“De door Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters voorziene 15 miljoen € voor het Fietsfonds is zwaar ontoereikend, waardoor projecten die reeds in uitvoering zijn of op het punt ervan staan, in het gedrang komen”, schrijven de gedeputeerden en diensthoofden die in de vijf Vlaamse provincies verantwoordelijk zijn voor Mobiliteit in een gezamenlijke nota.
In totaal zijn er 162 projecten uitgevoerd of in uitvoering in 89 gemeenten en steden in Vlaanderen. Voor de projecten in de pijplijn is er jaarlijks 30 miljoen € nodig. De provincies vragen met aandrang om dit budget te voorzien. Als dat niet gebeurt, dreigen een aantal projecten niet uitgevoerd te worden of moeten de gemeenten zelf het Vlaamse aandeel betalen.
Het Fietsfonds is een samenwerking tussen de Vlaamse overheid en de Vlaamse provincies voor de aanleg en verbetering van fietsinfrastructuur op het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk en het fietssnelwegnetwerk. Een gemeente of stad kan zo 90% tot 100% subsidies ontvangen.
Voorfinanciering
Dit is een krachtige hefboom voor projecten rond fietsinfrastructuur. Het zijn de provincies die de subsidies prefinancieren, waarna de helft ervan wordt teruggevorderd bij de Vlaamse overheid. Voor elke euro die de provincie zo investeert, legt de Vlaamse overheid er dus een euro bij.
In het kader van het Mobiliteitscharter, een samenwerking tussen Vlaanderen en de provincies, brachten de provincies de minister reeds bij aanvang van de legislatuur op de hoogte van de zeer ambitieuze fietsinvesteringsplannen. Elk traject werd ook besproken voor de start van de werken. Toch stellen de provincies nu vast dat de minister de veelheid aan fietsprojecten niet meer kan volgen. In 2021 betaalde Vlaanderen tot nu toe slechts 1,5 miljoen € van de 25 miljoen € uit die ingediend en subsidiegerechtigd is.
“Aangezien de provincies het Vlaamse aandeel aan gemeenten voorfinancieren, staat het partnerschap hierdoor onder druk. Indien de betalingen verder uitblijven heeft dit namelijk zware gevolgen voor nieuwe projecten in de pijplijn. De ‘Grote Versnelling’ wordt dan de ‘Grote Vertraging’ in de uitbouw van het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk en het fietssnelwegennetwerk. Bovendien is er geen vooruitzicht of engagement dat er de komende jaren voldoende budget bij Vlaanderen wordt vrijgemaakt”, argumenteren de mobiliteitsverantwoordelijken van de vijf Vlaamse provincies.
Fietsfonds
“Minister van Mobiliteit Lydia Peeters heeft een grote focus voor projecten langs gewest- en waterwegen. Met het verschuiven van een fractie van haar fietsbudget kan zij ook alle Fietsfondsprojecten financieren. Toch kiest zij ervoor om dit niet te doen. De onwil om de nodige middelen te voorzien voor het Fietsfonds, staat zo haaks op de verklaringen van de Vlaamse regering om prioritair in te zetten op fietsbeleid. Meer nog, de minister is niet bereikbaar voor overleg waardoor de lokale besturen en provincies in het ongewisse blijven over de uitvoering van hun fietsbeleid”, klinkt het op provinciaal niveau.
Daarnaast is 2021 een topjaar geweest voor fietsprojecten, zowel voor het verbeteren van fietspaden op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk als de aanleg van fietssnelwegen via het Fietsfonds. Voor de projecten in de pijplijn is er jaarlijks 30 miljoen € nodig. De provincies vragen dan ook met aandrang om dit budget te voorzien om zo samen meer mensen veilig en comfortabel aan het fietsen te krijgen.
West-Vlaanderen
Volgens gedeputeerde van Mobiliteit Jurgen Vanlerberghe staat in West-Vlaanderen 11,7 miljoen € klaar voor aanbesteding om in 2022 zestien Fietsfondsprojecten te realiseren.
“Als Vlaanderen haar bijdrage plafonneert tot 3 miljoen € per jaar per provincie, is er geld voor de helft van die projecten. Moet ik de andere gemeenten dan vragen om hun aanbesteding een jaar of langer uit te stellen tot de Vlaamse overheid opnieuw wat middelen kan vinden? Investeren in goed onderhoud van de fietspaden op de gewestwegen is één zaak, maar we willen toch allemaal bijkomende fietsinfrastructuur realiseren”, aldus Vanlerberghe.
Vlaams-Brabant
“We investeerden of subsidieerden 35 projecten in 16 gemeenten, goed voor 46 km kwaliteitsvolle fietspaden of fietswegen. Voor deze investeringen doen we een beroep op het Fietsfonds. We gaven dit jaar meer dan 10 miljoen euro uit aan fietsinfrastructuur-projecten, waarvan 6 miljoen euro aan fietssnelwegen en ruim 4 miljoen aan fietspaden op andere routes van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (bff)”, zegt Tom Dehaene, gedeputeerde voor Mobiliteit van de provincie Vlaams-Brabant.
“Maar als de pot niet aangevuld wordt met het Vlaamse aandeel van de Fietsfondssubsidies zullen volgend jaar niet alle geplande projecten op gemeentewegen en op fietssnelwegen kunnen betaald worden en gaat de rem er op. Jammer, de gemeenten gaan de dupe zijn, of sterker nog, de (potentiële) fietsers, want ook voor 2022 en 2023 zijn er meer dan 70 projecten in voorbereiding en rekenen een veertigtal gemeenten op de gecombineerde Vlaamse en provinciale subsidies”, aldus Dehaene.
Limburg
“Ook in Limburg voorzien we de komende jaren aanzienlijke investeringen in bovenlokale fietspaden. In het verleden en tot vandaag lukt dat goed, in vlotte samenwerking met de lokale overheden en dank zij de Vlaamse subsidies. Ons provinciebestuur en de Limburgse gemeenten gaven dan ook graag gevolg aan de herhaalde oproep vanuit Vlaanderen om meer fietsinfrastructuur te gaan aanleggen. Heel wat bovenlokale projecten staan op stapel, alsook heel wat fietssnelwegen”, vertelt gedeputeerde Bert Lambrechts.
“De projecten die in de pijplijn werden gezet, komen de volgende jaren in de uitvoeringsfase. We gaan er van uit dat het gemaakte engagement wederzijds is, en dat Vlaanderen ook haar inspanningen in lijn brengt met die van de gemeenten en de provincies. Als de middelen van het Fietsfonds niet aanzienlijk worden verhoogd, zullen heel wat fietsprojecten moeten worden uitgesteld of stopgezet”, verklaart Lambrechts.
Oost-Vlaanderen
“De provincie heet bijna 12 miljoen € geïnvesteerd in verschillende fietsprojecten in tientallen Oost-Vlaamse gemeenten. We betreuren ten zeerste dat de Vlaamse overheid in gebreke blijft en het aangegane engagement om in te staan voor de helft van de financiering niet nakomt.”
“Dat hypothekeert in aanzienlijke mate verdere broodnodige investeringen fietsinfrastructuur in heel onze provincie. De uitbouw van het netwerk van fietssnelwegen zal forse vertraging oplopen en tientallen op stapel staande fietsprojecten van de Oost-Vlaamse gemeenten zullen voor minstens drie jaar uitgesteld moeten worden”, reageert gedeputeerde Riet Gillis.
Antwerpen
“Wij investeerden we dit jaar bijna 16 miljoen € in de aanleg van kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur. Daarvan ging ruim 10 miljoen € naar de aanleg van fietsostrades en 5,7 miljoen € naar fietspaden op het bff. Goed voor respectievelijk 12 km fietsostrades en 26 km fietspaden op het bff”, aldus Luk Lemmens, de Antwerpse gedeputeerde voor Mobiliteit.
“Voor deze investeringen doet de provincie Antwerpen een beroep op het Fietsfonds. “Voor de aanleg van deze 33 projecten in 17 gemeenten en steden rekenen we in 2021 op een Vlaamse bijdrage van 8,2 miljoen €. Ook voor de volgende jaren zitten nog veel projecten in de pijplijn. We streven naar een ritme van ruim 20 miljoen € per jaar waarvan 50% aandeel ten laste van Vlaanderen. Het verontrust ons ten zeerste dat de minister eenzijdig dit investeringsbeleid op een waakvlam zet en daardoor het verhaal van gebundelde krachten ontkracht dat de gepromote Grote Versnelling is”, vult Luk Lemmens aan.