Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Logistiek

Eerste test met zelfrijdend busje in België

Voor de eerste keer werd in België een zelfrijdend passagiersbusje getest. Dat gebeurde onder leiding van het verkeerskenniscentrum Vias institute, het vroegere BIVV (Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid). Ook federaal minister van Mobiliteit François Bellot werd overhaald om een ritje te maken met een shuttlebus zonder bestuurder.

eerste test hoofdfoto

De testrit werd uitgevoerd op een afgeschermd terrein bij het Formule 1-parcours van Spa-Francorchamps. Het Vias institute verwacht dat de shuttles in de komende jaren vaak gebruikt zullen worden. Binnenkort wordt het verkeersreglement aangepast zodat vanaf begin volgend jaar tests kunnen plaatsvinden met volledig autonome voertuigen op de openbare weg.

Het busje waarmee de testrit werd uitgevoerd, is gefabriceerd door het Franse EasyMile. Er is aan boord plaats voor een tiental personen. De zelfrijdende shuttles kunnen mensen oppikken en weer afzetten, stoppen als er zich obstakels op de weg bevinden en reageren op voetgangers en fietsers. EasyMile leverde al zelfrijdende busjes voor meer dan vijftig locaties in veertien landen in Azië, Europa, Noord-Amerika en het Midden-Oosten. Op verschillende plaatsen worden tests uitgevoerd, onder meer met rijden in verschillende weersomstandigheden en met een voertuig dat wordt verbonden  met een 5G-netwerk.



De milieuvriendelijke autonome shuttles kunnen een tiental personen vervoeren en zijn ideaal om korte vastgelegde trajecten zelfstandig te overbruggen. Tijdens de test met minister Bellot aan boord reden ze 10 tot 11 km/uur, maar de busjes kunnen in de praktijk 20 km/uur halen. Momenteel rijden ze enkel in een ‘beschermde’ omgeving waarbij er geen interactie is met andere wagens of weggebruikers. De technologie laat echter toe ze ook in een stedelijke context te gebruiken, wat nuttig zou zijn om het aantal korte autoverplaatsingen te verminderen. De zelfrijdende busjes zijn ook ideaal om te gebruiken op grote terreinen, zoals campussen en pretparken, en om mensen van de parking van een ziekenhuis naar de ingang te vervoeren.

De komst van de zelfrijdende busjes zal in de toekomst wellicht leiden tot twee aanvullende vervoersmodi: mensen rijden met hun eigen voertuig tot een bepaalde plaats, waarna een zelfrijdende shuttle hen vervolgens langs welbepaalde korte trajecten naar het stadscentrum brengt waar geen privévoertuigen toegelaten worden. Dit kan een perfecte aanvulling zijn op het huidige openbaar vervoer. Daarnaast verhogen de shuttles ook de verkeersveiligheid omdat de menselijke factor, die verantwoordelijk is voor vele ongevallen, grotendeels wegvalt. De technologie detecteert andere weggebruikers zoals voetgangers en fietsers, zodat botsingen kunnen vermeden worden.

De shuttles zijn daarvoor uitgerust met vier zogenaamde lidars, die door middel van lasertechnologie de omgeving permanent scannen. Dat is dezelfde techniek die ook in de zelfrijdende wagens van Google-dochter Waymo wordt gebruikt. Via  lidar (light detection and ranging) kan de afstand tot een object of een oppervlak worden bepaald met laserpulsen. De afstand tot het object of oppervlak wordt bepaald door de tijd te meten die verstrijkt tussen het uitzenden van een puls en het opvangen van een reflectie van die puls. Lidar werkt volgens hetzelfde principe als radar: een signaal wordt uitgezonden en zal enige tijd later door reflectie weer worden opgevangen. Het verschil is dat radar gebruik maakt van radiogolven. Laserlicht heeft echter een veel kleinere golflengte waardoor lichtgolven beter gereflecteerd worden door kleinere objecten.

Obstakels

Toch moeten zoals bij elke nieuwe technologie nog enkele obstakels overwonnen worden. Zo zijn extreme weersomstandigheden problematisch voor de zelfrijdende shuttle. Felle regen, hevige mist, en zeker sneeuw kunnen ervoor zorgen dat het zicht van de lasers belemmerd wordt waardoor de omgeving niet accuraat wordt gescand. Bovendien zijn de batterijen van het voertuig nog niet voorzien op extreme temperaturen zoals vrieskou of temperaturen hoger dan 40° C. Ook de openbare infrastructuur moet aanzienlijk worden verbeterd zodat zelfrijdende shuttles de verkeersborden en rijstroken goed kunnen detecteren als ze op de openbare weg rondrijden. De situatie zou kunnen verbeteren dankzij projecten voor wegen die zelf communiceren, maar daarvoor zijn grote investeringen vereist.

Belangrijk is ook hoeveel vertrouwen mensen hebben in zo’n autonoom voertuig. Verkeersdeskundigen vragen zich af of iedereen wel in een busje zonder chauffeur wil of durft stappen. Het is hetzelfde vertrouwen dat mensen decennia geleden ook in liften moesten krijgen. Om de mensen gerust te stellen moest lange tijd een liftbediende worden ingezet. Na verloop van tijd raakte men gewoon aan het gebruik van liften en was het geen probleem meer om zelf op het knopje te duwen.

De communicatie van de shuttle met de andere weggebruikers is al even cruciaal. Hoe weet een voetganger dat hij gedetecteerd of ‘gezien’ is door de shuttle en veilig kan oversteken? Momenteel zijn er geen duidelijke signalen die de shuttle uitstuurt naar andere weggebruikers. Ook is het geluid van deze zelfrijdende voertuigen of eigenlijk de afwezigheid van geluid nog een probleem, vooral voor blinden of mensen met een beperkt zicht.

Om zich op deze evolutie voor te bereiden heeft de ministerraad reeds een ‘Gedragscode voor testen van autonome voertuigen’ op de openbare weg goedgekeurd. Dit document dient momenteel als leidraad voor alle tests die vandaag in België gebeuren. Toch blijft er nog een barrière voor de autonome voertuigen van niveau 5, dat zijn voertuigen die rondrijden zonder bestuurder of operator aan boord. Deze voertuigen mogen tot nog toe het privéterrein niet verlaten. Binnenkort zal een nieuwe regel toegevoegd worden aan het verkeersreglement. Die laat de minister (of zijn afgevaardigde) toe om in het kader van tests, in uitzonderlijke toestanden (en beperkt in de tijd), eender welke regel goed te keuren in het verkeersreglement.  Deze nieuwe maatregel zal begin 2018 van kracht worden.

“Deze test van een autonome shuttle is een perfect voorbeeld van de uitdagingen die Vias institute te wachten staan. We testen deze shuttles nog tot eind oktober. Er wordt nagegaan hoe de shuttle mensen oppikt en afzet en hoe het voertuig reageert op obstakels op de weg en op passerende fietsers en voetgangers. Daarna wordt een rapport opgemaakt. Wanneer deze busjes ook effectief in ons verkeer zullen opduiken, blijft nog even afwachten maar dat ze in de toekomst ook effectief zullen rondrijden op de openbare weg is een feit. We blijven alvast deze en andere innovaties die de verkeersveiligheid en mobiliteit verbeteren van dichtbij opvolgen”, besluit Karin Genoe, ceo van Vias institute.

Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten