Onderzoek naar oplopende bouwkosten Romeinse metro
In Rome is inmiddels een onderzoek aan de gang naar de fors oplopende kosten en de bouwtijd van de derde metrolijn. De bouw is uitgegroeid tot een lang en ingewikkeld verhaal dat reeds begon op 28 februari 2006, toen de aanbesteding werd toegewezen. Het oorspronkelijke ramingsbedrag is vandaag al met zowat 1 miljard € overschreden.
Meteen na de aanvang van de bouw werden ‘aanvullende economische verzoeken’ ingediend, waarmee het de bedoeling was alvast de reservekas van de bouwheer aan te spreken. Zo werd er bovenop de oorspronkelijk ingediende kostprijsraming tenminste 363 miljoen € extra binnengehaald. Vervolgens liepen de werkzaamheden systematisch vertraging op. Dat had allerlei oorzaken, waarvan archeologische vondsten nog tot de meest onschuldige behoorden.
In de daaropvolgende jaren kreeg Rome af te rekenen met steeds meer vertragingen. In 2011 was de kostprijs van het metroproject al opgelopen tot 1,4 miljard €, terwijl volgens de planning tot dan slechts 1 miljard € had gespendeerd mogen worden. Daarna begon het pas echt mis te lopen. Na een periode van inactiviteit, extra controles door de Rekenkamer en een speciaal samengestelde commissie, waarbij ondertussen 115 miljoen € aan ‘lopende bouwkosten’ werd uitgegeven terwijl in de praktijk nauwelijks werd voortgewerkt, begon het stadsbestuur zich in juni 2013 uiteindelijk toch vragen te stellen.
Maar het bouwconsortium Metro C ScpA had geen zin en tijd om lastige vragen te beantwoorden en dreigde ermee om alle arbeiders voor onbepaalde duur te ontslaan, waardoor de verschillende bouwplaatsen op de metrotrajecten volledig zouden stilvallen. In het stadhuis volgden dagenlange crisisvergaderingen.
Lijnrecht tegen de mening van de toenmalige begrotings- en boekhoudrechter in, die in zijn schriftelijk verslag melding maakte van ontwettige betalingen voor een bedrag van minstens 250 miljoen €, werd uiteindelijk beslist dat het duidelijk aantoonbare wanbeheer en de vermoedelijk aanwezige corruptie louter hypothetisch waren en dat het onmogelijk was om ondubbelzinnig te bewijzen dat de vertragingen en de oplopende kosten in de metrobouw moedwillig werden veroorzaakt. Alles bleef dus bij het oude en het consortium mocht gewoon voortwerken. Crisis opgelost.
Maar de oppositie had intussen bloed geroken. Na nieuwe klachten stelde behalve de financiële inspectie nu ook het gerecht een onderzoek in. De officier van Justitie nam al snel het woord ‘samenzwering’ in de mond. Hij stelde vast dat de kosten ten onrechte werden opgedreven en dat het inzetten van de financiële reserves ‘ongegrond’ was en ‘op basis van fictieve gronden’ gebeurde. Het Mafia Capitale-schandaal, waarbij tientallen lokale politici, ambtenaren en zakenlui de stad jarenlang corrumpeerden en daarbij minstens 1 miljard € aan gemeenschapsgeld lieten verdwijnen, moest toen nog in alle hevigheid losbarsten.
Samen met de Rekenkamer en boekhoudkundige experts berekende Justitie uiteindelijk dat in het metrodossier ten minste 221 miljoen € onrechtmatig verdwenen was, wellicht een te lage raming. Alvast dat geld wil Rome nu recupereren. Momenteel worden 25 personen geviseerd, voornamelijk stads- en federale ambtenaren, maar ook een voormalige burgemeester, de directeur van de stedelijke dienst Infrastructuur en de voormalige commissaris van Mobiliteit. Ze worden ervan verdacht in onderling overleg en via samenzwering overeenkomsten te hebben gemanipuleerd die hebben geleid tot onnodige en dure aanpassingen van de gunningsopdracht. Tot nog toe is in dit dossier niemand veroordeeld.
Ondertussen was het voor iedereen ook duidelijk geworden dat de aannemer er niet in slaagde om ook maar één deadline te halen bij de verschillende bouwfases. De achterstand blijft intussen oplopen. ‘De uitvoerder kreeg meermaals extra tijd om de werkzaamheden te voltooien, maar blijkt zelfs dan niet in staat te zijn om de opgelegde uitvoeringstermijnen te respecteren’, klinkt het bij de officier van Justitie. Wordt zeker vervolgd.