De VMM levert hiermee een extra inspanning ten opzichte van voorbije jaren. Er wordt prioriteit gegeven aan projecten die de waterafvoer en het waterbergend vermogen van de waterloop herstellen in gebieden met een gevaar voor overstromingsschade. Ook ecologisch herstel en de droogteproblematiek vormen belangrijke ruimingscriteria.
Slibruiming
Om de buffercapaciteit van de wachtbekkens op de Zuunbeek in Sint-Pieters-Leeuw te herstellen wordt er ongeveer 24.463 m³ slib geruimd. Een ander groot dossier is de slibruiming van zowat 34.774 m³ in het Zuidervaartje in Brugge met als doel het herstel van de waterafvoer. Deze ruimingen zijn belangrijk om de kans op overstromingsschade in deze centra te voorkomen.
Dit jaar wordt ook begonnen met de saneringswerken van de Grote Laak waarbij naast de waterbodem ook de verontreinigde oevers worden aangepakt. Een ander groot project is de slibruiming van de Kalkenvaart waar het historisch verontreinigde slib (ongeveer 27.021 m³) het bereiken van de ecologisch goede toestand verhindert.
De oude Demer in Diest wordt aangepakt (6.594 m³) zodat deze terug kan ingeschakeld worden in de doortocht van de rivier door Diest.
De Handzamevaart en Zarrenbeek worden geruimd om een voldoende waterkolom te herstellen. Zeker in periodes van waterschaarste en droogte was deze zeer beperkt geworden als gevolg van de aanslibbing.
Elke waterloop heeft zijn eigen specificaties. Maatwerk is dus belangrijk. De verwijdering van het teveel aan slib is voor veel waterlopen belangrijk om de waterafvoer en het waterbergend vermogen van de waterloop te herstellen zodat overstromingsschade aan woningen en infrastructuur kan worden voorkomen.
Vaak is de verwijdering van het verontreinigde sediment ook belangrijk voor het ecologisch herstel van de waterloop. De waterkwaliteit van veel waterlopen is de voorbije jaren sterk verbeterd. Maar verontreiniging in het slib is vaak een knelpunt als het weer vrijkomt en zo een bron van waterverontreiniging vormt.
De verwijdering van het slib is daarom cruciaal voor het verder herstel van de ecologische kwaliteit van de waterloop. De VMM pakt ook plaatsen aan waar de slibtoename de functie van de waterloop belemmert (natuur, recreatie, landschap).
Slibruimingen zijn niet te vermijden, al gebeurt er meer dan enkel het nemen van reactieve maatregelen. Met de verdere uitbouw van erosiebestrijdingsmaatregelen en saneringsinfrastructuur, gecombineerd met de strategische aanleg van sedimentvangen, hoopt de VMM toekomstige aanslibbingen en dus de bijhorende kosten van haar slibruimingen te beperken. In 2021 zal de VMM daarom bv. een sedimentvang op het Groot Schijn afwerken en een sedimentvang op de Grote Laak aanleggen.