Nieuwe metrostellen op lijn C in Rome rijden zonder bestuurder
De metrostellen die op de nieuwe metrolijn C in Rome zullen rijden (en dat op het reeds gerealiseerde gedeelte van de lijn reeds doen) rijden volautomatisch en hebben niet langer een bestuurder aan boord. De Metro Automatico-treinstellen worden geleverd door AnsaldoBreda en werken, zoals de naam al aangeeft, volledig autonoom.
Een computer controleert en stuurt de volledige werking van de treinen. Ook de veiligheid wordt door het systeem in de gaten gehouden. Zo gaat de computer na of alle deuren netjes sluiten vooraleer het metrorijtuig mag vertrekken. Het systeem bepaalt ook de veilige afstand tussen de verschillende treinstellen, die elkaar in principe (op een volledig functionerende lijn) om de 75 seconden opvolgen. De automatisatie laat toe om de treinstellen veel sneller na elkaar te laten arriveren dan een menselijke bestuurder dat zou kunnen.
De computer kan tevens de snelheid van de metrotrein op een doelmatige manier verhogen of verlagen. De gemiddelde snelheid op het net bedraagt 35 km per uur, maar kan desgewenst worden opgevoerd tot 90 km per uur. De veiligheid ligt volgens de ontwerpers hoger in vergelijking met die van een traditioneel systeem omdat met de robotbestuurder het risico op menselijke fouten wordt uitgeschakeld.
AnsaldoBreda ontwikkelde een soortgelijk volautomatisch metrosysteem reeds eerder voor verschillende steden, waaronder Milaan, Brescia, Kopenhagen, Taipei, Riyad, Thessaloniki, Honolulu en Lima. Algemeen wordt aangenomen dat dergelijke volautomatische treinen geleidelijk de norm zullen worden voor alle nieuwe metrolijnen wereldwijd.
Het gerelateerde signalisatiesysteem en de geautomatiseerde netwerkbeheertechnologie zijn ontwikkeld door Ansaldo Signalling and Transportation Systems (Ansaldo STS), dat gecontroleerd wordt door Hitachi. Het onbemande systeem is gebaseerd op ATC (Automatic Train Control) en bestaat uit drie subsystemen. Dat zijn ATP (Automatic Train Protection) dat de snelheid en afstand tussen de treinen regelt, ATS (Automatic Train Survey) dat het volledige verkeersnet centraal beheert en ATO (Automatic Train Operation), een geleidingssysteem dat bepaalt waar en wanneer de treinen moeten stoppen.
In totaal zullen op het derde Romeinse metronet dertig treinen met telkens zes wagons worden ingezet. Daarvan is tot nog toe ongeveer de helft geleverd. Iedere wagon biedt 204 zitplaatsen. Elke dag maken reeds 45.000 tot 50.000 reizigers gebruik van het gedeelte van metrolijn C dat reeds klaar is. Er wordt geraamd dat dit aantal door de recente aansluiting met metrolijn A (via het nieuwe station San Giovanni C) snel zal verdubbelen tot ongeveer 100.000 dagelijkse gebruikers.
Het designontwerp van de treinstellen is van Giorgetto Giugiaro, een bekende Italiaanse ontwerper van voornamelijk auto’s. Hij stond in de jaren ‘70 van de vorige eeuw aan de wieg van de typische automodellen met scherpe hoeken en strakke lijnen. Giugiaro is onder andere verantwoordelijk voor de eerste Volkswagen Golf en de legendarische DeLorean DMC-12, maar werkte modellen uit voor vele automerken.
Giugiaro begon op 17-jarige leeftijd in het designcentrum van Fiat te werken. Om zijn creativiteit meer ruimte te geven trok hij in 1959 naar de ontwerper en producent Bertone. In 1965 stapte hij over naar Ghia, waar hij bleef tot 1967. Op 13 februari 1968 stichtte hij samen met Aldo Mantovani het bedrijf Studi Italiani Realizzazione Prototipi S.p.A., tegenwoordig bekend als ItalDesign - Giugiaro. Het bedrijf werkt nauw samen met het dochterbedrijf Giugiaro Design.
De eerste metrostellen voor Rome rolden reeds in februari 2010 van de band bij AnsaldoBreda. Die werden vervolgens overgebracht naar Velim in Tsjechië, waar zich de belangrijkste testlocatie voor nieuw Europees spoorwegmaterieel bevindt. Het testcentrum is via het station Velim, aangesloten op het Tsjechische spoorwegnetwerk.
Het testcentrum bestaat uit twee lusvormige spoorlijnen, met in het centrum faciliteiten voor aanpassingen aan het geteste spoorwegmaterieel. Alle grote constructeurs komen hier met hun nieuwe materieel proefrijden op de kleine (3,5 km) of de grote testring (13 km) van Velim waar vooral functionaliteits- en veiligheidsproeven worden uitgevoerd.
Beide ringen zijn uitgerust voor de meest courante bovenleidingsspanningen die in Europa worden gebruikt. Tijdens de tests wordt nagegaan hoe de voertuigen zich bij verschillende snelheden op de sporen gedragen. Ook het geluidsniveau, de communicatie met het European Train Control System (ETCS) en de gsm-railradio worden getest. Er gebeuren tevens simulaties van storingen en wijzigingen in de (elektrische) aandrijving. Pas nadat het hele testprogramma met succes is afgerond, wordt het veiligheidscertificaat voor de nieuwe trein afgeleverd.