Belgische bouwsector trekt duurzaamheidsgedachte door tot verpakkingen
Wanneer de bouw in het nieuws komt, is de boodschap vaak eerder negatief. Nochtans mag de sector zichzelf best wel eens een schouderklopje geven. Op het vlak van recyclage en hergebruik van bedrijfsmatige verpakkingen behoort ze immers tot de beste leerlingen van de klas. Verschillende actoren zijn zelfs vragende partij om het nog beter te doen, wat intussen al tot meerdere onderzoeken én pilootprojecten leidde.
Op het eerste zicht wordt niet meteen een link gelegd tussen verpakkingen en bouw. Nochtans circuleren er in de Belgische sector enorme hoeveelheden eenmalige bedrijfsmatige verpakkingen. Volgens de cijfers van Valipac gaat het jaarlijks over gemiddeld 48.000 ton paletten, krimpfolie, kartonnen dozen, PU-spuitbussen, verfemmers, IBC’s, bigbags, vaten… Positief is dat het grootste deel al wordt gerecycleerd. “Op dat vlak is België sowieso een koploper”, vertelt Filip Vangeel, manager sustainability van Valipac. “Vandaag wordt 91,4 % van alle bedrijfsmatige verpakkingen op de Belgische markt gerecycleerd. De bouwsector speelde een belangrijke rol in dit succes. Al twee decennia geleden werden we door bepaalde actoren en de beroepsfederaties BMP en Fema benaderd om een oplossing uit te dokteren waarmee plastic verpakkingsfolies op kleinere werven beter zouden kunnen worden ingezameld. Hieruit ontstond het ‘Clean Site System’ waarbij bouwhandelaars deze afvalstroom terugnemen door de aannemers grote zakken – intussen van 80% gerecycleerd materiaal - te verkopen. Zij kunnen deze dan gevuld bij het betreffende verkooppunt deponeren. Het is een oplossing die al sinds 2005 erg goed werkt: jaarlijks worden zo’n 120 à 150.000 zakken met verpakkingsfolies op die manier ingezameld. Het is een succesverhaal dat tot andere projecten heeft geleid, zowel op het vlak van inzameling als recyclage.”
Ook voor spuitbussen en emmers
Een vrij recent proefproject is ‘PUre’ dat Valipac op vraag van Weinerberger en Soudal in 2022 opstartte. “Bedoeling is na te gaan of eenzelfde systeem als ‘Clean Site’ zou werken voor PU-spuitbussen”, legt Filip Vangeel uit. “Deze verpakkingen vallen onder de definitie ‘gevaarlijk afval’ en komen nog al te vaak bij het restafval terecht. Ook hier weer kunnen de aannemers bij de deelnemende bouwhandelaren sorteerzakken bekomen. Nu nog gratis, later zal een bijdrage worden gevraagd. Vervolgens brengen ze die gevuld naar hetzelfde verkooppunt terug, waarna de spuitbussen worden gerecycleerd. Eenzelfde systeem werd recentelijk opgestart voor verfemmers, en dit in samenwerking met IPV Coatings en verfproducenten Akzo Nobel, PPG en Boss Paints. In dit kader zijn we nog op zoek naar een oplossing voor de recyclage van de verf die in de verpakkingen achterblijft. Tevens zullen we onderzoeken of het gerecycleerde materiaal kan worden gebruikt voor de productie van nieuwe verfemmers.”
Strengere wetgeving op komst
Deze projecten tonen aan dat ‘Clean Site’ de deur openzette voor méér recyclage van verpakkingen die met de bouw zijn gerelateerd. “Helaas wordt het recyclaat vandaag grotendeels gebruikt als grondstof voor andere producten,” aldus Filip Vangeel. “Het ultieme doel is echter de cirkel te sluiten. Dat het recyclaat dus grondstof voor nieuwe verpakkingen wordt. Dat zal de wetgever trouwens op korte termijn ook daadwerkelijk eisen. In het voorjaar van 2024 wordt normaal gezien de nieuwe versie van de befaamde Packaging & Packaging Waste Directive van kracht. Hoewel nog niet 100% duidelijk is hoe deze er zal uitzien, wordt algemeen aangenomen dat circulariteit en hergebruik centraal zullen staan. Niet enkel voor kunststoffen, maar voor alle materialen die als verpakking of vulmiddel worden gebruikt. Het ziet er dus naar uit dat transportverpakkingen, zoals paletten, vaten, folies en zelfs spanbandjes maximaal herbruikbaar zullen moeten worden. Daarbovenop veronderstellen we dat de directive zal stellen dat alle bedrijfsmatige plastic verpakkingen tegen 2030 minstens 35% ‘post consumer recycled content’ zullen moeten bevatten, en dat dit tegen 2040 zelfs tot 65% zal oplopen. Om deze ambities waar te maken, voorziet Europa eveneens in een definitie van recycleerbaarheid. Tegen 2030 worden er ‘design for recycling’-richtlijnen opgesteld die uniformiteit in alle EU-lidstaten moeten brengen. Concreet zal een soortgelijk systeem als de energiescore worden geïntroduceerd. Verpakkingen zullen een score van A tot E krijgen, en het is op basis daarvan dat de bijdrage van de fabrikanten en distributeurs zal worden berekend.”
Proefproject met positief resultaat
In afwachting van deze nieuwe regelgeving namen de bouwsector en Valipac nieuwe verpakkingen met recyclaat onder de loep. “Er bestaat nog een zeker argwaan om dergelijke materialen te gebruiken,” vertelt Filip Vangeel. “Enkele hardnekkige mythes blijven stokken in de wielen steken. Recyclaat wordt geassocieerd met te duur, geringe kwaliteit en problemen bij toepassing. Dit heeft ook zijn repercussies voor de andere kant van het verhaal. Nog al te weinig organisaties voelen zich geroepen om recyclaat te gebruiken. Hierdoor moeten we het selectief ingezameld plastic verpakkingsafval tot buiten Europa transporteren, waar wel een afzetmarkt voor recyclaat is. We beschouwen het als onze missie om dit tij te keren. En wij blijkbaar niet alleen, want de bouwsector is eveneens vragende partij. Zo hebben we in 2021 samen met Wienerberger een circulaire krimpfolie van Oerlemans Plastics uitgetest voor paletten met bakstenen. Dit materiaal bestaat voor de helft uit recyclaat en is voor de andere helft gebaseerd op een virgin polymeermix, ontwikkeld door Total en Rymoplast. Het procedé bleek economisch haalbaar en werd bewust niet gepatenteerd om het massaal doorgang te laten vinden. Intussen hebben ook andere actoren uit de bouwsector een circulaire krimpfolie geïntroduceerd, zoals Vandersanden, Unilin, Saint-Gobain, Coeck… Intussen onderzoeken we ook andere toepassingsmogelijkheden van dit materiaal, onder meer als topvel voor paletten en voor het maken van zakken voor grind en zand.
Minder bedrukking
In een ander onderzoeksproject stond de problematiek van ‘Design for Recycling’ (D4R) centraal. “Een van de deelgebieden daarvan is de bedrukking van de verpakking”, aldus Filip Vangeel. “Veel leveranciers en producenten hebben de gewoonte om hun folies met hun logo en/of naam te bedrukken. “Dit gebeurt zeker in de bouw, want daar zijn weinig andere manieren om visueel reclame te maken en/of herkenbaarheid te creëren. Helaas kan gekleurde folie enkel in gekleurd recyclaat worden omgezet, wat moeilijk of niet toepasbaar is voor de productie van nieuwe transparante folie. De bouwsector heeft ook deze problematiek. Zo heeft Vandersande – naast de introductie van verpakkingen met recyclaat – het artwork volledig aangepast. Vandaag wordt maximum 10% van de beschikbare oppervlakte van de verpakking nog bedrukt. Wienerberger introduceerde dan weer het concept van een bedrukte banderol omheen een volledig transparante hoes, die trouwens eveneens gedeeltelijk uit recyclaat bestaat.”
Nog meer mogelijkheden
Het zijn allemaal initiatieven die de sector van de verpakking hebben wakker geschud. Vandaag zijn er al 26 fabrikanten van wikkelfolies en krimphoezen die recyclaat in hun aanbod verwerken. En de bouwsector is een gretige afnemer, met als resultaat dat ze in België zelfs koploper is wat betreft het gebruik van verpakkingsmaterialen met recyclaat. Filip Vangeel: “Toch kan het nog beter. We hopen dat ook de aanbieders van zakken voor zand of grind, verfemmers, spanbandjes… deze weg in slaan. Een andere optie is natuurlijk hergebruik, een concept dat in het domein van de paletten, bigbags of vaten op relatief korte termijn zal toenemen.”
Economisch interessant
De inspanningen van de verpakkingsproducenten zijn nooit een garantie op succes, want natuurlijk moeten de afnemers in het verhaal willen stappen. Volgens Filip Vangeel staat de bouwsector ook op dit vlak erg sterk. “Vandaag draait alles daar rond duurzaamheid en circulariteit. Veel marktspelers zoeken actief naar manieren om hun ecologische voetafdruk – en deze van de bouw in het algemeen – te reduceren. Toch is ideologie niet de enige of belangrijkste beweegreden. De marges van de sector staan onder druk, en dan telt elke cent bezuiniging mee. Niet alleen is restafval duur; ook worden ecologische inspanningen beloont. Zo geven we alle bedrijven – en dus ook de bouwactoren - die verpakkingen met minstens 30% post-consumer recyclaat gebruiken, een duwtje in de rug in de vorm van een bonus. Het gaat over een reductie van de Valipac-bijdrage van 50 euro per ton post-consumer recyclaat. Leveranciers en voorwaarden zijn op www.myrecyclecontent.be terug te vinden. Dit programma werd in 2022 opgestart en we zien dat de bouwsector tot de betere leerlingen van de klas behoort. Van het tonnage dat in 2022 in de markt werd gezet, blijkt immers ongeveer 80% afkomstig van bedrijven uit de bouwsector.”