Vlaamse regering wil samenwerking tussen verschillende beleidsdomeinen
Het beleidsdomein Mobiliteit kent een sterke samenhang met Omgeving. Zo hangen de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en de bouwshift nauw samen met mobiliteit. Om het mobiliteitsbeleid en het ruimtelijk beleid goed op elkaar af te stemmen wordt een structurele samenwerking opgezet tussen de beleidsdomeinen Omgeving en Mobiliteit.
Om sneller vooruit te gaan wil Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters in overleg met collega-minister Zuhal Demir die bevoegd is voor Omgeving inzetten op geïntegreerde, gebieds- en resultaatsgerichte projecten. Er wordt gewerkt vanuit een gezamenlijke agenda, programmatie en inzet van middelen en het opzetten van brede gebiedscoalities. Zo wil Peeters een betere afstemming tussen rioolbeheerders en de wegbeheerders omdat beiden belang hebben bij een goede afstemming van noodzakelijke infrastructuurwerken.
De regionale mobiliteitsplannen worden momenteel op schaal van de vervoerregio opgemaakt. Binnen de samenwerkingsopdracht met het departement Omgeving komt men binnen de verschillende vervoerregio’s tot een hiërarchisch netwerk van mobipunten die Vlaams-breed worden uitgerold en regiospecifiek worden scherpgesteld. De procedures die voorafgaan aan openbare werken worden gescreend met als doel een maximale vereenvoudiging en versnelling. Een betere afstemming met de procedures inzake omgevingsbeleid blijft een werkpunt.
Onteigeningen
De procedures inzake grondverwerving en onteigening worden verbeterd om er onder meer voor te zorgen dat sneller knopen kunnen worden doorgehakt. De hervorming van de Dienst Vastgoedtransacties, die tot de bevoegdheid behoort van de minister van Financiën en Begroting Matthias Diependaele, is essentieel om grondverwerving te versnellen, vermits deze dienst vandaag nogal te veel een flessenhals vormt op het vlak van onteigenings-, aankoop- en verkoopprocedures. Tevens wordt een einddatum inzake onderhandelingen over grondverwervingen bepaald zodat sneller kan overgegaan worden tot gerechtelijke onteigening.
Zowel voor een goede combimobiliteit als voor een efficiënte organisatie van de logistiek zijn goed verknoopte modale netwerken nodig. Dit moet gerealiseerd worden door een samenspel en integratie van initiatieven uit verschillende beleidsdomeinen en verschillende actoren. Met het Geïntegreerd Investeringsprogramma (GIP) kunnen de investeringen en het onderhoud door het beleidsdomein gerichter en efficiënter gepland worden. De organisatie van het beleidsdomein wordt aangepakt zodat het overheidsapparaat voldoende wendbaar is om de investeringen om te zetten in snelle realisaties op het terrein. Dit vergt een verregaande bundeling van expertise en kennis binnen het beleidsdomein, om zo de investeringen uit het GIP daadwerkelijk te realiseren.
De entiteiten organiseren zich functioneel en richten zich op onderlinge samenwerking en kennisdeling, ook met de lokale besturen en de vervoerregio’s. Realisatiegerichtheid en projecteigenaarschap zijn eigenschappen die bijkomend worden versterkt. Voor complexe investeringsprojecten wordt de integrale en gecoördineerde werkwijze van De Werkvennootschap en Lantis voortgezet. In principe worden grote infrastructuurprojecten toegewezen aan deze projectvennootschappen.
De vervoerregiowerking, de integrale en multimodale aanpak en het sterker inzetten op brede participatie en betrokkenheid van burgers en andere overheden bij projecten, vergen specifieke competentieontwikkeling binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Inzake fietsbeleid wordt het projectteam binnen MOW gereorganiseerd om de realisaties, inclusief het wegwerken van de onveilige, ontbrekende en oncomfortabele schakels in de fietsverbindingen, op het terrein sneller te garanderen.
Met oog op een overkoepelend duurzaam en een efficiënt mobiliteitsbeleid en een investeringsbeleid gefocust op combimobiliteit, wordt het departement MOW versterkt zodat het zijn regierol kan waarmaken en de agentschappen kunnen focussen op hun uitvoerende rol. Zo wil men een heldere organisatie krijgen van het beleidsdomein MOW die tot een meer gestroomlijnde dienstverlening moet leiden, met een versnelde uitvoering van infrastructuurwerken en een meer coherent beleid tot gevolg.
Fusie
Lydia Peeters wil ook het bestuurlijk landschap binnen het beleidsdomein MOW onderzoeken. Er wordt nagegaan of de uitvoerende taken in één hand geclusterd kunnen worden per vervoersmodus: alles met betrekking tot vervoer en infrastructuur van en over water komt dan samen, net als alles wat betreft transportinfrastructuur over de weg. Alles wat te maken heeft met de infrastructuur van vervoer in de lucht, met name de beide luchthavenontwikkelingsmaatschappijen (lom’s) Oosende en Antwerpen, wordt zo snel mogelijk gefuseerd.
De Wegeninspectie wordt samengebracht met de mobiele patrouilles bij Vlabel (Vlaamse Belastingdienst). De inkomsten uit boetes voor overbelasting worden toegevoegd aan het saldo kilometerheffing ten bate van het MOW. Vlabel kan eventuele investeringen voor het controledispositief overbelasting ook financieren uit de meeropbrengst overbelasting.
Vanuit het Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO) werd een traject gestart om innovatieprojecten te identificeren vanuit de speerpuntclusters Catalisti (Chemie en Kunststoffen), het innovatieplatform voor de logistieke sector (VIL), het Strategisch Initiatief Materialen (SIM), Flanders Food, de duurzame energiecluster Flux50 en De Blauwe Cluster die partnerschappen ter bevordering van economische activiteiten op zee ondersteunt en die allemaal binnen de transitieprioriteiten passen. Om de samenwerking tussen speerpuntclusters en/of innovatieve bedrijfsnetwerken te bevorderen, wordt regelmatig een oproep voor interclusterprojecten opengesteld.
In eerste instantie werd hierbij gefocust op de transities Circulaire Economie, Industrie 4.0 en Energie. Hier wordt een link gelegd met de transitie Mobiliteit, een aspect dat deel uitmaakt van het beleid van de Vlaamse Rand. Dit luik wordt gecoördineerd vanuit het beleidsdomein MOW.
De Vlaamse regering maakt werk van meer en betere controle van de reële uitstoot van voertuigen om zo emissiefraude tegen te gaan. Ten dienste van de lokale besturen maar evengoed ten voordele van de verkeersveiligheid en de doorstroming, wordt bekeken hoe de procedure aanvullende reglementen kan vereenvoudigen en versnellen.
De doelstellingen inzake het klimaatbeleid en het luchtkwaliteitsbeleid worden deels mee gerealiseerd vanuit het mobiliteitsbeleid. Er wordt gezorgd voor een sterke link zodat maatregelen inzake mobiliteit ook de doelstellingen van het klimaat- en luchtbeleid mee invullen.
Er wordt voorts geïnvesteerd in walstroom om de luchtkwaliteit in de havenomgeving te verbeteren. Walstroom is een begrip waarmee wordt aangegeven dat een schip gebruikmaakt van een aansluiting op het elektriciteitsnet van de wal. Varende schepen gebruiken eigen generatoren om elektriciteit op te wekken, maar in de haven is het laten draaien van dieselmotoren onnodig milieubelastend.
Binnen de Vlaamse overheid is reeds enkele jaren een ‘Data science werkgroep’ opgericht met als doel kennis te delen over de entiteiten heen. Het MOW Innovatie lab legt ook de verbinding met andere innovatieve initiatieven binnen de Vlaamse overheid (VO Sandbox, kopen bij startups, het Programma Innovatieve Overheidsopdrachten - PIO) helpt om innovatieve producten en diensten te ontwikkelen, te testen en aan te kopen.