Binnen het idee van het plantenlaboratorium komt er ook een bloemenweide en plukzone. Dit voorjaar werden al verschillende bloemenmengsels ingezaaid, geselecteerd op basis van hun weerbaarheid tegen droogte en warmte.
“Met een kleurrijke bloemenweide maken we van onze begraafplaats een echte koesterplek, een park vol rust en groen waar we elkaar herdenken, herinneren en in gedachten levend houden. Je kan er ook een bloem plukken om mee naar huis te nemen om ook daar de verbinding met de begraafplaats en wie je er koestert, te blijven voelen”, besluit schepen Bieke Verlinden.